Afgelopen weideseizoen is het aantal melkveebedrijven met buiten grazende koeien gedaald naar 80,1 procent. Uit een rondvraag door zuivelondernemingen onder melkveehouders blijkt dat het natte voorjaar een belangrijke rol heeft gespeeld in de afname van weidegang. Daarnaast werd de uitbraak van blauwtong genoemd als reden om niet te weiden of koeien eerder in het seizoen op stal te houden.
Het natte voorjaar en de uitbraak van blauwtong hebben ervoor gezorgd dat het aandeel melkveebedrijven dat enige vorm van beweiding toepast. In 2024 is dit gedaald onder het door de sector vastgestelde streefpercentage van 81,2 procent. Het aandeel bedrijven met volledige weidegang nam af van 77,0 procent naar 73,9 procent. Het aandeel bedrijven met deelweidegang steeg in 2024 van 5,8 procent naar 6,2 procent.
Melkveehouders kunnen op hun bedrijf twee vormen er van toepassen:
- Volledige weidegang waarbij de koeien ten minste 120 dagen 6 uur lang per dag in de wei lopen.
- Deelweidegang waarbij minimaal een kwart van de veestapel buiten in de wei komt.
Structurele aandacht voor weidegang door Convenantpartners
In 2012 sloegen meer dan 80 organisaties, waaronder overheden, supermarktketens, banken, veevoerleveranciers en diverse maatschappelijke organisaties, de handen ineen om het Convenant Weidegang te ondertekenen. Dit Convenant, een initiatief van het ZuivelNL-programma Duurzame Zuivelketen, heeft als doel weidegang structureel te bevorderen.
Tijdens de jaarlijkse Convenantsdag Weidegang, die in mei 2024 plaatsvond, kwam de lichte daling van 2023 ter sprake. En er zijn ideeën uitgewisseld om verdere afname in de melkveehouderij te voorkomen.
Niveau vastgesteld aan de hand van geborgde gegevens
Het niveau is uitgedrukt in het percentage melkveebedrijven dat een vorm van weidegang toepast. ZuivelNL stelt dit percentage jaarlijks vast aan de hand van geborgde gegevens van zuivelondernemingen. Melkveebedrijven die in het betreffende jaar voor 1 december zijn gestopt, zijn niet meegenomen in het bepalen van het weidegangcijfer van de onderneming.
Bron: Verantwoorde Veehouderij