De grote vraag op dit moment is, hoe is mijn grasland uit de afgelopen vorstperiode gekomen? Heeft de combinatie vorsttemperaturen in de dubbele cijfers en de stormachtige oostenwind tot extra schade geleid? Diezelfde vraag geldt voor gras dat net vóór de vorst drijfmest had gekregen. Check daarom de komende weken regelmatig de grassenontwikkeling op de percelen.
Uit onderzoek blijkt dat doorzaaien c.q. herinzaai pas echt rendabel is als er minder dan 1 spruit Engels raaigras per dm2 staat. Op klei- en veengrond zijn de regels wat ruimer om grasland te scheuren, maar op zand- en lössgrond is dit de komende periode beperkt tot eind mei (zie ook RVO.nl). Wordt dit voorjaar overgegaan tot herinzaai, houdt er dan rekening mee dat het bemestingsadvies voor heringezaaid grasland uitgaat van een opbrengst van ongeveer 1500 kg ds/ha (lichte snede) in de eerste snede. Dit bevordert de uitstoeling en heeft daarmee een positief effect op de onkruiddruk. Concreet betekent dit voor de 1e snede een gift van 30 kg N per hectare.
Breng pH op niveau
Bij graslandvernieuwing is het verstandig om de pH van de grond op het goede niveau te brengen. Streef op zandgrond naar een pH van 5 – 5.5. Met de pH op het goede niveau creëer je:
- een beter bodemleven waardoor meer stikstof mineraliseert
- een sterke wortelontwikkeling en dichtere zode
- een betere beschikbaarheid van voedingsstoffen
- betere omstandigheden tegen droogte
Fosfaat- en kalibemesting
Om te weten hoeveel kali en fosfaat er moet worden bemest, maak dan onderscheid of er wel of niet een recent grondonderzoek beschikbaar is. Is een recent onderzoek beschikbaar, ga dan uit van adviesgift zoals vermeld bij de bodemtoestand die 1 klasse lager ligt dan het onderzoek aangeeft. Volg anders het normale advies.