De Europese Commissie heeft opmerkingen gemaakt over de graasdierpremie. De premie is bedoeld voor schapen en/of vrouwelijk vleesvee die grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond. Heide, duinen, kwelders en stadsparken zijn voorbeelden van niet-subsidiabele landbouwgronden. In Mijn percelen kunt u op de basiskaart Agrarisch Areaal Nederland zien welke percelen niet subsidiabel zijn.
Afgelopen jaar was niet altijd duidelijk of de dieren ook echt op de niet-subsidiabele grond graasden. Om die reden wordt de regeling aangepast voor 2019. Hieronder leest u wat de wijzigingen zijn.
Alleen nog grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond
De dieren waarvoor u subsidie aanvraagt, moeten op 15 mei 2019 op uw bedrijf zijn. De dieren moeten van 15 mei tot en met 15 oktober ononderbroken extensief grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond van uw bedrijf. U mag dieren wel eerder van uw bedrijf afvoeren. De premie wordt dan evenredig per dag berekend.
De correctie bij subsidiabel grasland vervalt omdat de dieren alleen nog mogen grazen op niet-subsidiabele landbouwgrond.
Verklaring Gecombineerde opgave
Vraagt u graasdierpremie aan? Dan verklaart u in de Gecombineerde opgave dat u deze dieren vanaf 15 mei tot en met 15 oktober, alleen extensief houdt op niet-subsidiabele landbouwgrond.
Schriftelijk bewijs bij een controle
Krijgt u een controle op uw bedrijf? Dan moet u kunnen laten zien welke percelen u gebruikt voor begrazing. Dit kan alleen met schriftelijk bewijs zoals de Gecombineerde opgave, een gebruiksovereenkomst, een begrazingsschema, een logboek en/of kaartmateriaal.
Ondergrens vervalt
De ondergrens van de graasdierpremie van € 1.000 vervalt. Het bedrag van de graasdierpremie is onderdeel van de directe betalingen. Voor de directe betalingen is een ondergrens van € 500.
Bron: RVO