Om meer inzicht te krijgen in het grondwater in het veenweidegebied, draagt de provincie ruim 330.000 euro bij aan het project Boeren meten Water. Boeren, provincie en het waterschap hopen hiermee meer inzicht te krijgen in het verloop van grondwaterstanden in het Veenweidegebied.
De vraag daarbij is hoe dat grondwater beïnvloed wordt door natuurlijke omstandigheden zoals het weer en de bodem. Maar ook hoe de mens daarop kan sturen, bijvoorbeeld met peilbeheer of onderwaterdrainage. Inzicht hierin is nodig om het veen nat te houden. Hoe natter het veen, hoe minder inklinking van het veen, bodemdaling en uitstoot van CO2.
Meetpinnen
Het project Boeren meten Water moet een mix van maatregelen opleveren. Maatregelen die ten gunste komen aan behoud van het veen en de landbouw. Dat zou bijvoorbeeld een flexibel, grondwater gestuurd peilbeheer kunnen zijn. Ook maatregelen die de bodem verbeteren, zoals het toevoegen van organisch materiaal, worden onderzocht. Afgelopen jaar zijn al circa 30 meetpinnen geplaatst. Komend jaar komen er ruim 100 bij, verspreid over de kansrijke gebieden. Het betreft de Aldeboarner Deelen, Hegewarren, Groote Veenpolder, Idsegea, Brekkenpolder en Grouster Leechlân. Dat zijn de veenweidegebieden waar met voorrang aan oplossingen wordt gewerkt. Gebieden waar beantwoording van vragen over de ontwikkeling van het veen de hoogste urgentie heeft.
LTO Noord, adviesbureau Acacia Water en Wetterskip Fryslân voeren het project uit. Zij gaan in samenspraak met de agrariërs meetplannen opstellen en uitvoeren. De meetpinnen die ze gebruiken zijn een moderne variant op de gangbare peilstokken. Naast grondwaterstanden kunnen die ook bodemvocht meten. Het bodemvochtgehalte is ook belangrijk voor de afbraak van veen. De meetgegevens zijn direct op een mobiele telefoon af te lezen. Dat stelt agrariërs en het waterschap in staat om direct met maatregelen op de meetgegevens te reageren. Het project loopt twee jaar.
Bron: Provincie Friesland