Friese boeren ontvingen de laatste jaren te veel voor ganzenvraatschade. Dat beweert een onderzoeksrapport van Altenburg & Wymenga en Sovon Vogelonderzoek in opdracht van Gedeputeerde Staten (GS). NMV heeft grote twijfels over de bevindingen van dit onderzoeksrapport, die GS op 17 december jl. presenteerde aan de Provinciale Staten (PS).
Schade getaxeerd
Op het moment dat boeren willen beginnen met beweiden of maaien wordt de schade getaxeerd ‘soms op dezelfde dag nog”. Dus de gemeten schade is dan ook de werkelijke schade, eerder of later taxeren wordt niet uitgekeerd. Het gaat om het verschil in graslengte van zo’n perceel ten opzichte van het referentiepunt, dit is gras wat wél de normale lengte heeft op het perceel van de eigenaar of omliggend perceel. Dus wel of geen groeispurt, zachte winter of vroeg voorjaar, het maakt hierin niets uit. Zachte winter of vroeg voorjaar, het maakt hierin niets uit. Het onderzoeksrapport heeft hier echter wél verschil in gemaakt.
De manier waarop met de betrokken grondgebruikers wordt omgegaan binnen deze pilot is betreurenswaardig. Vooral omdat men vooraf niet met de betrokken boeren wilden evalueren. NMV vindt het schandalig dat de uitkomsten via de politiek maar vooral ook aan de media zijn gepresenteerd, waardoor nu een totaal verkeerd beeld wordt geschetst. Alsof boeren de boel oplichten en beëdigde taxateurs niet capabel zouden zijn.
Politiek werpt barrières op
Feit is dat de provinciale politiek de afgelopen jaren niets anders gedaan heeft dan barrières opwerpen om te bezuinigen op het uitkeren van gewasschades.
Zo wordt er:
- vanaf 2014 niets meer betaald voor gewasschade in oktober
- vanaf 2014 moet men € 300,- leges betalen om de gewasschade in behandeling te laten nemen. (met uitzondering in foerageergebieden in de wintermaanden)
- vanaf 2017 niets meer betaald voor ganzenopvang, wat voorheen € 50,- per beschadigde hectare was. (de zogenaamde vaste vergoeding)
- vanaf 2017 het eigenrisico verhoogd van 5% naar 20% (met uitzondering in foerageergebieden in de wintermaanden, dan wordt geen eigenrisico gerekend)
- vanaf 2017 wanneer het doelstelling-percentage van 5% tot 10% reductie niet gehaald wordt een bonus-malus regeling in werking gesteld waarbij het eigenrisico-percentage kan oplopen tot wel 50% (mits er geen overmachtssituatie is zoals bijvoorbeeld vogelgriep)
- vanaf 2017 de foerageergebieden 10% ingekrompen
- vanaf 2017 het eigenrisico van 20% ook van toepassing voor gewasschade door overzomerende ganzen.
De Provincie beweerd dat de Ganzenaanpak goed werkt. De afgelopen twee jaar zou er respectievelijk 24% en 7% minder schade geweest zijn. Geen wonder gezien bovenstaande opsomming!
Provinciale doelstelling Ganzenaanpak
De Provinciale doelstelling Ganzenaanpak 2014 was, 5% tot 10% reductie in aantal ganzen per jaar terugbrengen tot de ganzenstand van 2005. In 2005 was de op te vangen populatie in balans. Deze doelstelling is nooit gehaald. Dus ging de provincie in 2017 over tot het naar beneden stellen van het schadebedrag. Dit over de rug van de boeren. De populatie is nauwelijks gedaald maar het uitbetaalde schadebedrag wel! Genoemd rapport zegt hier niets over.
Ook wordt niet meegenomen dat:
- De Provincie niet wil betalen voor percelen die verslempt zijn door ganzen. Zelfs niet binnen een foerageergebied.
- Ganzenvraat vooral door brandganzen die later weggaan.
- De “werkelijke schade” die niet uitbetaald wordt, wanneer er geen representatief referentiepunt te vinden is.
- De Provincie niet handhaaft door tot vangacties over te gaan in of om natuurgebieden tijdens de rui van ganzen. Waardoor populaties toenemen.
- De Provincie niet wil betalen voor destructiekosten, wanneer jagers de ganzen niet bij poeliersbedrijven of particulieren kwijt kunnen. Er moet gewerkt worden aan afzet. Boeren worden geacht adequaat te handelen, voor het ontvangen van een schadevergoeding. Voldoet men niet aan de doelstelling, gaat de BONUS-MALUS regeling in werking.
- De drempel voor het claimen van schade door de leges van €300,- en het hoge eigenrisico, veroorzaken dat veel mensen afhaken en zo de werkelijke gewasschade niet geclaimd wordt. En niet vergeten de administratieve rompslomp.
- De stikstofdepositie van ganzenkeutels, vast niet passend is bij framing van de boer in dit rapport. Als ook niet gelukt is een negatief verband te leggen tussen het broedsucces van de weidevogels en jacht c.q. schadebestrijding.
NMV verzet zich tegen deze praktijken van de Provincie en publicatie van dergelijk rapport, wat zeker niet wetenschappelijk verantwoord genoemd mag worden. Deze conclusies optuigen aan een meting van één voorjaar in zo’n klein aantal percelen ten opzichte van een hele Provincie, is ronduit schandalig!
Bron: Nederlandse Melkveehouders Vakbond