Netwerk GRONDig heeft naar aanleiding van de begroting voor het jaar 2020 van LNV 'Handen uit de mouwen voor kringlooplandbouw' haar zorgen geuit aan minister Schouten door een open brief te sturen met een alternatief: de MiLKOEiEN schaduwnota.
Geachte minister Schouten,
Naar aanleiding van uw brief aan de Kamer op woensdag 4 september ‘Duurzame veehouderij’ als ook de Begroting van uw ministerie dat onderdeel uitmaakt van de Miljoenen Nota op Prinsjesdag 2019 dienen grondgebonden melkveehouders bij u de ‘MilKOEiEN’ schaduwnota aan in de vorm van deze Open brief en een Essay.
In de inleiding van uw Kamerbrief zet u piketpaaltjes, wij citeren: De omslag naar kringlooplandbouw wordt ook gemaakt in de veehouderij. Veel opgaven, zoals het sluiten van de mest-veevoerkringloop, het herstel van biodiversiteit, het reduceren van emissies en eisen op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid, komen samen bij de veehouder. Die opgaven kunnen niet behaald worden door steeds meer dierlijke producten te produceren tegen steeds lagere prijzen…….’
Na het lezen van uw brief zijn wij van Netwerk GRONDig best teleurgesteld. De grondgebonden melkveehouderij laat immers zien aan vrijwel al uw genoemde opgaven te voldoen. Feitelijk vervullen zij een belangrijke positie als voorbeeldbedrijven in de transitie. Zij hebben de stappen richting verduurzaming al bewust gezet en laten zien wat er kan. Grondgebonden melkveehouders werken in de optimale kringloop.
Wij vinden dat deze gewenste bedrijfsvorm onvoldoende tot haar recht komt in uw brief.
Vorig jaar hebben wij met andere partijen een Meerjarig Praktijkprogramma opgesteld om onder meer doorontwikkeling van bestaande grondgebonden kringloopboeren te kunnen realiseren. Dit project zou tevens een kennisnetwerk vormen voor degenen in transitie naar kringlooplandbouw. Dit projectvoorstel is niet in behandeling genomen, omdat de contouren van de kringloop-plannen toen nog niet duidelijk waren. Wel is er opdracht gegeven aan Boerenverstand en Louis Bolk Instituut om naar aanleiding van ons projectvoorstel een rapport op te stellen over de definitie en impact/kansen van ontwikkeling naar kringlooplandbouw. Een logisch gevolg zou zijn om het Meerjarig programma uit te voeren.
In uw brief en in de huidige Begroting missen wij de intentie en het budget voor dit concrete project. De stimuleringsregelingen en middelen zijn hoofdzakelijk gericht op de intensieve bedrijven, op hen die de transitie nog moeten maken. Dit wordt concreet in uw ‘Handen uit de mouwen voor kringlooplandbouw’ beschreven als: Projecten die bijdragen aan de omslag naar kringlooplandbouw krijgen prioriteit.
Maar ook de bedrijven die de omslag naar kringlooplandbouw al hebben gemaakt, hebben behoefte aan kennis en oplossingsrichtingen. Zij kunnen gewenste kennis niet opdoen in het huidige kennisnetwerk, want die zijn hoofdzakelijk ingesteld op technologische oplossingen. Bestaande kringloopboeren moeten niet vergeten worden.
Wij vragen u ons projectvoorstel te beoordelen of ons te verwijzen naar beleidsmedewerkers binnen uw ministerie, zodat wij ons Meerjarenplan kunnen voorleggen.
Kalverhouderij
Daarbij hebben wij grote zorgen over het feit en de stijgende trend van het aantal importkalveren bedoeld voor de vleeskalverouderij. Als wij dit naast de opgaven leggen die u in de inleiding van uw Kamerbrief stelt, staat import van kalveren daar heel ver vanaf. Wij vinden deze vorm van veehouderij niet meer van deze (kringloop)tijd.
Wij schetsen u de context van ons standpunt en onze zorgen.
Als grondgebonden melkveehouders ontkomen wij er niet aan in een landbouwsysteem te moeten functioneren, die als het ware om onze specifieke bedrijfstak heen zit. Toch een soort van kooiconstructie met uiteenlopende aspecten, variërend van innovaties, vastgeroeste gewoontes, nadelige effecten, teveel generieke regelgeving tot kansen zijn inherent aan het werken als boer in deze kooi. Tussen de boerenbedrijven door zijn de agri-business en de overheid dominante factoren in een veld met een wirwar aan economische en ecologische belangen. Volle kooi.
Ondertussen zijn er doelen, visies en wetsaanpassingen of aankondigingen ervan, want:
- De landbouw moet duurzamer.
- De landbouw moet als kringloopsysteem werken.
- De landbouw moet investeren in dierenwelzijn en diergezondheid.
- De landbouw moet een boterham blijven verdienen.
Het pijnpunt is de kooiconstructie, die boeren gevangen houdt. Maar die kooi wordt onvoldoende benoemd door de wirwar aan belangen van niet-boeren. Laat staan dat er werkelijk een oplossingsrichting in zicht is. Het ontbreekt in uw brief aan daadkracht om systeemverandering aan te kondigen.
Wij willen u hierbij verzoeken de import van de honderdduizenden kalveren op jaarbasis tegen het licht te houden. Deze handel druist namelijk in tegen alle doelen en het streven naar een integraal kringloopsysteem. Wij zijn geschokt dat de stijgende trend van het aantal importkalfjes zich gewoon voortzet tot zelfs circa 875.000 dieren in 2019. Het plan van de Kalverensector verbaast ons: zij willen pas in 2030 20% minder import (ten opzichte van 2019).
Aan melkveehouders worden steeds hogere eisen gesteld op gebied van mest (fosfaat), diergezondheid, economisch rendement, maatschappelijke acceptatie, milieu en klimaat. De eisen vinden hun weg via wet –en regelgeving gecombineerd met ondernemersgeest. De grondgebonden melkveehouders worden daarbij onvoldoende beloond en ontzien.
Gevolgen van import kalveren
Minister Schouten, weet u wat deze enorme hoeveelheid importkalfjes voor gevolgen heeft?
- Ten eerste het risico van ziekte insleep is zeer groot bij de import van zoveel kalfjes, die overal vandaan komen. Ook uit landen waar bijvoorbeeld de ziekte BVD- type 2 latent aanwezig is.
- Dan de inmiddels structureel lage prijzen voor nuchtere kalveren, die door de Nederlandse melkveehouder worden aangeboden. Door het hoge aantal importkalveren stijgt het aanbod dieren en daalt de opbrengstprijs. De kostprijs van een nuchter Nederlands kalf is daarentegen gestegen: door de toegenomen eisen van bijvoorbeeld het kalf langer op het bedrijf houden na geboorte en het volgsysteem voor kalveren.
- Het onderdeel mest. Specifieker fosfaat. Hoe kan het toch mogelijk zijn dat in 2017 160.000 gezonde, goede melkkoeien vroegtijdig naar de slacht moesten om een ‘fosfaatmestprobleem’? In datzelfde jaar werden er circa 800.000 kalfjes ons land binnengehaald, die dezelfde hoeveelheid mest produceerden als die 160 duizend geslachte koeien! Dit was onethisch en onvoorstelbaar. Wij vinden sectorale plafonds niet werkbaar. Wij stellen voor dat dit in lijn moet zijn met de principes kringlooplandbouw. Zo kort mogelijke stromen van dier, mest, gewas en uiteindelijk voedsel: integrale landbouw in plaats van schotten tussen sectoren. Wij vinden het onvoorstelbaar dat grondgebonden melkveehouders met latente mestplaatsingsruimte kunstmest moeten gebruiken om gronden te bemesten of dure fosfaatrechten moeten kopen voor notabene hun eigen gronden. De mest van de importkalveren is fosfaatrechtenvrij en de kalverenhouderij is nagenoeg grondloos. Wij kunnen ons niet vinden in deze tegenstrijdigheid.
- De basisprincipes van kringlooplandbouw staan haaks op het importeren van kalveren van Ierland tot Polen en veel landen die daartussen zitten. Wij vinden dat deze jonge dieren in het land waar zij geboren zijn, dienen op te groeien.
- Import van zoveel kalfjes om uiteindelijk de steeds verder wonende buitenlandse consument te bedienen (China, Japan en Amerika) met vooral witvlees, heeft niets te maken met duurzame (regionale) kringlooplandbouw.
Minister Schouten, wij pleiten voor het geheel afbouwen van de import van kalveren. Wij vinden de doelstelling van de kalversector om 20% minder kalveren te importeren in 2030 weinig zinvol. Wij zien een importvrije vleeskalverenhouderij als stip op de horizon in 2025, waar dan alleen kalveren vanuit de Nederlandse (melk)veehouderij worden gehouden. Deze rosé-kalveren worden gehouden onder ruimere huisvestingsnormen, welzijn –en duurzaamheidseisen. Dat biedt kansen voor de productie van waardevol kalfsvlees als verdienmodel, waarbij alleen plaats is voor rosé-vleesproductie.
Kamerbrief Duurzame landbouw
Wij gaan hierbij in op de handreiking die u biedt in de Kamerbrief Duurzame landbouw om middelen in te zetten de veehouderij te verduurzamen. Uw voornemen een subsidieregeling te maken waarmee ondernemers de technische en economische haalbaarheid kunnen onderzoeken van klimaatvriendelijkere en duurzamere dierlijke producten die zij als nieuw marktconcept in de markt willen zetten en deze kunnen gaan ontwikkelen.
Wij willen hierbij aangeven in te schrijven op een dergelijke subsidieregeling om een keten van de ‘uitstoot’ kalveren tot rosévlees afkomstig van grondgebonden melkveehouders te verkennen samen met enkele vleeskalverhouders. Een keten van minimaal het Beter Leven Twee Sterren keurmerk zou een reëel uitgangspunt in de verkenning kunnen zijn.
Die kringloop sluit dan echt op een klimaat -en diervriendelijke wijze. Duurzame innovatie.
Tot slot van deze milKOEiEN schaduwnota bieden wij u als bijlage een Essay aan. Daarin hebben wij 10 actuele thema’s beschreven die als het ware een ‘to do list’ zijn voor uw ministerie om te voorkomen dat grondgebonden boeren verder op achterstand raken.
Wij zien uw reactie graag tegemoet,
Met vriendelijke groet,
Foppe Nijboer,
voorzitter Netwerk GRONDig