Vaak wordt de komende periode het gras nog eens extra bemest met een natriumzout, vooral om de smakelijkheid op peil te houden. Het effect van een dergelijke bemesting hangt echter af van het grassenbestand in uw zode. Niet elk grassoort reageert namelijk op een natriumbemesting. Een paar weetjes om rekening mee te houden.
Voor een hoge melkproductie van weidend vee is een goede grasopname een eerste vereiste. Dit betekent zorgen voor smakelijk gras. Smakelijkheid is onder andere te sturen door de samenstelling van het grasbestand en gehalte aan mineralen (bijv. natrium). Voldoende natrium in het gras verlengt de graasduur en maakt het gras bovendien minder droogtegevoelig. Als het gaat om samenstelling van het grasbestand, dan is uit onderzoek gebleken dat Engels raaigras, Timothee, klavers en beemdlangbloem grassoorten zijn die koeien graag voor de bek krijgen. Echter, niet elk van deze grassen reageert op dezelfde manier als er voor de smakelijkheid extra natrium wordt aangevoerd. Engels raaigras en kropaar reageren positief op extra natrium-aanvoer en leidt de bemesting tot een hoger natriumgehalte in het gras. Dit hogere gehalte leidt weer tot een hogere grasopname (0,5-1 kg ds/koe/dag) en melk- en vetproductie. Bij Timothee en Roodzwenkgras daarentegen stijgt het natriumgehalte c.q. de grasopname niet door een natriumbemesting.
De samenstelling van de zode is dus medebepalend of een aanvullende Na-bemesting voldoende effect ressorteert. De koe moet uiteindelijk wel voldoende natrium binnenkrijgen omdat het een essentieel element is voor de voeding. Een tekort vermindert de eetlust. Symptomen zijn likzucht, dalende melkgift en een verminderde conditie.