Op maandag 24 juni precies 4 jaar na het winnen van de Klimaatzaak bij de rechtbank, vond in Diligentia Den Haag de presentatie en overhandiging plaats van het pakket van 40 maatregelen aan het kabinet. In de afgelopen maanden zijn er al vele maatregelen met ondersteuning van meer dan vijfhonderd organisaties in allerlei maatschappelijke coalities bekend gemaakt. Dit pakket maatregelen dient als handreiking om te voldoen aan de uitspraak van de Rechtbank en het Hof Den Haag in de Klimaatzaak: 25% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 1990. Ook de melkveehouder wordt besproken door Urgenda, lees hier in het artikel meer over.
Minder koeien betekent niet direct minder winst
De tweede maatregel in deze lijst van Urgenda is de krimp en verandering van de veestapel en levert een reductie op per jaar van 3 megaton CO2-eq. Dat is na het sluiten van de kolencentrales één van de grootste maatregelen die nog genomen kan worden voor het klimaat. Daarnaast verbetert het de biodiversiteit. Het is echter niet de bedoeling om de boeren weer het kind van de rekening te laten worden, want die hebben de laatste jaren maatregel na maatregel over zich heen gekregen en zijn soms meer boekhouder en jurist dan boer.
Minder koeien maar niet ten kosten van boer
Toch is er een goede reden om opnieuw te kijken naar het aantal koeien, want als we dat zelf niet doen, dan zullen we waarschijnlijk door Brussel gedwongen worden tot vergaande maatregelen. Nederland stoot namelijk te veel stikstof uit en produceert nog steeds relatief veel mest, beide zorgen ervoor dat we niet aan de EU-normen voldoen, waar Nederland voor heeft getekend. Stikstof, waar de melkveehouderij de grootste bron van is, heeft negatieve effecten op natuurgebieden, insecten, bodemleven en gezondheid. Om in 2030 de EU-normen en de negatieve effecten sterk te beperken zullen we zeker 30% moeten verminderen: minder (kunst)mest, minder krachtvoer en dus minder koeien óf veel minder melk per koe.
Geen paniekmaatregelen voor melkveehouder zoals in 2016
Om een herhaling van 2016 te voorkomen, toen 160.000 koeien met paniekmaatregelen ineens naar de slacht moesten, omdat we niet voldeden aan de EU-normen voor fosfaat, kunnen we nu beter zelf het heft in handen nemen en in 1,5 jaar voor veranderingen zorgen, zonder dat de boer minder inkomsten krijgt. Een deel van de oplossing kan liggen in koeien minder melk laten geven. Koeien die nu extreem veel melk geven, kun je 15 à 20% afbouwen door krachtvoer vermindering en kunstmestreductie. De overige 10% reductie zal dan moeten zitten in een krimp van de veestapel en het kiezen voor andere koeienrassen.
Betere balans tussen aantal koeien en hoeveelheid land
We weten inmiddels dat iets minder koeien en een betere balans tussen het aantal koeien en de hoeveelheid land, niet alleen leidt tot lagere opbrengsten, maar ook tot minder kosten. Per saldo hoeft de boer er niet op achteruit te gaan. Dit biedt perspectief voor meer melkveehouders. Als we binnen twee jaar zo’n grote verandering willen doorvoeren, dan zullen we boeren wel moeten helpen, met kennis en budget om het inkomensverlies te compenseren. Er zijn voldoende goede voorbeelden, die goed volgen verdienen. Nu is er veel geld gereserveerd voor de aanpak van de stikstofproblematiek, alleen al 2,2 miljard euro voor verbetering natuurkwaliteit. Laten we dat inzetten voor de omschakeling naar een volhoudbare landbouw.
Wachten we totdat de EU ingrijpt, of kiezen we voor een aanpak waarin alle maatschappelijke opgaven in samenhang worden opgepakt? Door nu als samenleving de rekening op te pakken, dragen we bij aan een veehouderij die maatschappelijk gewenst is en ook toekomstperspectief heeft. Het resulteert bovendien in een aanzienlijke vermindering van broeikasgassen en andere maatschappelijke kosten. Het vraagt wel lef.
Deze maatregel is opgesteld in samenwerking met Prof. Jan Willem Erisman – directeur-bestuurder Louis Bolk Instituut en hoogleraar aan de VU Amsterdam.