Wil je in 2021 gebruikmaken van fosfaatdifferentiatie? Of teel je maïs of aardappelen op zand- of lössgrond? In dit geval veranderd de stikstofgebruiksnorm. Maar alsnog moet je op een aantal dingen letten.
Bepalen fosfaattoestand grond
Vanaf 1 januari 2021 is de fosfaattoestand niet meer bepaald door enkel het P-AL-getal voor grasland en het Pw-getal voor bouwland. De totale hoeveelheid fosfaat in de bodem is vanaf dan bepaald door het P-AL-getal (capaciteitsindicator) en de beschikbare hoeveelheid fosfaat in de bodem is bepaald door het P-PAE(P-CaCl2)-getal (intensiteitsindicator). Deze gecombineerde indicator geldt voor grasland en voor bouwland.
Overgangsregeling
Nog geen nieuwe grondmonsters aanwezig? Geen nood: een overgangsregeling zorgt ervoor dat de grondmonsters hun looptijd van 4 jaar blijven behouden. Een analyse die bijvoorbeeld na 15 mei 2019 gestoken is, mag je nog gebruiken tot en met de Gecombineerde Opgave die op 15 mei 2023 sluit. In 2021 mogen als uitzondering ook de analyses worden gebruikt van de monsternames tussen 16 mei 2016 en 15 mei 2017. De overgangsregeling voor gronden met de fosfaattoestand ‘arm’ heeft wel voorwaarden. Zoals;
- De analyse van het ‘oude’ grondmonster moest uiterlijk 15 mei 2020 bekend zijn
- In de gecombineerde opgave van 2020 (of eerder) moest gemeld zijn dat er gebruikgemaakt is van de hogere fosfaatnorm
- Er moet sprake zijn van een gestratificeerd monster
Nieuwe bemonstering
In veel gevallen van grondbemonstering is het P-PAE-getal al geanalyseerd naast het P-AL-getal. De nieuwe manier (P-AL en P-PAE) kan tot meer of minder plaatsingsruimte leiden. Als het grondmonster op uiterlijk 31 december 2020 is gestoken, mag je voor het bepalen van de fosfaattoestand kiezen of je gebruikmaakt van de oude manier (P-AL/Pw) of van de nieuwe manier (P-AL en P-PAE). Voor percelen met de fosfaattoestand ‘arm’ is het niet meer verplicht een gestratificeerd monster te steken. Een standaardmonster is vanaf 2021 toegestaan.
Verlaging stikstofgebruiksnorm
De stikstofgebruiksnorm na het scheuren van grasland voor consumptie- en fabrieksaardappelen op alle zand- en lössgronden is verlaagd met 65 kg stikstof per hectare. Voor derogatiebedrijven was al ingevoerd dat er een verlaagde stikstofgebruiksnorm geldt voor maïs op zand- en lössgronden. De verlaging van de stikstofgebruiksnorm met 65 kg stikstof per hectare is nu generiek geworden voor alle maïsteelt op zand- en lössgronden. De maatregel houdt dus in dat na het scheuren van grasland voor consumptie- en fabrieksaardappelen en maïs op zand- en lössgronden een korting op de stikstofgebruiksnorm van 65 kg geldt. Het is in deze situatie niet verplicht om een graslandvernietigingsmonster te nemen. Let op; wordt de groenbemester geoogst? Dan wordt dit gezien als grasland en is de korting hier ook van toepassing!
Bron: Countus