Vorig jaar heeft het ministerie van LNV de regel ingevoerd dat de voorgenomen maïsteelt op percelen op zand- en lössgronden vooraf gemeld dienen te zijn. LTO Nederland attendeert haar leden erop om tot en met 15 februari álle percelen te melden met voorgenomen maïsteelt. Neem beter het zekere voor het onzekere; liever aan de voorkant een aantal percelen teveel melden (er is namelijk een mogelijkheid om deze ook weer af te melden); dan achteraf in een situatie te komen waarop de teelt van maïs op een specifiek perceel niet meer mogelijk is.
Deze maatregel is in de plaats gekomen voor de eerder voorgenomen maatregel voor verplichte rijenbemesting van dierlijke mest in de maïsteelt op de zand- en lössgronden, als onderdeel van de uitwerking van het 6e actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN). LTO Nederland heeft eerder aangegeven dat deze verantwoording in de vorm van ‘kalenderteelt’ met vaste data niet wenselijk is. De regeling moet wel praktisch werkbaar zijn. Het vóór 15 februari melden van maispercelen hoort hier in onze ogen niet bij. De achtergrond van deze regel komt volgens het ministerie van LNV vanuit het oogpunt handhaving; zo kan de NVWA controleren of ondernemers zich aan de kortere uitrijdperiode voor maïspercelen op bouwland (op de zand- en lössgronden) houden.
Regels maïspercelen
Wanneer het perceel niet tijdig is gemeld, mag er ook géén maïs geteeld worden in 2022. Vorig jaar heeft LTO Nederland met succes gepleit voor een coulanceregeling voor de voorgenomen maisteelt op pachtpercelen. De gunning van deze percelen is in de praktijk vaak ná 15 februari. En daardoor kunnen gebruikers maïspercelen niet tijdig melden. Wanneer ondernemers nu bij controle laten zien dat ze het pachtcontract na 15 februari hebben ondertekend; mogen ze op het niet-aangemelde perceel wel mais telen als ze het niet voor 15 maart bemesten.
Vervallen meldplicht per 2023
Onlangs is het definitieve 7e APN voor de komende vier jaar gepresenteerd. Per 2023 verschuift de eerste datum waarop drijfmest, vloeibaar zuiveringsslib en dunne fractie dierlijke mest mag worden uitgereden op bouwland van 15 februari naar 15 maart (met uitzondering van enkele ‘vroege’ teelten; LTO Nederland is hierover momenteel in gesprek met LNV). Het verplicht aanmelden van de voorgenomen teelt van maïs op zand- en lössgrond kan hiermee logischerwijs komen te vervallen. Dit betekent dat dit jaar (2022) nog het enige jaar is dat maïstelers met deze onpraktische meldplicht te maken hebben.
Korting stikstofgebruiksnorm na scheuren grasland
Vorig jaar hebben boeren uitstel gekregen bij het inzaaien van vanggewas na de teelt van mais op de zand- en lössgronden (van 1 oktober naar 31 oktober); om zo het gewas goed af te laten rijpen. Destijds is meteen aangegeven dat er hierom een extra stap nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren in de vorm van een verhoogde korting op de stikstofgebruiksnorm voor maïs; die wordt toegepast na het scheuren van grasland op zand- en lössgronden. Deze korting (van de stikstofgebruiksnorm voor maïs na het scheuren van grasland op zand- en lössgronden); is dit jaar (2022) eenmalig generiek verhoogd van de huidige 65 kg stikstof per hectare naar 85 kg stikstof per hectare.
Bron: LTO Nederland