LTO Noord en ZLTO zien mogelijkheden om het nieuwe faunabeheerplan voor ganzen nog beter te maken. Het Interprovinciale Faunabeheerplan vormt de basis voor het organiseren en uitvoeren van het beheer van de ganzenpopulatie.
Dit in vijf provincies: Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Utrecht en Zeeland.
In hun reactie doen zij voorstellen om het maatregelenpakket voor het beheren van de ganzenpopulatie te versterken en concreter te maken. Ook spreken ze de betrokken faunabeheereenheden in de vijf provincies aan op hun verantwoordelijkheid. Dit om de gelederen gesloten te houden en te blijven streven naar één faunabeheerplan ganzen voor vijf provincies. Dat is belangrijk, omdat ganzen zich niet aan provinciegrenzen houden. En er op deze manier in alle provincies dezelfde voorwaarden gelden.
Maatregelen populatiebeheer
LTO Noord en ZLTO benadrukken in hun reactie dat het maatregelenpakket voor de uitvoering van beheer en schadebestrijding van ganzen goede handvatten moet bieden voor populatiebeheer. Ze vragen daarbij specifiek om te letten op de inzet van gecoördineerd beheer, gecombineerd met duidelijke afspraken met wildbeheerorganisaties. Zo kan de schadebestrijding van ganzen in de beschikbare periode van het jaar maximaal zijn benut.
Nieuwe rustgebieden
LTO Noord en ZLTO hebben in hun reactie aangegeven dat voor een uitbreiding van het aantal en het vergroten van de omvang van bestaande rustgebieden volstrekt geen draagvlak is. Het is van belang om de omvang van de ganzenpopulatie, en daaraan gekoppeld de grote schade aan landbouwgewassen, is gereduceerd. Daar moet de inzet van het plan op gericht zijn.
LTO Noord en ZLTO hopen dat de opmerkingen bijdragen aan een goed uitvoerbaar en effectief ganzenbeheerplan. Dat boeren en tuinders dan ook ondersteunt bij het beschermen van hun gewassen.
Bron: LTO Noord