Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij. Mais in het rantsoen beperkt de emissies aan ammoniak en methaan in de veehouderij, maar de huidige maisteelt kent ook enkele duurzaamheidsproblemen. Onderzoekers zijn daarom gestart met onderzoek naar meer duurzame teeltsystemen voor snijmais.
Mais
Mais is energierijk voer met relatief veel zetmeel, waardoor het op veel bedrijven de stikstofbenutting verbetert, wat gunstig is voor de ammoniakemissie. Mais in het rantsoen heeft ook een positief effect op de methaanemissie. Verder is de opbrengst per ha hoog en gaat mais efficiënter met water om dan gras.
Duurzaamheid
De huidige maïsteelt wordt echter ook met verschillende duurzaamheidsproblemen geassocieerd, zoals uit- en afspoeling van nutriënten, een slechte bodemstructuur, lager wordende gehaltes aan organische stof, achteruitgaande bodembiodiversiteit. Om deze problemen de baas te worden, is een stap nodig naar andere, innovatieve teeltsystemen die in veel minder mate de genoemde problemen geven en waardoor de maïssector een substantiële stap op weg naar meer duurzaamheid kan zetten. Door het combineren van verschillende teeltmaatregelen op gebied van bemestingsstrategieën, grondbewerkingsmethoden, gebruik van ondergewassen en onkruidbestrijdingsmethoden, kunnen verschillende meer duurzame teeltsystemen wordt ontwikkeld.
Veldexperiment
In de PPS ‘Ruwvoer en Bodem deel 1’ en het project ‘Grondig boeren met mais’ zijn onder andere kennis en ervaringen opgedaan met verschillende grondbewerkingsmethoden en strategieën met vanggewassen. Onverminderde aandacht voor het op een duurzame wijze telen van mais blijft echter nodig. In dit onderdeel van de PPS zetten onderzoekers een volgende stap in de ontwikkeling van duurzame teeltsystemen met een meerjarig veldexperiment. Hierbij worden kennis en ervaringen uit de hiervoor genoemde projecten benut en eventuele kennisleemtes onderzocht.
Mais veldproef
Dit voorjaar (2020) is er op proefbedrijf Vredepeel een meerjarig veldexperiment op zandgrond gestart, waarin zeven teeltsystemen worden vergeleken. De systemen zijn thematisch ingestoken en gericht op continuteelt. Binnen een ander werkpakket van de PPS wordt onder andere mais-gras vruchtwisseling onderzocht. In deze veldproef wordt sorghum meegenomen als mogelijk alternatief voor snijmais.
Deze zeven teeltsystemen worden vergeleken:
- Traditioneel – Maisteelt volgens de huidige praktijk, zonder inzet van glyfosaat
- Chemievrij – Geen zaaizaadontsmetting en geen chemische onkruidbestrijding
- Geen kunstmest (kringloop van nutriënten) – Alleen dierlijke mest van eigen bedrijf, eventueel aangevuld met verwerkte mest uit de regio
- Bodemkwaliteit (gereduceerde grondbewerking + extra organische stof aanvoer) – Striptill + drijfmest in de rij, daarnaast aanvoer van compost
- Bemesten op onttrekking (balansmais) – Nutriënten bemesten op onttrekking
- Vruchtwisseling van mais en sorghum (1 jaar mais: 1 jaar sorghum)
- Sorghum continuteelt
Naast effecten op opbrengst en kwaliteit van het gewas wordt er ook gekeken naar diverse bodemkwaliteitsparameters en nitraatuitspoeling. Na enkele groeiseizoenen moet dit veldexperiment de onderzoekers inzicht geven in meer duurzame teeltsystemen voor snijmais.