Een nat voorjaar, warme temperaturen, gras dat snel groeit, land wat later dan gebruikelijk berijdbaar is, dit zijn de kenmerken van het voorjaar 2021. Het is nu een uitgelezen moment om te schakelen voor de aankomende winter: in maaimomenten en in de resterende mestmogelijkheden.
Na drie jaar met een droog en warm voorjaar, hete zomer en grastekorten in meerdere Nederlandse provincies, veranderde het inkuilseizoen dit jaar compleet. Een strenge vorstperiode kenmerkte het voorjaar. De zo gehoopte Elfstedentocht hing in de lucht. Daaropvolgend een maandenlange afwisseling van relatief veel neerslag en milde temperaturen. De bodem kon goed opwarmen, maar het land was bijna nergens berijdbaar door de drassigheid. Ideale omstandigheden voor gewassen om te groeien. Maar het maaien werd almaar uitgesteld dus eindigden de meeste eerste en zelfs tweede kuilen in veel kilogrammen droge stof, boordevol stengelige structuur, weinig eiwit en een lage verteerbaarheid in de pens van de koe.
Nieuwe snede
Nu staat een volgende snede voor de boeg. Welke snede, dat ligt aan de provincie waar de percelen liggen. Zo zijn er gebieden hoger gelegen, zoals in Gelderland, Overijssel of Limburg, waar inmiddels de derde of vierde snede op de maaiplanning staat. Gebieden in het Noorden, de Polder of lager gelegen langs de kust beginnen met voorbereidingen voor snede nummer twee.
Advies per regio
Drie adviseurs Mest & Mineralen van DLV Advies geven advies over vier verschillende regio’s over het zo bevorderlijk mogelijk sturen, wat nu nog mogelijk is, om in de winter optimaal met de graskuilen uit te komen.
Kuil de 3e en 4e snede in wanneer de graslengte nog kort is en daarmee dus een lichte snede van het land komt.
Sjoerd Roelofs, adviseur Oost-Nederland bij DLV Advies
Pittig maaien
Een zware eerste snede is wat velen in de Oostelijke provincies inkuilden. Ver boven de sleufsilo muren stak het kuildoek uit. Sommige kuilplaten vulden in één maaironde zelfs voller dan met twee rondes een jaar eerder. Hoewel bijna geen boer zich druk maakt of er dit jaar wel voldoende gras in de kuilen komt om de hele winter mee door te komen, bestaat dit gras weinig eiwit. Het is een stengelige en minder verteerbare oogst. Nu is het belangrijkste advies: pittig maaien! Kuil de 3e en 4e snede in wanneer de graslengte nog kort is en daarmee dus een lichte snede van het land komt. Ook al komt er in kilo’s minder gras, het eiwitgehalte zal relatief hoog zijn. Corrigeer zo de voorjaarsoogst.
Impuls met mest
Naast het maaimoment is ook te sleutel met de resterende mestruimte. Op de meeste bedrijven ligt een bemestingsplan voor een heel jaar, dit mag leidend blijven. Maar nu is wel hét moment om in beeld te brengen hoeveel kunstmest en drijfmest in totaal in te zetten is en hier en daar bij te sturen om de akkers waar veel is onttrokken nog een impuls te geven en daarmee nét dat beetje extra stikstof aan de plant kan geven voor het omzetten in de broodnodige eiwit.
Maai binnenkort vaker kortere snedes, die houden het eiwit beter vast en zijn snel verteerbaar.
Abert-Jan Bos, adviseur Noord-Nederland bij DLV Advies
Compensatie
Friesland, Groningen en Drenthe kennen extremere omstandigheden dan bijvoorbeeld het Oosten. Pas begin juni kwam de eerste snede van het land, een zware snede, grof, weinig eiwit. De bodem bleef lang nat, waardoor landbouwvoertuigen onmogelijk op het land konden rijden. De massa zit in de kuilen, maar de kwaliteit is matig. Over het algemeen, er zijn vast uitzonderingen waar de kuilen kwalitatief gemiddelder uitkomen. In de meeste jaren oogsten Noorderlingen in mei de eerste snede en half juni al de tweede. Nu is de hoeveelheid gras er in één keer afgekomen, grote kuilen dus vol droger, grof bestendiger gras. In de winter moet gecompenseerd gaan worden, met hoog eiwitrijk gras. Maai dus binnenkort vaker kortere snedes, die houden het eiwit beter vast en zijn snel verteerbaar. Je wil natuurlijk geen schimmel in de kuilen. De voersnelheid houd je hoog door naast de grote kuil van de eerste snede, kleine lage kuilen met latere snedes aan te leggen. Hoewel dat meer arbeid kost, weegt dat op tegen de kwaliteitsverbetering. Een andere makkelijke manier is het verwerken van eiwitrijker gras dat je nu maait in plastic balen.
Sleutel met de mestruimte die over is. Op de meeste bedrijven ligt een bemestingsplan voor een heel jaar, dit mag leidend blijven. Nu is hét moment om in beeld te brengen hoeveel kunstmest en drijfmest in totaal in te zetten is en hier en daar bij te sturen nét dat beetje extra stikstof aan de plant kan geven voor het omzetten in de broodnodige eiwit.
Voorkom bij broeierig en vochtig weer dat het kuilvoer gaat rotten en dit bij de koeien terecht komt.
Arnoud Brink, adviseur West- en Zuid-Nederland bij DLV Advies
Combineer nat met droog
Het Zuiden en Zuid-Westen kampt met een lange periode van regen waardoor droog inkuilen een bijna onmogelijke opgave bleek. Soms zijn er in de eerste snedes natte partijen geoogst; belangrijk is deze te kunnen combineren met droger mogelijk wat meer stengeliger materiaal. Zorg nu voor goed kuilbeheer om in de winter niet voor verrassingen te komen staan. Sommige kuilen zijn maar net stabiel, deze meten een verhoogd boterzuur. Voorkom bij broeierig en vochtig weer dat het kuilvoer gaat rotten en dit bij de koeien terecht komt. Hiermee voorkom je pensstoornissen bij de koeien maar ook verlaag je de kans op boterzuur in de kuilen.
Mineralenconcentraat
Bij de huidige kunstmestprijzen is het te overwegen om mineralenconcentraat toe te passen. Afhankelijk van het werkelijke kali gehalte lijkt er op de meeste percelen behoefte aan meer van dit mineraal. Mineralenconcentraat met een hoog kali gehalte kun je dan inzetten om een hogere benutting te realiseren. Mix dit met drijfmest in de juiste verhouding en wend het gelijktijdig met water aan op het land.
Bron: DLV Advies