Melkveehouders met grond in grondwaterbeschermingsgebieden kunnen dit jaar al geen derogatie meer aanvragen. “Dat gaat dit jaar al knellen”, voorziet Ap van der Bas, adviseur Mest & Mineralen bij DLV Advies. Hij begeleidt in Drenthe 2 groepen melkveehouders die boeren in en rond de waterwingebieden in Emmen en Havelte.
De melkveehouders – zo’n 30 bij elkaar – participeren in het project Maandewark, oftewel ‘samenwerken’ in Drents dialect. “Sommigen hebben maar een klein perceeltje in een grondwaterbeschermingsgebied liggen, anderen alle grond”, schetst Ap. Vooral die laatste categorie boeren krijgt dit jaar heel wat voor de kiezen, gezien de veranderende regelgeving. In plaats van 250 kilo stikstof uit dierlijke mest mogen zij dit seizoen slechts 170 kilo aanwenden.
7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn
“Daarbij komen nog de aanvullende maatregelen die binnen het 7e Actieprogramma Nitraatrichtljn gaan gelden voor grondwaterbeschermingsgebieden”, stelt hij. “Het is nog niet precies duidelijk wat die maatregelen inhouden, maar wij verwachten dat het gaat richting het ontmoedigen van bepaalde teelten, krappere bemestingsnormen voor kunstmest en een ruimere rotatieplicht.”
Minder gewasbeschermingsmiddelen
Mais kan zomaar een van de teelten zijn die verboden wordt in grondwaterbeschermingsgebieden, volgens de adviseur. Los daarvan komen er steeds minder gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar. Middelenproducenten moeten bovendien een extra procedure doorlopen om hun middel ook toegelaten te krijgen voor het gebruik in een grondwaterbeschermingsgebied. “Dat doen die fabrikanten dus niet, omdat die markt te klein is”, weet Ap.
Schadecompensatie
Op een recente Maandewark-bijeenkomst gaf ook Kristian Weinans van Benthem Gratama advocaten acte de présence. Zij behandelden de mogelijkheden van schadecompensatie voor boeren in waterwingebieden, die nu met strengere regels te maken krijgen. “Hij vertelde een eerlijk en praktisch verhaal, maar het komt erop neer dat er qua schade door het wegvallen van de derogatie waarschijnlijk niks is te halen”, zegt Ap. “De provincie schaart zich achter de landelijke overheid en de landelijke overheid zegt dat het moet van Brussel.”
Nationaal Strategisch Plan
De advocaten zien nog wel een mogelijkheid daar waar de provincies bezig gaan met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). Dat mikt ook op het extensiveren van de landbouw en het vernatten van gronden in grondwaterwingebieden. Dáár zouden veehouders op provinciaal niveau wellicht wel een schadevergoeding voor kunnen krijgen. Los daarvan: het PPLG is nog lang niet vastgesteld. “Daar kunnen de groepen zelf als veehouders wellicht nog input voor leveren, als we het gesprek met de provincie aangaan”, aldus de adviseur.
KringloopWijzer doorvertaald
In de Maandewark-projectgroepen is ook de KringloopWijzer doorvertaald naar de nieuwe regelgeving, waarbij de veehouders dus geen aanvraag meer kunnen doen voor derogatie. “Je houdt dus minder mestplaatsingsruimte over. En als je maar 40 kuub drijfmest hebt om te verdelen over je eerste en tweede snede, dan ben je in mei klaar met mest uitrijden. Dat betekent dat je dan van mei tot maart mestopslag moet hebben.” De Maandewark-veehouders hebben wel de wettelijk verplichte 7 maanden mestopslag, maar de meesten hebben zeker geen ruimte voor 10 maanden mest.
Ureumgetal
Gelukkig zijn er ook manieren om je mestoverschot zo laag mogelijk te houden. Ap: “Je kunt je mestplaatsingsruimte bijvoorbeeld sturen via de BEX of via het ureumgetal. Voor een gemiddeld bedrijf met 100 koeien betekent elk punt verlaging van je ureumgetal dat je 50 kuub minder mest hoeft af te voeren.” Daar is zeker nog wel winst te halen, denkt hij. “10 jaar geleden zat je laag als je een ureumgetal had van 25; tegenwoordig zitten de scherpste boeren op 17.”
En een laatste tip: scherp selecteren op (overtollig) jongvee en ondermaats producerende koeien. “Er zijn nog diverse manieren om de mestproductie terug te dringen, zonder dat inlevering op melkproductie.”
Bron: DLV Advies