Tijdens een patrouilledienst op een zonnige zaterdag voer Rijkswaterstaat met de RWS 27 ter hoogte van Boxmeer, toen een van de werknemers vanuit zijn ooghoek iets vreemds ontdekte.
Aan de wal bevond zich een weide met koeien, op zo'n 4 m hoog ten opzichte van het water. Tot de verbazingvan de werknemer zag hij dat een van de koeien onder aan het talud (schuine helling) stond, met haar poten half in het water. De koe was naar beneden gevallen en kon niet meer terug.
Om de overige scheepvaart te waarschuwen zette hij het oranje zwaailicht aan
Het dier keek in de richting van de boot met een hulpeloze blik in haar ogen, alsof ze wilde zeggen: 'Help, ik kan niet meer weg!' De werknemer stopte en voer richting de oever. Om de overige scheepvaart te waarschuwen, zette hij het oranje zwaailicht aan. De schepen konden zo rustig passeren. De koe zou door de golfslag in paniek kunnen raken en dat wilden we natuurlijk voorkomen.
Op zoek naar de eigenaar
'Wat nu?' Vroegen de werknemers van Rijkswaterstaat zich af. Ze moesten de eigenaar van de koe waarschuwen, vonden ze. Maar van wie zijn de koeien die hier lopen? Hoe komen ze daar achter? Ze besloten eerst maar eens het nautisch centrum in Maasbracht te bellen. Bij het nautisch centrum komen alle incidenten en calamiteiten binnen en wordt onder andere de Officier Van Dienst (OVD) aangestuurd. En zo begon de zoektocht naar de eigenaar van de koe.
Terwijl de collega op het nautisch centrum vast op onderzoek uit ging, belde een werknemer met het bunkerstation (tankstation voor schepen) aan de overkant in Heijen. Daar kregen zij de tip om de sluis in Sambeek te bellen. Zo gezegd zo gedaan. De collega op sluis Sambeek had wel een aantal telefoonnummers die we konden proberen. Het eerste nummer was van Staatsbosbeheer, maar helaas, daar kwamen ze niet verder mee.
De koe liep ondertussen op en neer, af en toe stond ze tot haar buik in het water.
De koe liep ondertussen op en neer, af en toe stond ze tot haar buik in het water. Als ze te ver richting het water liep probeerde ze het dier met hun vaartuig terug te dringen. Ze was een plek aan het zoeken om omhoog te klimmen, maar dat lukte niet.
Brandweermannen en waadpakken
Ondertussen had het nautisch centrum terug gebeld. De Officier van Dienst liet hun weten dat ze de brandweer moesten bellen. Dat deed een werknemer. Aan de meldkamer van de brandweer legde hij de situatie uit, en gaf de locatie door. De centralist beloofde om direct een eenheid ter plaatse te sturen.
Na ongeveer 5 minuten zagen ze de brandweer al aan komen rijden. 6 brandweermannen stapten uit de auto waarvan 2 een groen waadpak aantrokken. 2 man stapte bij Rijkswaterstaat aan boord en de andere 2 liepen richting de koe. De bevelvoerder, die aan boord was, vertelde dat een van de mannen in het waadpak ook de eigenaar van de koe was. Kwam dat even mooi uit!
Eenmaal ter plaatse klommen 2 brandweermannen vanaf de wei naar beneden. Ook de eigenaar van de koe klom naar beneden. De koe liep van schrik richting het diepe water. Met de RWS 27 voeren ze richting de koe om haar terug te dringen naar het droge. De brandweermannen dreven de koe ondertussen richting een opstapje. Na een minuut of 10 gaf de koe zich gewonnen en klom omhoog. Ze stond weer veilig in de weide tussen haar vriendinnen. De eigenaar bedankte Rijkswaterstaat hartelijk. De brandweer vertrok weer en ook Rijkswaterstaat vervolgden hun weg. Want koeien horen in de wei, maar wij horen thuis op het water!
Reageren
Reacties op mijn blog zijn welkom via de Rijkswaterstaat Facebookpagina of u kunt uw reactie sturen naar het Twitteraccount van Rijkswaterstaat.
Bron: Rijkswaterstaat