Op kruidenrijk grasland in Súdwest Fryslân komen vliegende insecten in grotere aantallen voor dan op monocultuur graslanden en maisakkers. Dit blijkt uit onderzoek met automatische insectencamera’s in het voorjaar van 2020. De resultaten zijn van belang voor het ontwikkelen van herstelprogramma’s voor de broedpopulatie van onze grutto’s.
Slimme camera’s
Het onderzoek is verricht met de DIOPSIS-camera op drie percelen bij Ferwoude in de periode die voor grutto’s van belang is: april tot en met juni. De foto’s die deze camera maakt, worden geautomatiseerd verwerkt. Hierbij worden niet alleen de aantallen insecten geteld, maar ook de biomassa geschat. Bovendien worden de insecten individueel op naam gebracht tot op orde en soms familie. Op die manier weten we welke soorten insecten er rondvliegen en hoeveel het er waren.
40% meer biomassa op kruidenrijk grasland
Gemiddeld wordt er op het kruidenrijke grasland per etmaal veertig procent meer biomassa waargenomen van ongewervelden dan op het monocultuur grasland; op de maisakker is dat zestig procent minder. Dominante groep zijn de dansmuggen, met de helft (biomassa) tot drie kwart (aantallen) van alle ongewervelden. Dansmuggen zijn grotendeels nachtactief en hun larven leven in het water. Voor gruttokuikens zijn het weliswaar kleine, maar eetbare prooien.
Insecten en slakken afwezig op de maisakker
Van insecten die hun hele levenscyclus op het perceel zelf doorbrengen, vinden we gemiddeld 43 procent meer biomassa op het kruidenrijke grasland dan op de monocultuur. Met name vlinders (grasmotjes) en vliegen zijn daar veel talrijker. Ook slakken zijn op het kruidenrijke grasland vrij algemeen, maar ontbreken op de monocultuur. Op de maisakker zijn insecten en slakken die hun hele cyclus op land doorbrengen nagenoeg geheel afwezig.
Slimme vergelijkingen
De basis van het onderzoek lag in het kiezen van drie nabijgelegen percelen die, afgezien van maximale contrasten in beheer, zo goed mogelijk vergelijkbaar moeten zijn met betrekking tot grondsoort en diepere waterhuishouding. In het gebied Piipkaniel, in de polder Gaast-Ferwoude, kozen we drie aangrenzende percelen. Allereerst een kruidenrijk perceel met greppels dat in de lokale ruilverkaveling rond 1980 aan een ‘opknapbeurt’ ontsnapte en sindsdien ook nimmer is geploegd of bespoten en jaarlijks met ruwe stalmest wordt bemest. Daarnaast een perceel dat al twintig jaar als intensieve maisakker wordt gebruikt. Tenslotte een perceel dat na gebruik voor de teelt van tulpenbollen nu al een aantal jaren intensief als monocultuur van Engels raaigras wordt gebruikt. De grond bestaat in alle gevallen uit zavel.
Insecten voor grutto’s
Insecten vormen een belangrijke voedselbron voor grutto’s. Met name de jonge grutto’s zijn afhankelijk van het insectenaanbod overdag in de onderste halve meter van het grasland, precies de plek waar de camera’s gestaan hebben. Op grond van dit onderzoek is het duidelijk dat er op kruidenrijke graslanden meer voedselaanbod is voor gruttokuikens dan op monocultuur graslanden, maar we weten nog niet of dit ook voldoende is om een jonge grutto van te laten opgroeien. Het voornemen is om dit onderzoek op grotere schaal te herhalen.
Bron: Nature Today