Foto: Marcel van der Eijk met één van de Shottledochters op zijn bedrijf van der Eijk Holsteins in Twisk
Dagelijks krijgen de 110 koeien van Marcel van der Eijk met een blokkendoseerwagen een eenvoudig rantsoen van gras en mais, voorgeschoteld. ‘Keep it simple’, is het credo van nuchtere Noord-Hollander. Eén voorwaarde, de basis moet goed zijn. ‘Doe het bij het inkuilen goed’, is zijn advies.
Na maanden van intensieve voorbereiding brak zaterdag 13 april het uur van de waarheid aan voor Bolleholster Adele. Met ferme pas betrad de machtige vaars tijdens de Europese keuring in Libramont de ring. In een sterke rubriek pakte de elegante vaars uit de stal van 'van der Eijk Holsteins', de winst. Een prachtige prestatie en een kroon op het werk. Inmiddels staat Adele weer op stal in Twisk tussen haar stalgenoten, waar veel Shottlebloed in terug te vinden is. Hier valt de capaciteit in de koeien direct op. Dit zijn koeien die ruwvoer kunnen verwerken. Om te voorkomen dat ze ook letterlijk uit de ligboxenstal uit 1982 groeien, zijn al de nodige aanpassingen doorgevoerd. Marcel wijst naar de ligboxen en naar een paar simpele buizen die zorgen voor voldoende ruimte voor de koeien om te kunnen vreten.
Het moet vonken in de koe
Net als bij zijn keuringskoeien staat bij van der Eijk ook in de ruwvoerwinning kwaliteit voorop. ‘Inkuilen houden we zelf in de hand. We willen het gras er zo mooi mogelijk afhalen. Dit betekent maaien, direct daar na schudden, wiersen en in de kuil. Het gras mag niet te lang op het land liggen’, vertelt Marcel over het inkuilproces wat binnen 24-uur wordt afgerond. ‘Het moet vonken binnen in de koe. Met een droge kuil is dat lastig, het is makkelijker als deze wat vochtiger is’, stelt de ondernemer die streeft naar een kuil van maximaal 45% droge stof. ‘Niet te vroeg maaien. Maaien bij 3.000 kg droge stof is ten strengste verboden.
Ik wil aren zien in het gras. 4.500 kg droge stof is de ondergrens’. Ondanks het late maaitijdstip bevat de 1e en 2e snede gemiddeld iets meer dan 940 VEM. De Noord-Hollander streeft naar structuurbehoud. ‘Een koe moet kunnen kauwen. We hebben het gras weleens gekneusd, maar daar zijn we mee gestopt. Laat het gras het gras. Elke beweging in je gras zorgt voor verliezen. Met kneuzen maak je de waslaag op het gras stuk waardoor je vermoesing van je product krijgt’, is volgens hem de methode die het beste past binnen zijn bedrijfsvoering.
Foto: Marcel van der Eijk en rundveespecialist Edwin Boogaard beoordelen het rantsoen
Geen risico nemen
Waar de ondernemer nooit aan getwijfeld heeft, is het belang van een inkuiltoevoegmiddel. Afgelopen jaar werden de kuilen behandeld met Tasty Silage Grass. ‘De keren dat we kunnen inkuilen volgens het boekje, zijn op één hand te tellen. De risico’s dat een kuil mislukt zijn te groot. Dat risico kun je niet meer lopen. Onze afnemer stelt hoge eisen aan kwaliteit en de sancties zijn hoog. Ik hoor weleens van collega’s dat ze een inkuilmiddel te duur vinden. Maar wat is te duur, als de melk niet meer wordt opgehaald? Als fabriek verplichten ze van alles, maar een premie voor goed ruwvoer met inkuiltoevoegmiddel is er dan weer niet’, is zijn kritische kanttekening.
Gouden grond
Slecht geconserveerde en broeiende graskuilen blijken de grootste bron van boterzuurbacteriën te zijn en met name sporen van deze bacterie zorgen voor hoge kortingen. In het slechtste geval wordt de melk niet meer opgehaald wat natuurlijk snel in de papieren loopt. Een inkuiltoevoegmiddel zoals Tasty Silage Grass zorgt ervoor dat melkzuurbacteriën zich snel ontwikkelen waardoor boterzuurbacteriën minder kans krijgen zich te vermeerderen. ‘We hebben hier gouden grond, daar hoeven we niet veel aan te rommelen’, vertelt hij over de kleigrond die 23 tot 26% afslibbaar is. Ondanks de droge zomer van afgelopen jaar is er een mooie energierijke maiskuil met 1027 VEM, 363 zetmeel en een hoge verteringscoëfficiënt geoogst. Ook in de maisoogst wordt Tasty Silage Maize gebruikt. Net als in de graskuilen zorgt dit inkuiltoevoegmiddel voor een snelle conservering door melkzuurvorming. De kuiluitslagen laten een goede vorming van zuren en een lage pH zien.
Foto: In de ligboxenstal uit 1982 zijn de verschillende aanpassingen gedaan om het comfort voor de koeien te verbeteren.
Droge koeien vertroetelen
Het voermanagement op het Noord Hollandse bedrijf is ongecompliceerd. Het rantsoen bestaat uit onbeperkt gras en zo’n 12 kg mais wat aangevuld wordt met FarmPEQ® Complete mineralen. ‘Ik voer op gevoel. Je moet koeien sturen om de productie intact te houden met zo min mogelijk schommelingen in het rantsoen’, vertelt Marcel over het rantsoen wat voor alle koeien hetzelfde is. Toch zou hij de koppel liever in meerdere productiegroepen verdelen. De stalcapaciteit laat dit echter niet toe. De stal verlengen en voorzien van diepstrooiselboxen staat op het verlanglijstje van de ondernemer. ‘En een groter strohok voor de droge koeien, want die moet je vertroetelen’. Het rantsoen voor de droge koeien wordt aangevuld met FarmPEQ Dryplex. ‘De verse koeien starten super op en de nageboorte komt er mooi af’, merkt Marcel op.
Los problemen op als ze nog simpel zijn
Het voermanagement van de nuchtere Noord-Hollander is het best te omschrijven als “no nonsense”. De kern van het verhaal is: zorg voor een goede ruwvoerbasis. Een inkuiltoevoegmiddel is een onmisbaar onderdeel van een goed inkuilmanagement. Om met de woorden van Marcel te spreken, hou het simpel. Ofwel, los problemen op als ze nog simpel zijn!
Bedrijfsgegevens:
Marcel van der Eijk, Twisk
110 melkkoeien
75 stuks jongvee
52 ha gras, 12 ha mais