In november heeft de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) het principeakkoord ondersteund om in 2017 de fosfaatproductie terug te brengen. NMV nam daarmee deze verantwoordelijkheid om zo derogatie te behouden voor de Nederlandse melkveehouders. Voor NMV stond en staat dit principeakkoord los van de invoering van het stelsel van fosfaatrechten. Nu drie zuivelondernemingen hebben laten weten het principeakkoord niet langer te ondersteunen lijkt het fosfaatakkoord op losse schroeven te komen staan. Welk doel dient de invoering van fosfaatrechten dan nog?
Afgelopen dinsdag hebben drie zuivelondernemingen bekend gemaakt dat zij het voorgenomen pakket aan maatregelen voor fosfaatreductie is te complex vinden . Zowel in de uitleg als in de uitvoering. Bovendien is onvoldoende duidelijk of het harde maatregelenpakket voor 2017 er daadwerkelijk toe leidt dat de derogatie in 2017 en voor de periode 2018-2022 wordt behouden. Ook het ontbreken van een solide juridische basis voor het uitvoeren van de opgelegde maatregelen is een belangrijk bezwaar.
Deze bezwaren tegen het maatregelenpakket fosfaatreductie kan NMV zeker onderschrijven. Met alle pogingen om diverse typen melkveebedrijven te ontzien is het pakket maatregelen een opgetuigde kerstboom geworden. Maar juist door het ene bedrijf te ontzien, moet het andere bedrijf meer worden gekort. Uit angst voor schadeclaims van bedrijven die al dan niet legaal zijn gegroeid, worden juist niet gegroeide bedrijven opgezadeld met extra reductie. Dat voelt niet rechtvaardig!
Voor NMV heeft het behoud van derogatie altijd los gestaan van de invoering van fosfaatrechten. Derogatie behouden in 2017 dat stond voor NMV voorop. Als het fosfaatakkoord wegvalt dient de invoering van fosfaatrechten geen enkel doel meer.