De Regeling fosfaatreductieplan 2017 gaat gelden van 1 maart 2017 tot en met 31 december 2017. Daarna wordt de fosfaatproductie begrensd door de Wet fosfaatrechten melkvee. Ben je houder van rundvee? Dan is deze regeling op jou van toepassing en moet je de hoeveelheid melkvee op je bedrijf reduceren.
Voor wie geldt veereductie?
Produceer je koemelk voor consumptie en verwerking? En wordt de melk afgeleverd aan een zuivelbedrijf? Dan krijg je een Grootvee-eenheid (GVE)-referentie op basis van het aantal dieren op 2 juli 2015. Ben je niet grondgebonden? Dan wordt je GVE-referentie verlaagd met 4%. Je moet het aantal GVE’s in 2017 reduceren tot op of onder het niveau van jouw GVE-referentie.
Stapsgewijs reduceren
Je moet het aantal vrouwelijke runderen vanaf 1 maart stapsgewijs terugbrengen naar de GVE-referentie. Naast deze GVE-referentie krijg je ook een doelstellingsaantal. Dat is het aantal vrouwelijke runderen, omgerekend naar GVE’s, dat je op 1 oktober 2016 in jouw identificatie en registratie (I&R)-systeem had staan, verminderd met een reductiepercentage. Dit percentage is afhankelijk van de periode.
Reductiedoelstelling
De reductiedoelstelling wordt in perioden van 2 maanden opgelegd. In de 2e maand van elke periode wordt bepaald of je gemiddeld aan je doelstellingsaantal hebt voldaan. De berekening wordt gemaakt op basis van het gemiddeld aantal gehouden GVE in de 2e maand van elke periode.
In de eerste maand van de periode kun je ‘vrij’ dieren houden, maar in de 2e maand moet je goed opletten of je gemiddeld aan je GVE-referentie voldoet. Voldoe je er niet aan, dan betaal je een heffing van € 240 per GVE per maand. Voldoe je wel aan de reductiedoelstelling, maar nog niet aan je GVE-referentie? Dan betaal je een lagere heffing. Deze heffing heet solidariteitsheffing en bedraagt € 56 per GVE per maand. Heb je je melkveestapel teruggebracht tot onder je GVE-referentie? Dan ontvang je een bonus.
De bonus bedraagt € 60 per GVE per maand in de periode maart tot en met augustus en € 150 per GVE per maand in de periode september tot en met december. Deze bonus geldt voor het aantal GVE tot een maximum van 10% van je GVE-referentie. Als er onvoldoende geld beschikbaar komt uit ingehouden heffingen dan wordt de bonus verlaagd en naar rato verdeeld.
Verrekening
De heffing wordt verrekend met het melkgeld in de eerstvolgende maand. Voldoe je in de 2e maand van een periode aan de doelstelling? Dan vervalt de eventueel berekende heffing van de 1e maand in dezelfde periode. Het verschil tussen de heffing van € 240 en € 56 per teveel gehouden GVE is erg groot. Belangrijk is dus om vooraf goed te berekenen of je het doelstellingsaantal gaat halen.
In- en uitscharen van vee
Als je vee in- of uitschaart kun je onderling afspraken maken of de GVE-referentie moet worden aangepast. Hiervoor stelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een digitaal formulier beschikbaar. Melden kan vanaf 1 maart 2017.
Schaarde je in 2015 en 2016 vee uit? Dan kun je de GVE-referentie en je doelstellingsaantal verhogen als:
- je de runderen uitschaarde tussen 1 januari 2015 en 2 juli 2015 en de runderen uiterlijk 31 december 2015 terugkwamen
- je een verzoek bij RVO indient
- de inschaarder instemt met dit verzoek
Schaarde je alleen in 2016 vee uit? Dan kun je enkel je doelstellingsaantal (1 oktober 2016) verhogen als:
- er in 2015 geen uitscharing was, maar op 1 oktober 2016 wel
- je een verzoek indient bij RVO
- de inschaarder instemt met dit verzoek
Afvoerbestemming
Nieuw is dat de afvoerbestemming voor dieren niet meer relevant is. In eerste instantie zou je het vee moet afvoeren voor dood, slacht of export. Uit de officiële regeling blijkt dat dat niet hoeft. Het gaat erom dat je de runderen afmeldt uit je eigen I&R-registratie.