Voor melkveehouders wordt voor 2016 een geleidelijke stijging van de melkprijs voorzien, die gemiddeld 5% boven het langjarig gemiddelde en 10% boven die van 2015 kan uitkomen. Lagere voerkosten, een gunstige eurokoers en een verder stijgende internationale vraag spelen de melkveehouder in de kaart. De fosfaatwetgeving zorgt echter voor het uitblijven van verdere productiegroei. Dat meldt ING
Na het vervallen van de melkquotering op 1 april 2015 is de productie vooral in Nederland flink gestegen (circa 7%) en zijn de prijzen gedaald. In ons land steeg de productie sterker dan in de meeste andere EU-landen. De melkprijzen inclusief nabetalingen, heffingen en toeslagen komen in 2015 zo’n 7% onder het langjarig gemiddelde (€ 34,50) uit. De gemiddelde melkprijs van 2015 is 17% lager dan die in 2014, het rendement ruim 20%.
Voor 2016 is de verwachting dat dankzij de toenemende internationale vraag de melkprijs geleidelijk gaat stijgen en kan uitkomen op 5% boven het langjarig gemiddelde (de zogenoemde KWIN-norm) en ruim 10% boven het gemiddelde prijsniveau van 2015. Voor de rendementen betekent dit bij hetzelfde kostenniveau als in 2015 dat 2016 een gemiddeld jaar kan worden. Het gemiddeld maandsaldo is dan bijna 10% hoger dan in 2015.
Lange termijnperspectief goed
Als de nieuwe fosfaatwetgeving op 1-1-2016 volgens planning ingaat, dan lijkt verdere productiegroei uitgesloten. Er wordt dan teveel mest geproduceerd. Verder zijn de vooruitzichten goed. De vraag naar zuivel blijft stijgen door toename van de wereldbevolking en de welvaart. Het goede imago van Nederland met steeds meer weidegang en duurzame productievormen lijkt een garantie voor prima export-vooruitzichten. De laag blijvende euro komt daar in 2016 als gunstige factor bovenop.
Bron: ING