De gemiddelde stikstofbenutting van de bodem op de Koeien & Kansen-bedrijven is in 2023 met 6% gestegen ten opzichte van 2022. In dat jaar werd er gemiddeld minder dierlijke mest toegepast en iets meer kunstmest gebruikt. Ondanks de lagere stikstofbemesting lag de gewasopbrengst in 2023 hoger dan in 2022. Ook het gemiddelde stikstofbodemoverschot nam aanzienlijk af, van 162 kg N/ha in 2022 naar 132 kg N/ha in 2023.
Bepaling van stikstofbodemoverschot en -benutting
Het stikstofbodemoverschot op een bedrijf wordt berekend door de stikstofoutput (de hoeveelheid stikstof die de bodem verlaat) af te trekken van de stikstofinput (de hoeveelheid stikstof die de bodem binnenkomt via meststoffen, depositie en stikstofleverantie door vlinderbloemigen). Bij deze berekening wordt aangenomen dat de vastlegging en mineralisatie van stikstof in de bodem op bedrijfsniveau gelijk blijven, met uitzondering van veengronden.
De stikstofbenutting wordt berekend door de stikstofoutput uit de bodem te delen door de stikstofinput naar de bodem.
Minder input
Uit Figuur 1 blijkt dat de gemiddelde stikstofinput op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2023 bijna 400 kg N/ha bedraagt. Ongeveer de helft van deze input bestaat uit drijfmest, terwijl ruim een kwart afkomstig is van kunstmest. De overige bronnen, zoals weidemest, mineralisatie, stikstofbinding door vlinderbloemigen en depositie, leveren elk minder dan 10% van de totale input. Vergeleken met 2022 is de gemiddelde stikstofinput met bijna 20 kg N/ha afgenomen, vooral door een vermindering van dierlijke mesttoediening (25 kg N/ha minder). Omdat een paar bedrijven niet meer meededen aan derogatie, door korting van de gebruiksnormen, lagere gebruiksnormen in waterwingebieden en vanwege lagere BES-nomen op sommige bedrijven was er gemiddeld minder ruimte om eigen mest te plaatsen. De lagere input van stikstof uit dierlijke mest is maar voor een klein deel door kunstmest gecompenseerd. Gemiddeld voerden de Koeien en Kansen-bedrijven in 2023 5 kg meer kunstmest N per ha aan.
Er is een grote variatie in input tussen de bedrijven. Een veenbedrijf 5 komt, door veel mineralisatie (235 kg N/ha op veengrond), uit boven de 600 kg N/ha. Bedrijf 3 heeft eveneens veel mineralisatie en overschrijdt de 500 kg N/ha. De kleibedrijven 1 en 4 hebben een hoge input door het gebruik van zowel veel kunstmest als drijfmest. Daarentegen hebben het biologische bedrijf 10 en De Marke een aanzienlijk lager bemestingsniveau, wat resulteert in de laagste stikstofinput van alle Koeien & Kansen-bedrijven.
Meer output door hogere gewasbrengsten
Uit Figuur 2 blijkt dat de gemiddelde stikstof output op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2023 bijna 270 kg N/ha bedroeg. Hiervan bestond 65% uit graskuil en bijna een kwart uit weidegras. Maïs maakte bijna 10% van de totale output uit. In vergelijking met 2022 is de output in 2023 met 13 kg N/ha toegenomen, wat voornamelijk komt door een hogere grasopbrengst. Ook de maïsopbrengst per hectare steeg fors, maar omdat maïs slechts een klein deel van het bouwplan beslaat en relatief weinig stikstof bevat, had dit een beperkte invloed op de output van stikstof per hectare.
Net zoals bij de stikstofinput, is er tussen de bedrijven grote variatie in output te zien. Duidelijk is dat bedrijven met een hoge mestinput (bedrijven 1 en 4) ook een hoge output van grasproducten en maïs hebben. Bedrijven met een lage mestinput, zoals bedrijf 10 en De Marke, hebben een lagere output dan gemiddeld. Op bedrijven met een hoge maïsopbrengst (bedrijf 9) en bedrijven met veel maïs in het bouwplan (zoals bedrijf 11, die niet aan derogatie meedoet), bestaat bijna 20% van de stikstofoutput uit maïs. Bedrijven zoals 2, 8 en De Marke produceren daarnaast ook een aanzienlijk deel overige gewassen, zoals peulvruchten, graan, luzerne of MKS.
Lager stikstofbodemoverschot
Door de lagere input van meststoffen en de hogere output van graskuil is het stikstofbodemoverschot op een gemiddeld Koeien & Kansen-bedrijf in 2023 gedaald naar 132 kg N/ha, vergeleken met 162 kg N/ha in 2022. Figuur 3 illustreert deze daling. Daarmee is ook het gemiddelde doel van 143 kg N/ha op de Koeien & Kansen-bedrijven behaald. Tien bedrijven hebben in 2023 de doelstelling voor stikstofbodemoverschot gehaald, terwijl zes bedrijven deze niet bereikten.
Vooral de bedrijven die in 2022 te maken hadden met lage gewasopbrengsten door droogte, zoals bedrijven 9, 12, 13, 14 en De Marke, behaalden in 2023 wel de doelstelling. Bedrijven 11 en 15 realiseerden eveneens een fors lager stikstofbodemoverschot en voldeden in 2023 aan hun doelstellingen. Hoewel deze bedrijven geen aanzienlijke stijging in gewasopbrengst lieten zien, hebben ze in 2023 minder drijfmest toegediend omdat ze zonder derogatie werkten. Hierdoor daalde het stikstofbodemoverschot en werd de doelstelling behaald.
Opvallend is dat het biologische bedrijf 10, net als in voorgaande jaren, een stikstofbodemoverschot van ongeveer 0 kg N/ha heeft. Dit bedrijf weet evenveel stikstof te oogsten als er aan de bodem wordt toegediend. Dat is heel efficiënt.
Hogere bodembenutting
Door de combinatie van meer output en minder input is het stikstofbodemoverschot in 2023 afgenomen, wat ook heeft bijgedragen aan een verbeterde stikstofbenutting. Figuur 4 toont dat de stikstofbenutting is gestegen van gemiddeld 65% in 2022 naar 71% in 2023. Vooral de bedrijven met hogere gewasopbrengsten (bedrijven 9, 12, 13, 14 en De Marke) en een lagere toediening van dierlijke mest (bedrijven 11 en 15) hebben sterk bijgedragen aan deze verbetering.
Hoewel bedrijf 1 een lagere gewasopbrengst had, en daardoor ook een lagere stikstofbenutting dan in 2022, bleef het benuttingsniveau met 71% toch op het gemiddelde van de Koeien & Kansen-bedrijven.
Opvallend is de uitzonderlijk hoge benutting (100%) van het biologische bedrijf 10. Dit bedrijf gebruikt weinig mest en maakt intensief gebruik van kruidenrijk grasland met een klein aandeel vlinderbloemigen. Daarnaast is het bedrijf erg actief met goed bodembeheer. Ondanks het lage bemestingsniveau weet bedrijf 10 met dit bedrijfssysteem toch een behoorlijke opbrengst te realiseren.
De Koeien & Kansen-bedrijven laten zien dat zowel met een hoge input in combinatie met hoge output, als ook met een lage input in combinatie met een lage output een hoge stikstofbenutting is te realiseren.
Bron: Verantwoorde Veehouderij