Optimaal eiwitmanagement betekent goed voeren én goed telen. Bemesting speelt daarbij een belangrijke rol. In het project Home Made Eiwit is het daarom een van de aandachtspunten in de verbeterslag van de totale bedrijfsvoering op het melkveebedrijf. Met de afbouw en afschaffing van derogatie in het vooruitzicht, en daarmee minder plaatsingsruimte voor dierlijke mest, heeft de Home Made Eiwit-groep West gekeken naar het effect hiervan op de individuele bedrijven. Wat betekent de verlaging van de stikstofgebruiksruimte voor hun opbrengsten en bedrijfsvoering?
Meer dan alleen stikstof
Derogatie geeft Nederlandse melkveehouders met minimaal 80 procent grasland, de ruimte om 250 kilo stikstof per hectare per jaar, via dierlijke mest uit te rijden. Alle bedrijven in de Home Made Eiwit groep West (hoofdzakelijk veengrond) maken daar gebruik van. Met de afschaffing van derogatie gaan zij naar een plaatsingsruimte van 170 kg stikstof per ha.
Dit betekent bij een gemiddelde bedrijfsomvang zo’n 20 m³ mest per ha minder plaatsingsruimte. Met als direct gevolg dat er ruim 800 m³ mest meer afgevoerd moet worden dan nu het geval is voor deze bedrijven. Bovendien heeft de verlaging van de stikstofgebruiksruimte ook grote impact op andere mineralen. Want met de afvoer van mest, zullen ook fosfaat, kali en organische stof het bedrijf verlaten.
Fosfaatbalans met of zonder derogatie
Figuur 1 laat de fosfaatbalans per ha over 2021 zien, van de bedrijven in de Home Made Eiwit groep West. In blauw is huidige situatie weergegeven, dus bij plaatsingsruimte van 250 kg stikstof per ha uit dierlijk mest. Voor 2 bedrijven is er sprake van een overschot, en voor 5 bedrijven van een tekort, variërend van 5 tot ruim 30 kg fosfaat per ha. Dit is geen onbekend beeld; zeker in 2021 waren de droge stof opbrengsten op de meeste melkveebedrijven hoog, en daarmee ook de fosfaatopbrengsten.
In oranje is te zien wat het effect op de fosfaatbalans zou zijn bij afschaffing van derogatie, dus bij 80 kg stikstof per ha minder plaatsingsruimte. Hierbij is gerekend met de bedrijfsspecifieke verhouding tussen stikstof en fosfor in de mest. Dit betekent dat bedrijven met een hogere fosfaat/stikstof verhouding, een grote verschuiving zien in de fosfaatbalans bij afschaffing van de derogatie. De doorrekening laat zien dat het tekort met ongeveer 25 kg fosfaat per ha toeneemt. En dat alle bedrijven op een negatieve fosfaatbalans uitkomen.
Nieuw evenwicht na afschaffing derogatie
In de doorrekening is uitgegaan van dezelfde fosfaatopbrengst als in de huidige situatie. Echter, bij derogatie zullen in werkelijkheid ook de fosfaatopbrengsten lager uitvallen omdat er minder fosfaat gebracht wordt. Het is dan ook lastig in te schatten hoe de nieuwe balans er daadwerkelijk uit gaat zien. Afhankelijk van de bodemtoestand, bemesting en opbrengsten, zal er waarschijnlijk een nieuw evenwicht ontstaan. Maar de figuur laat wel duidelijk zien dat het risico op een negatieve fosfaatbalans erg groot is.
Welke impact heeft de afschaffing van derogatie?
De vraag is of een negatieve fosfaatbalans goede opbrengsten in de weg staat. Zeker met een hoge bodemvoorraad en goede beschikbaarheid, hoeft dit niet direct problemen op te leveren.
Goed telen bij minder plaatsingsruimte vraagt vooral om slimme managementmaatregelen, zoals het optimaal inzetten van drijfmest. Zeker in het voorjaar wanneer de fosfaatbeschikbaarheid uit de bodem beperkt is door een lagere bodemtemperatuur. Dat is hét moment om te bemesten, maar dat vraagt wel om voldoende mestopslag zodat de mest op het juiste moment beschikbaar is.
Meer kunstmest nodig
Ook het scheiden of bewerken van mest om zo de stikstof/fosfaat-verhouding van de mest aan te passen, is een optie. Daarmee is het mogelijk stikstof af te voeren, maar fosfaat op het eigen bedrijf te blijven gebruiken. Het effect van een negatieve fosfaatbalans op de kalitoestand van de bodem hoeft niet direct zichtbaar te zijn, maar op enig moment zal ook hier een kunstmest(bij)bemesting nodig zijn voor een goede gewasgroei.
Bron: Verantwoorde Veehouderij