Ook in 2020 is de productiegroei van de agrarische sector volgens ING met +0,5% aan de lage kant. De groei wordt vooral in de intensieve veehouderij geremd door productieplafonds en het stikstofbeleid. Er zijn nog veel onduidelijkheden, zodat ook 2020 voor vele veehouders een spannend jaar gaat worden. Voor akkerbouwers, tuinders en groentetelers lijkt het ondernemersklimaat iets rustiger.
Vooral de vraag vanuit het buitenland blijft toenemen. Onduidelijkheid over hoe het handelsakkoord met het Verenigd Konkrijk na de brexit uitpakt en potentiële handelsconflicten elders op de wereld zorgen echter ook voor deze segmenten voor de nodige risico’s. Dit blijkt uit het vooruitzicht voor de agrarische sector van ING Economisch Bureau.
2019 hechtisch jaar
2019 was een hectisch jaar voor agrarisch Nederland in de aanloop naar de Spoedwet aanpak stikstof, die op 1 januari 2020 in werking is getreden. Zolang de instrumenten hiervan niet nader zijn uitgewerkt, zal ook dit jaar onrustig zijn. Het stikstofbeleid heeft in 2020 waarschijnlijk nog nauwelijks een negatief effect op de productieniveaus van de veehouderij. “Honderden varkenshouders hebben zich weliswaar ingeschreven voor de warme sanering van hun sector, maar welk deel hiervan echt op korte termijn stopt is onduidelijk, mede vanwege de momenteel hoge varkensprijzen. Voor melkveehouders is het saneringsbeleid bovendien nog in ontwikkeling”, stelt Henk van den Brink, sectoreconoom agrarische sector bij ING Economisch Bureau.
0,5% productiegroei in 2020
Na de forse productiekrimp in 2018 groeide de agrarische sector weer in 2019. De lange termijn groei van 1,2% zal de komende jaren vanwege opgelegde fosfaat- en andere plafonds waarschijnlijk buiten schot blijven, maar voor 2020 is het perspectief ondanks risico’s (stikstofbeleid, internationale handelsconflicten, brexit) gematigd positief. We verwachten voor 2020 een productiegroei van 0,5%. Gunstig is dat de consumptievraag zich in Nederland en de ons omringende landen redelijk tot goed blijft ontwikkelen, wat bijvoorbeeld voor de sierteelt goed uitpakt. De varkenshouderij profiteert ook in 2020 van extra vraag uit het door varkenspest getroffen China.
Onzekerheid blijft voor melk- en pluimveehouders
Het blijven vooral onzekere tijden voor de intensieve veehouderij. Hoewel voor melkveehouders hogere melkprijzen in het verschiet liggen en ook voor pluimveehouders het marktperspectief gunstig is, zorgen de geplande stikstofmaatregelen, de blijvende dreiging van handelsconflicten en de onduidelijkheid over het handelsakkoord met het V.K. na de brexit op 31 januari voor risico’s. Specifiek voor vleespluimveehouders geldt ook dat door import van goedkoop vlees uit onder meer Oost-Europa de noodzaak toeneemt nog meer te focussen op milieu- en diervriendelijke concepten, ook voor de export.
Onzekere tijden voor melkveehouders
Vanwege tegenvallende melk- en boterprijzen en hoge voer- en andere kosten waren de rendementen van melkveehouders in 2019 aan de lage kant (15% onder het langjarig gemiddelde). In de loop van het jaar zijn dankzij lagere graanprijzen de kosten gaan dalen, maar voor krachtvoer lijkt deze tendens te stokken. In 2020 is de kans reëel dat door de geplande stikstofmaatregelen op het gebied van voer de kosten weer gaan stijgen. Daartegenover staat dat spotprijzen wijzen op stijgende melkprijzen. Gunstige factoren voor de zuivelprijzen zijn de geslonken voorraden melkpoeder, de toenemende vraag vanuit China naar vervangende eiwitten vanwege de varkenspest en de almaar stijgende internationale vraag naar kaas. Voor onzekerheid zorgen de blijvende dreiging van handelsconflicten en brexit-onzekerheid en de toenemende vraag naar plantaardige producten.
Melk- en mestproductie onder controle
De fosfaatwetgeving heeft geleid tot een lager aantal melkkoeien en – ondanks een gemiddeld hogere productie per koe – een afname van de productie met circa 2%. De fosfaatuitstoot is daarmee onder het plafond gebleven. De verwachting is dat in 2020 melk- en fosfaatproductie zich stabiliseren. Door de kleinere melkveestapel en een redelijk soepele afzet naar de akkerbouw lijkt het mestprobleem onder controle. Ook de Europese meststoffenverordening die handel tussen lidstaten mogelijk maakt, verlicht de druk op de mestmarkt. Samen met meer weidegang leidt dit tot terugdringing van kunstmest, in lijn met het gevoerde stikstofbeleid en de door het Ministerie van LNV nagestreefde kringlooplandbouw. Om te voldoen aan de voorwaarden voor derogatie (afwijking van de EU-normen voor mestgebruik) wil minister Schouten sectorale stikstof- en fosfaatplafonds opnemen in de Mestwet, samen met maatregelen om in te grijpen als deze plafonds worden overschreden.
Lees hier het complete vooruitzicht voor de agrarische sector.
Bron: ING