Sinds juli 2015 zijn NB-vergunningen (natuurbeschermingswet) verleend via de PAS regelgeving (stikstofregels). Daardoor kwam er ruimte in de knellende milieuvergunningsregels. Eind 2017 hebben meer dan 4.000 bedrijven op deze wijze een NB-vergunning met ontwikkelingsruimte verkregen.
Bij veel bedrijven ligt de vergunning onder in de la en zijn de plannen van destijds al uitgevoerd. Het kleine zinnetje onderaan de vergunning zit vast niet meer in het geheugen. Maar pas op! In elke verleende vergunning staat dat de toegekende ontwikkelingsruimte binnen 2 jaar gerealiseerd moet worden. Zo niet, dan loopt men het risico dat het onbenutte deel ingetrokken wordt.
Begin 2018 zijn provincies begonnen met de zogenaamde 'aanpak tweejaarstermijn PAS'. In pilotvorm is dit voorjaar een eerste inventarisatie gemaakt of de toegekende ontwikkelingsruimte ook binnen 2 jaar is gerealiseerd. Vooral in de gebieden waar geen of nauwelijks ontwikkelruimte beschikbaar is, zijn provincies voornemens om de niet benutte ontwikkelingsruimte in te trekken. De provincie bepaald vervolgens wat er met de ontwikkelingsruimte gebeurd. Deze kan bijvoorbeeld ook ingezet worden voor de ontwikkeling van infrastructuur, industrie of natuur.
Melkveehouderij
Provincies richten zich vooral op veehouderijbedrijven. Bij de controles stelt de provincie vast in hoeverre het initiatief is gerealiseerd. Bij onvolledige realisatie zal de provincie een brief sturen om de verstrekte ontwikkelingsruimte geheel of gedeeltelijk in te trekken. 'Gerealiseerd' betekent dat de staluitbreiding gereed is, luchtwassers geplaatst zijn (en adequaat functioneren) en dat het aantal dieren dat in de vergunning vermeld staat, structureel aanwezig is. Daarvan mag 10% naar beneden afgeweken worden.
In de praktijk hebben met name melkveehouderijbedrijven te maken gehad met regelgeving die de uitbreidingsplannen doorkruist hebben. Provincies bieden de mogelijkheid om een half jaar uitstel te verlenen. De wijze van uitvoering verschilt per provincie.
Alhoewel er soms tegenstrijdige berichtgeving is, geven provincies nog steeds vergunningen af op plaatsen waar nog ontwikkelingsruimte beschikbaar is. Destijds heeft LTO Nederland ingestemd met de 2-jaarstermijn. Dit om te voorkomen dat bedrijven een voorschot zouden nemen op de verre toekomst en er geen ontwikkelingsruimte meer zou zijn voor collega’s die dan willen uitbreiden.
Het blijkt nu dat het intrekken van ontwikkelingsruimte er niet automatisch toe leidt dat een collega deze ruimte kan benutten.
"Kijk door de bril van de landbouwvisie naar de toekomst"
Trienke Elshof, landelijk LTO bestuurder met portefeuille Ondernemen is een gezonde omgeving, vindt dat ontwikkeling mogelijk moet blijven om te kunnen verduurzamen. Daarom een oproep aan de provinciebesturen: Kijk door de bril van de landbouwvisie naar de toekomst.
Bedrijven die vernieuwd hebben maar de stalruimte niet benut, voldoen vaak aan de hoogste eisen. Een pragmatische houding van de provincies zou passend zijn om toekomstperspectief te houden voor de bedrijven die duurzaam en kringloopgericht zijn ingericht. Streven naar duurzaamheid en circulariteit is beter voor boer en milieu dan een pas op de plaats.
Bron: LTO Nederland