Kees Jan van Wijk doet mee met de pilot om nu al te werken zonder derogatie. Hij heeft een stikstofstripper aangeschaft. Het stikstofstrippen moet helpen om de kosten van mestafzet te verminderen.
Met derogatie zou Van Wijk in 2024 zo’n 820 ton mest moeten afzetten op basis van resultaten van 2023. Zonder derogatie stijgt de mestafzet met 791 ton tot ruim 1.610 ton drijfmest. In die extra 791 ton zit 3.165 kg stikstof. Bovendien stijgen de afzetkosten met een kleine 20.000 euro. Dit bedrag wordt nog fors hoger door extra kosten voor kunstmest (N, P en K).
Via een meststripper wil Van Wijk minerale stikstof uit de mest halen om de mestafzetkosten fors te verminderen en ook fosfaat en kali op het eigen bedrijf te houden.
Hoe gaat dit in zijn werk?
Allereerst moet Kees Jan de mest scheiden. Want de stripper werkt alleen goed met dunne fractie. Hij vangt momenteel ca 13.750 kg stikstof met drijfmest op. Bij het scheiden met een vijzelpers komt ruim 80 procent van de stikstof in de dunne fractie. Hiervan is ruim 52 procent minerale stikstof, die een meststripper kan wegvangen. Als de stripper dan 85 procent van de minerale stikstof uit de dunne fractie haalt, wordt ruim 4.950 kg stikstof in zuur opgelost. Dat wordt een soort spuiwater dat kunstmest kan vervangen.
Deze 4.950 kg stikstof is meer dan de 3.165 kg stikstof die Van Wijk extra zou moeten afzetten zonder derogatie. Als deze vorm van RENURE wordt goedgekeurd, kan hij deze extra mestafzet voorkomen, samen met nog circa 450 ton mest die ook al afgezet moet worden in de situatie met derogatie.
Wat kun je besparen met stikstofstrippen?
Bij 25 euro per ton mest bespaart Van Wijk zo ruim 31.000 euro op mestafzet. En daarbij komt de besparing op aanvoer van kunstmest. Die nutriënten kunnen zo immers ook op het bedrijf blijven. Uiteraard is dit niet allemaal louter winst, want er zijn ook investeringen nodig in installaties en zuur om het strippen mogelijk te maken.
Bron: Verantwooorde Veehouderij
Beeld: ter illustratie