Friesland floreert als producent van melk voor de wereld, maar door vermindering van het aantal melkveebedrijven, druk op financiële duurzaamheid van deze gezinsbedrijven en trek van jeugd naar de steden komt de leefbaarheid in de regio onder druk te staan. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerde regioscan die de Rabobank uitvoerde voor deze provincie.
Politieke en branchematige keuzes voor de zuivelsector als duur van weidegang, vereiste oppervlakte per koe, biodiversiteitseisen en mineraal- en CO2-regulering gaan cruciale invloed hebben op de aanblik van de provincie en de leefbaarheid.
“Vooropgesteld: het is nog niet zover, de maatschappij draait zelf aan de knoppen van die regelgeving,” stelt Rabo Research analist Lambert van Horen. “De grondslag voor de discussies daarover is duidelijk. We willen lagere ecologische impact. Daar ligt een rol voor de branche en de Rabobank, maar er is zeker perspectief. Friesland beschikt over de minst intensieve veehouderij in Nederland en de provinciale voorzieningsgraad voor zuivel ligt momenteel op 750 procent. Daardoor is het relatief gezien eenvoudiger om te voldoen aan overheidsvisies, bijvoorbeeld voor biodiversiteit, bodemkwaliteit en nutriëntenkringloop.”
Agrarische bedrijfsvoering onder druk
Deze ontwikkelingen zetten echter wel de agrarische bedrijfsvoering onder druk; door maatregelen in bijvoorbeeld de nutriëntenkringloop en CO2-huishouding kan het productieniveau dalen. Het is noodzakelijk om de politiek-maatschappelijke discussies rond deze regulering in de agrarische sector in een bredere context te plaatsen. Bijvoorbeeld de demografische ontwikkeling. Uit prognoses van de provincie blijkt dat het aantal inwoners in Friesland richting 2040 gaat dalen. Daarbij geldt voor de regio’s binnen de provincie een negatief oplopend groeipercentage tot -8,8 % in 2035, met uitzondering van de stad Leeuwarden (+8,8 %). Waar de steden groeien, krimpt het platteland. En bovendien: rond die Friese weilanden is het aantal landbouwbedrijven met 40% gedaald in de periode 2000-2018 tot 4.283 landbouwbedrijven en lijkt er nog geen einde te komen aan deze daling.
Minder werkgelegenheid
In die omstandigheden is de impact van overheidsmaatregelen verstrekkend: in de keten van boer tot bord staat de boer immers voor meer dan alleen zijn eigen productie. Hij staat voor drie banen in toelevering en verwerking en handel verderop in de keten. Minder productie, is minder werkgelegenheid. Niet alleen in Friesland, ook in en buiten Nederland kunnen we dat merken. Minder koeien in de wei, minder bedrijven rondom de Friese kernen, bevolkingskrimp en stedentrek: opgeteld hebben deze factoren negatieve impact op de leefbaarheid van het Friese platteland.
Food Forward
De uitkomst van deze regioscan vormt het vertrekpunt voor de Food Forward-bijeenkomst in Friesland op woensdag 17 april in Jirnsum. Food & agri-ondernemers, overheden, onderzoekers, consumenten en Rabobankmedewerkers komen dan bijeen om gezamenlijk stappen te zetten waarmee toekomstige uitdagingen kunnen worden getackeld. Het is de intentie om vanuit die serie bijeenkomsten een interdisciplinaire groep te vormen die hun oplossing in een paar maanden verder uitwerkt, met ondersteuning vanuit Rabobank.
Deze regionale ontwikkelingen en het bredere perspectief van het wereldvoedselvraagstuk voeden het urgentiebesef dat er een tweede groene revolutie nodig is in de landbouw. Na de Tweede Wereldoorlog was de Rabobank al onderdeel van het succes van de eerste. Boeren waren destijds zelfs de motor van de economische ontwikkeling in Nederland, maakten van ons land de tweede landbouwexporteur van de wereld. Een tweede revolutie gericht op voedselproductie met een lagere ecologische impact, is nu nodig. Rabobank heeft daarin wederom een belangrijke rol. We rijden niet zelf op de tractor, maar de bank is als leidende financier in de internationale food & agrisector wel dé partner van de boer.
Meer voeding, zelfde grond
In 2050 moeten we 10 miljard mensen voeden. Een verhoging van de wereldwijde voedselproductie met 60 procent is nodig om de voedselbehoefte van de groeiende wereldbevolking bij te houden, zonder dat er extra landbouwgrond beschikbaar komt. Daarnaast is de kwaliteit van een derde van de landbouwgrond achteruit gegaan en is de landbouw onderhevig aan klimaatverandering.
Nieuwe technologieën en gebruik van data maken het mogelijk om meer te halen uit dezelfde hoeveelheid grond. Zeker in Nederland, want volgens National Geographic is Nederland ‘The Tiny Country That Feeds The World’. Iedere regio in Nederland blinkt op zijn eigen manier uit in voedsel productie; van Dairy Valley, tot Seed Valley tot Food Valley. Rabobank is een belangrijke aanjager van deze ontwikkelingen en zet Food Forward in om een volgende stap te zetten.
Bron: Rabobank