Woelen van verdicht grasland kan op de langere termijn andere effecten geven op zavel dan op zware klei. Na anderhalf jaar is in onderzoek op zavel de bodemstructuur bij woelen nog steeds beter, met een positief effect op de opbrengst. Bij zware klei is de bodemstructuur eerder verslechterd, met een negatief effect op de opbrengst. Woelen van zware klei lijkt af te raden vanwege de kans op structuurschade en het grote zelfherstellend vermogen.
Woelen om verdichting op te heffen
Woelen van de bouwvoor op blijvend grasland kan bodemverdichting opheffen en een aantal bodemfuncties verbeteren. Meer lucht in de bodem en een snellere waterafvoer stimuleert de wortelgroei en daarmee de nutriëntenopname en grasgroei. Na woelen (begin oktober 2015 tot 25 cm diepte) op een perceel zavel en zware klei beginnen zich nu verschillen in effecten af te tekenen. Onderzoekers van Wageningen Livestock Research en het Louis Bolk Instituut meten gedurende twee jaar o.a. de indringingsweerstand, bodemstructuur, drogestofopbrengst en N-opname.
Lagere indringingsweerstand door woelen
Op zavel blijkt woelen een betere bodemstructuur te geven. De grond was tot een diepte van 33 cm duidelijk beter doordringbaar (figuur 1). Op zware klei was het verschil in doordringbaarheid een stuk kleiner en vooral aanwezig in laag 15 tot 35 cm. Bij deze grondsoort heeft de bodemstructuur zichzelf grotendeels hersteld, door krimp en zwel van de kleifractie in het afgelopen jaar, in combinatie met een (zichtbaar) actief bodemleven. Omdat zavel geen krimp en zweleigenschappen heeft, kan dit type grond zich veel moeilijker van nature herstellen. Ook was het bodemleven minder actief op dit perceel vergeleken met de zware klei.
Figuur 1: Indringingsweerstand op 28 maart 2017, 1,5 jaar na het woelen van grasland op een perceel verdichte zavel en zware klei
Woelen geeft snellere ontwatering
De waterspiegel, gemeten in boorgaten, daalde bij de gewoelde veldjes sneller dan bij de ongewoelde veldjes (figuur 2). Door de snellere waterafvoer kunnen de gewoelde veldjes eerder opdrogen, waardoor de grasgroei eerder kan starten. En het perceel is ook eerder berijdbaar in het voorjaar Gemiddeld hadden de gewoelde veldjes 9 dagen voorsprong op de ongewoelde veldjes wat betreft waterspiegel.
Figuur 2: Snelheid van afname van de waterspiegel in boorgaten in gewoelde en ongewoelde veldjes op zavel in het voorjaar van 2017
Trends in opbrengst na woelen
Zowel op de zavel als op zware klei was de opbrengst van de eerste snede na woelen hoger, mogelijk vooral als gevolg van een wat hogere mineralisatie van bodemstikstof. In de sneden daarna ontstonden verschillen tussen de beide grondsoorten.
Op zavel lijkt er een positieve trend in de opbrengst na woelen te zijn, hoewel de verschillen per snede niet altijd significant zijn (figuur 3). Tot en met de eerste snede van 2017 is de opgetelde opbrengst van de gewoelde veldjes 6% hoger (1,3 ton DS ha-1) vergeleken met niet woelen. Het moet nog blijken of deze trend zich voortzet tijdens het lopende groeiseizoen.
Figuur 3: Opbrengstontwikkeling (kg DS ha-1) na het wel of niet woelen van grasland op een perceel sterk verdichte zavel
Op zware klei geeft woelen een negatieve trend in opbrengst vanaf de vierde snede in 2016 (figuur 4). Er ontstonden ook droogtescheuren in de gewoelde veldjes. Deze waren ook in het voorjaar van 2017 nog aanwezig en de opbrengst van de eerste snede was daardoor waarschijnlijk lager. De opgetelde opbrengst van de gewoelde veldjes op zware klei is tot en met de eerste snede van 2017 3% lager (0,5 ton DS ha-1) vergeleken met niet woelen.
Figuur 4: Opbrengstontwikkeling (ton DS ha-1) na het wel of niet woelen van grasland op een perceel verdichte zware klei