Vers grasmonsters laten hogere en constantere voederwaarde zien bij Nieuw Nederlands Weiden. Overdag wordt gemiddeld 50 gram suiker gevormd, ruw eiwit en suiker laten een tegengesteld verband zien en meer ruw as komt niet altijd door verontreiniging van grond. De uitkomsten van deze vers gras analyses geven extra aanknopingspunten om te sturen op een lagere emissie voor zowel methaan als ammoniak.
In 2020 zijn op 12 melkveebedrijven met weidegang wekelijks vers grasanalyses genomen. In totaal zijn 457 monsters geanalyseerd van gras uit weide– en maaipercelen. De bedrijven liggen verspreid door heel Nederland op hoofzakelijk zand- en kleigrond met één bedrijf op veen. Zij passen verschillende beweidingssystemen toe van beperkt roterend standweiden (Nieuw Nederlands Weiden) tot dag en nacht stripgrazen of omweiden.
Alle voederwaarden, mineralen en interacties zijn in beeld gebracht voor een eerste analyse stap. Later zullen deze ook worden gecombineerd met de voeding en het graslandgebruik als geheel.
20 VEM meer met Nieuw Nederlands Weiden
Bij de data-analyse van de VEM-waardes in alle monsters kwam duidelijk naar voren dat de gemiddelde voederwaarde van het verse gras tot 1 juni beduidend hoger ligt dan de monsters die later in het seizoen zijn genomen. Ook het beweidingssysteem heeft invloed om de energiedichtheid van het gras. In vergelijking met omweiden en stripgrazen geeft roterend standweiden (Nieuw Nederlands Weiden) een vlakker verloop van de VEM-waarde door het weideseizoen heen en gemiddeld ligt deze 20 VEM hoger dan de andere systemen. Het constante grasaanbod, in een korter gewas, dagelijks roterend op een ander perceel gras, lijkt een logische verklaring voor deze trend.
Meer ruw eiwit is minder suiker
Gemiddeld blijkt ook vers gras dat minder ruw eiwit bevat doorgaans meer suikers te bevatten. Dat bevestigt een veel gehoorde uitspraak “waar eiwit zit, komt geen suiker”. Wel opvallend was de grote spreiding in ruw eiwit- en suikergehalte op hetzelfde moment van het jaar. Groeistadium, botanische samenstelling, vocht en bemesting hebben een grote invloed op deze parameters.
Ook zonuren hebben een duidelijk effect, dit is terug te zien in de vers grasanalyses. Gemiddeld over het jaar heen is het suikergehalte om 18.00 uur ’s avonds zo’n 50 gram per kg droge stof hoger dan om 6.00 uur ’s ochtends.
Dezelfde trend voor verteerbaarheidsparameters
Sommige parameters in de dataset lieten eenzelfde trend zien gedurende het weideseizoen. Zo is het verloop in VEM, verteringscoëfficiënt organische stof (VCOS%) en celwandverteerbaarheid (NDF-verteerbaar) vergelijkbaar en vertoont het gehalte aan NDF een tegenovergestelde curve. Aan de start van het weideseizoen is de voederwaarde erg hoog maar tussen juni en juli lopen de voederwaardes hard terug om vervolgens in augustus en september nog behoorlijk op te lopen.
Hoger Ruw as is niet alleen vervuiling met grond
Ruw as staat voor het aandeel anorganische stof in een voedermiddel. Vaak wordt dan alleen aan gronddeeltjes gedacht die aan of op het voedermiddel zitten, meestal door verontreiniging door oogsttechnieken of molshopen. Echter: anorganische stof zijn ook alle mineralen en sporenelementen die het voer bevat.
Bij de dataverwerking van 196 analyses die ook op mineralen onderzocht waren, kwam naar voren dat het ruw as gehalte gemiddeld stijgt door het groeiseizoen heen. Toen het gewicht aan mineralen en sporenelementen in het gras opgeteld werden, bleek daar een belangrijk deel van de verklaring te zitten voor een stijgend ruw as gedurende het weideseizoen. Het seizoen effect in vers gras staat dus los van verontreiniging met gronddeeltjes.
Scherper sturen
De 12 melkveebedrijven waar wekelijks een vers grasmonster genomen werd, waren betrokken bij meerdere projecten rondom weidegang. Zo draaide de 6 demobedrijven van Nieuw Nederlands Weiden mee, als ook 6 weiders uit het project grasgroeivoorspelling met Grassignaal. Opvallend was hoe waardevol de wekelijkse update van voederwaardes bleek te zijn om scherper te kunnen voeren en vers gras beter te benutten.
Op veel bedrijven was dezelfde trend zichtbaar: door inzicht in de vers gras analyses werd gestuurd op minder eiwitaanvulling in het basisrantsoen, met als gevolg een lager ureum. Met de analyses in beeld was het makkelijker minder bij te voeren met ruwvoer/krachtvoer en was er ruimte voor een hogere vers grasopname. Met de huidige prijzen voor soja en kunstmest maar ook met het oog op de klimaatdoelstelling waar de sector voor staat, zijn de vers gras analyses een heel goed managementinstrument om nog korter op de bal te spelen.
Dit project is onderdeel van: Praktijkproject Graslandmanagement voor reductie CH4 en NH3, Integraal aanpakken, in opdracht van het ministerie van LNV.
Bron: Verantwoorde Veehouderij