Kruidenrijk gras staat volop in de belangrijkstelling. Niet alleen voor biodiversiteit, maar ook voor de functionaliteit in de bedrijfsvoering. Er is echter nog beperkt onderzoek gedaan naar het voeren van kruiden en kruidenrijk gras aan melkvee. Het Louis Bolk Instituut is daarom in samenwerking met KTC Zegveld een voerproef gestart waarin graskuil met een hoog aandeel smalle weegbree wordt gevoerd aan melkkoeien.
De eerste resultaten laten zien dat graskuil met weegbree na gewenning goed opgenomen wordt. Wageningen Livestock Research voert aanvullende methaanemissie metingen uit.
Voeropname
Binnen de proef voeren de onderzoekers drie verschillende rantsoenen. Eén volledig graskuilrantsoen, en twee rantsoenen met één derde tot twee derde smalle weegbree naast graskuil. Op verschillende momenten meten de onderzoekers de voeropnames, melkproducties, voerbenutting en methaanemissies.
“We hebben tijdens de eerste weken van de proef gezien dat de koeien moeten wennen aan de graskuil met weegbree, maar na verloop van tijd willen ze het prima opnemen”, vertelt Jeroen Pijlman, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut. “De melkproducties van de proefgroepen liggen nu dicht bij elkaar, maar het is nog te vroeg om hier conclusies uit te trekken”.
De komende weken wordt gestart met melkcontroles en worden er uitgebreidere metingen gedaan aan voer en mest. De resultaten van de proef worden in het voorjaar van 2021 verwacht.
Droogte tolerantie
Smalle weegbree is droogtetoleranter dan gras en kan minstens zo productief zijn als Engels raaigras. In de meeste mengsels voor productief kruidenrijk grasland is dan ook smalle weegbree opgenomen. In Nieuw-Zeeland wordt smalle weegbree al 20 jaar ingezet als ruwvoer. Resultaten daar laten zien dat het kruid de stikstofbenutting van melkkoeien via verschillende mechanismen gunstig kan beïnvloeden.
Bron: Verantwoorde Veehouderij