De vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland heeft de knelgevallencommissie middels een brief gewezen op de verschillende categorieën knelgevallen die ontstaan bij de introductie van fosfaatrechten in 2018. De vakgroep heeft zich hierbij gebaseerd op de voorbeelden van knelsituaties die leden de afgelopen jaren hebben aangedragen.
De vakgroep is van mening dat een knelgevallenregeling alleen nodig is voor bedrijven die disproportioneel hard geraakt worden in hun bedrijfsvoering door de introductie van fosfaatrechten. Als deze regeling zich beperkt tot werkelijke knelsituaties, kan een te hoge generieke korting bij de overige bedrijven worden voorkomen. Eerder heeft de vakgroep al aangegeven de ruimte voor knelgevallen beperkt te willen houden tot maximaal 1 miljoen kg fosfaat.
In de brief heeft LTO de knelsituaties onderverdeeld in de volgende categorieën:
- Bedrijven in een overmachtssituatie in referentiejaar en/of op 2 juli 2015
- Bedrijven die net voor of na 1 april 2015 gestart zijn als melkveebedrijf
- Bedrijven met onbenutte ruimte voor fosfaatproductie
- Bedrijven met aangegane verplichtingen/vergunningen
Commissie
De Commissie knelgevallenvoorziening fosfaatrechten heeft de taak om op basis van individuele casussen advies aan de overheid uit te brengen over het al dan niet verruimen van de knelgevallenvoorziening. De commissie geeft daarmee geen oordeel over individuele knelgevallen. De Kamer heeft de commissie gevraagd in haar adviestaak o.a. rekening te houden met de consequenties van verruiming van de knelgevallenvoorziening voor andere melkveehouders. Zie ook de brief van Van Dam.
Andere instrumenten
In de brief heeft de vakgroep de commissie ook verzocht om een oordeel te vormen over de instrumenten die ingezet moeten worden om deze melkveehouders tegemoet te komen. Naast het (gedeeltelijk en) al dan niet tijdelijk toekennen van rechten zou ook een financiële of fiscale ondersteuning mogelijk kunnen zijn.
De commissie zal haar advies begin juli gereed hebben.