Vaak wordt gesteld dat de veehouderijsector een grote impact op het milieu heeft, en dat het beter zou zijn als we allemaal vegetarisch of zelfs veganistisch zouden worden. Maar is dit terecht? Niet per se. Een goede inzet van vee kan bijdragen aan een duurzame voedselvoorziening, zo stelt Hannah van Zanten in haar proefschrift van Wageningen University.
Het wereld voedselprobleem kent twee aspecten: we hebben genoeg voedsel nodig om de groeiende wereldpopulatie te kunnen voeden, én we staan voor de uitdaging om dit voedsel zo duurzaam mogelijk te produceren en de impact op het milieu te beperken. Hannah van Zanten, promovenda bij Hoogleraar Imke de Boer aan de Wageningen University presenteert vandaag een oplossingsrichting.
Reststromen worden hoogwaardige eiwitten
Als we onze varkens, koeien en kippen producten voeren die wij zelf niet kunnen of willen eten (bijv. voedselresten of gras van land dat ongeschikt is voor akkerbouw), dan worden deze reststromen omgezet in hoogwaardige eiwitrijke producten (vlees, eieren en zuivel). Hierdoor kan de veehouderijsector een hoeveelheid eiwit produceren, die kan voorzien in 1/3 van onze dagelijkse behoefte. Er vindt daarbij geen concurrentie plaats om land tussen veevoer en voedsel. Zo leveren dieren een aanzienlijke bijdrage aan het oplossen van het wereldvoedselprobleem en de milieuproblematiek, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht.
Bio-energie
Op dit moment worden reststromen (bijvoorbeeld groente-, fruit- en tuinafval) vaak ingezet voor de productie van bio-energie: elektriciteit, warmte of gas die gewonnen wordt uit organisch materiaal (biomassa). Gebruik van bio-energie is duurzamer dan het gebruik van fossiele brandstoffen. Is dat niet beter dan de reststromen in te zetten als veevoer? ‘Nee,’ zegt Van Zanten, ‘Als we onze energie veel meer gaan halen uit zonne-energie, windenergie en waterkracht, hebben we ook minder fossiele brandstoffen nodig. Daarmee is veel meer impact te behalen dan met de huidige inzet van reststromen voor bio-energie. En dan kunnen we die reststromen benutten om koeien, varkens en kippen mee te voeren.”
Minder vlees
Om een optimale efficiëntie van de voedselproductie per hectare grond mogelijk te maken, zou de gemiddelde consumptie van dierlijk product wereldwijd wel moeten afnemen met ongeveer een derde. We zouden dus met name in Westerse landen per persoon minder vlees moeten eten. In landen waar voedsel schaars is en de bevolking onvoldoende nutriënten binnen krijgt is een stijging van de consumptie van dierlijke producten echter essentieel. Ook moet de focus van dierlijke productie dan verschuiven van het behalen van de hoogste productiviteit per dier naar het voeden van zoveel mogelijk mensen per beschikbare hectare grond.
Hannah van Zanten promoveert vandaag op haar proefschrift ‘Feed sources for livestock: recycling towards a green planet’ aan Wageningen University, Animal Sciences.