Minister Schouten van LNV heeft op Tweede Paasdag ondanks het slechte weer het startseizoen gegeven. Op een boerderij in Nederland heeft zij onder toezien van vele toeschouwers de staldeuren symbolisch geopend en daarmee de koeien de ruimte gegeven.
Echter geldt deze start van het weideseizoen niet alleen voor de Nederlandse koe die terugkeert in de weide. Het weideseizoen omvat meer. Veel meer. Onlangs zijn er verschillende berichten in de media verschenen waarin de eerste (kievits)eieren zijn gevonden. Ook dit was een start van het nieuwe seizoen.
Samen uit, samen thuis
Zoals elk jaar is het weer een komen en gaan. In het voorjaar komen de dieren weer in de weide en in het najaar vertrekken ze weer. De ene vertrekt naar zuidelijke oorden, de ander gaat naar stal. Maar voor tijdelijk. Na een paar maand afwezigheid keren ze beiden weer terug. Vanaf medio maart/april fleuren de Nederlandse weiden weer op met leven en kan men weer genieten van de lome koeien weidend in het gras en de door de lucht scherende weidevogels.
In Nederland wordt grofweg een 40% procent van het landschap beheert door de melkveehouders. Een voorbeeld hiervan is boerderij Ter Clouster. Dit bedrijf melkt 170 melkkoeien maar kiest er toch voor om de dieren te beweiden. De koeien komen gedurende het weideseizoen 120 dagen buiten met een minima van 6 uur per dag. Jaarlijks stijgt het aantal melkveebedrijven in Nederland die meedoet aan beweiding. Door deze keuzes krijgen de weidevogels ook meer kansen. Naast dat het vee wordt geweid worden er steeds meer kruidenrijke akkerranden aangelegd, er zijn plasdrassen en het maaien wordt bijvoorbeeld in het voorjaar uitgesteld. Op deze manier komen de boeren naast hun eigen vee, het imago van de sector ook de weidevogels tegemoet. En dat is hard nodig voor de vogels om beschutting, veiligheid en voedsel te kunnen vinden. Want zonder hulpvaardige arm van de natuur liefhebbende boer gaat het aandeel weidevogels hard achteruit.