De Koeien & Kansen-bedrijven realiseerden in 2023 een ruw eiwitgehalte van gemiddeld 154 gram ruw eiwit per kg droge stof in het rantsoen. Dit gehalte verschilde nauwelijks van de jaren ervoor. Omdat de doelstelling voor 2023 is aangescherpt naar maximaal 153 gram RE/kg ds, werd het doel in 2023 gemiddeld net niet gehaald.
Ruw eiwit in rantsoen moet omlaag
De overheid heeft met verschillende sectorpartijen afgesproken om het gemiddelde RE-gehalte in het rantsoen van de Nederlandse melkveestapel in 2025 terug te dringen naar maximaal 160 gram RE/kg ds. In 2019 was het gemiddelde RE-gehalte in het rantsoen van de Nederlandse melkveestapel nog ongeveer 167 gram RE/kg ds. Het landelijk doel voor verlaging van het RE-gehalte is afgesproken om de stikstofuitstoot van de melkveestapel te verlagen.
De deelnemers aan het project Koeien & Kansen hebben met elkaar afgesproken om te streven naar een nog scherper doel. In 2022 en daarvoor was dit maximaal 155 gram RE/ kg ds en in 2023 is de doelstelling verder aangescherpt naar 153 gram RE per kg ds.
Resultaten
In figuur 1 zijn de RE-gehaltes van de Koeien & Kansen-bedrijven voor 2021, 2022 en 2023 weergegeven. Deze figuur laat zien dat het gemiddelde RE-gehalte van de Koeien & Kansen-bedrijven in 2023 uitkomt op ongeveer 154 gram RE/kg ds. Dit gehalte wijkt nauwelijks af van het gemiddelde van voorgaande jaren.
Figuur 1 laat zien dat 7 bedrijven het doel wel halen en dat 9 ondernemers er in 2023 niet ingeslaagd zijn het aangescherpte doel van 153 gram RE/kg ds te realiseren. Bij 6 van deze 9 bedrijven wijkt het RE-gehalte in het rantsoen 2 gram RE/kg ds of minder af van het aangescherpte doel van 153 gram RE/kg ds. Deze bedrijven haalden het doel van 2022 dus nog wel. Op 3 bedrijven is de afwijking groter en wijkt het gerealiseerde RE-gehalte in het rantsoen meer dan 5 gram RE/kg ds af van de doelstelling. Dit geldt voor de bedrijven 2, 13 en 15.
Bedrijf 2 voert relatief veel graskuil, 41 procent ten opzichte van 36 procent gemiddeld, met iets hoger RE-gehalte dan gemiddeld op de Koeien & Kansen-bedrijven. Daarnaast bestaat 13 procent van het rantsoen op dit bedrijf uit natte bijproducten. Op een gemiddeld Koeien & Kansen-bedrijf ligt dit op 3 procent. Deze op bedrijf 2 zelfgeteelde natte bijproducten bevatten relatief veel ruw eiwit, namelijk 179 gram RE/kg ds.
Bedrijf 13 voerde in 2023 vers gras, graskuil en krachtvoer met hogere RE-gehalten dan gemiddeld voor Koeien & Kansen. Het RE van vers gras was 212 gram RE/kg ds (gemiddeld 197), van graskuil 174 gram RE/kg ds (gemiddeld 164) en van krachtvoer 234 gram RE/kg ds (gemiddeld 207). Op bedrijf 15 bestond 45 procent van het rantsoen in 2023 uit graskuil, terwijl het gemiddeld 36 procent). Daarnaast was het RE-gehalte van deze graskuil met 176 gram RE/kg ds 12 gram RE/kg ds hoger dan het gemiddelde van graskuil op Koeien & Kansen-bedrijven in 2023.
Rantsoensamenstelling en gehalten
Het gemiddelde rantsoen op de Koeien & Kansen-bedrijven in 2023 bestond voor 36,5 procent uit graskuil en 13,4 procent vers gras. In 2022 was dit nog respectievelijk 35,2 procent en 14,9 procent. Er is in 2023 dus meer graskuil gevoerd en minder vers gras. De RE-gehalten van graskuil en vers gras waren in 2023 gemiddeld respectievelijk 164 en 197 gram RE/kg ds en waren daarmee respespectievelijk 7 en 5 gram RE/kg ds hoger dan in 2022.
In 2023 werd gemiddeld meer maïs gevoerd (21,3 procent van rantsoen ten opzichte van 19,8 procent in 2022). Met een aandeel van 2,1 procent werd ongeveer 1 procent minder overig ruwvoer gevoerd dan het jaar ervoor. Ook het aandeel natte bijproducten daalde in 2023 met bijna 1 procent naar 3,3 procent. Het aandeel krachtvoer en melkproducten kwam uit op 23 procent, dit was een kleine half procent meer dan in 2022.
Al met al veranderde de rantsoensamenstelling in 2023 niet erg veel ten opzichte van het jaar ervoor. Ook de RE-gehalten van maïs (67 gram RE/kg ds), natte bijproducten (153 gram RE/kg ds) en krachtvoer (207 gram RE/kg ds) veranderden weinig. Het RE-gehalte van overig ruwvoer op de Koeien en Kansen-bedrijven daalde wel met 4 gram RE/kg ds naar 89 gram RE/kg ds. Maar dit product is in 2023 maar beperkt gevoerd.
Landelijk doel ruw eiwit ruimschoots gehaald
Met gemiddeld 154 gram RE/kg ds halen de Koeien & Kansen-bedrijven het landelijke doel (160 gram RE/kg ds) in 2023 ruimschoots. Slechts 1 bedrijf zit hier net iets boven. In 2023 lag het niveau van de Nederlandse melkveesector op 165 gram RE/kg ds (Prognose CBS). Door scherp te voeren en te bemesten lukt het de Koeien & Kansen-bedrijven een rantsoen te voeren dat fors lager RE-gehalte heeft dan het landelijk gemiddelde.
Ieder bedrijf doet dit op zijn eigen manier: het ene bedrijf bemest zuinig zodat het RE-gehalte van graskuil niet te hoog wordt, het andere bedrijf voert bijproducten aan met een laag RE-gehalte en weer een ander bedrijf koopt RE-arm krachtvoer aan. Bedrijf 10 behaalt bijvoorbeeld een RE-gehalte in het rantsoen van 153 gram RE/kg ds met meer dan de helft weidegras in het rantsoen. Dit lage RE-gehalte kan worden gehaald door weinig krachtvoer bij te voeren met een laag RE-gehalte van 119 gram RE/kg ds. Ook bij andere Koeien & Kansen bedrijven wordt geprobeerd om op zoveel mogelijk aspecten te letten zodat het RE-gehalte en daarmee de excretie van stikstof met mest zo laag mogelijk blijft.
Extra stap zetten om doel ruw eiwit te halen
Uit deze analyse bijkt dat een aantal bedrijven nog een stap moet zetten om de aangescherpte doelstelling van 153 gram RE/ds te halen. De meeste bedrijven zitten echter op dit doel of heel dicht bij dit doel in de buurt. De Koeien & Kansen veehouders zijn er in geslaagd om in 2023 een rantsoen te voeren met een RE-gehalte dat dichtbij de 153 gram RE/ds lag, ondanks dat de RE-gehalten van het gevoerde gras en graskuil in 2023 zijn gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. 3 bedrijven moeten nog een grotere stap zetten om het doel te bereiken. Bij deze 3 bedrijven zijn verbeteringen mogelijk door onder andere verlaging van RE-gehalten van vers gras en/of graskuil en krachtvoer.
In deze video legt Koeien & Kansen-deelnemer Maurice van Erp uit hoe hij zorgt voor een laag RE-gehalte in het rantsoen.
Bron: Verantwoorde Veehouderij