Uit de resultaten van de afgelopen 4 jaar van de Biodiversiteitsmonitor (BBM) voor Koeien & Kansen-bedrijven blijkt een grote variatie in de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) % Natuur & Landschap en % Kruidenrijk grasland. De ligging van het bedrijf en de mogelijkheden deel te nemen aan Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb), duurzaamheidsprogramma’s zuivel of subsidieregelingen van overheden zijn belangrijke factoren die de KPI-scores rondom biodiversiteit beïnvloeden.
Biodiversiteit monitoren op melkveebedrijven
Om de voortgang op het gebied van duurzaamheid en biodiversiteit op de Koeien & Kansen-bedrijven te meten, maken we al enkele jaren gebruik van een monitoringsinstrument voor biodiversiteit. Dat is een set van 7 KPI’s voor biodiversiteit. Vijf deze KPI’s zijn rechtstreeks afgeleid van de KringloopWijzer, terwijl de overige 2 KPI’s voortkomen uit het scoren van de zichtbare biodiversiteit: de KPI voor Natuur & Landschap en de KPI voor Kruidenrijk grasland. Deze indicatoren worden berekend met behulp van de rekentool van de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM).
KPI Natuur & Landschap
In 2021, 2022 en 2024 zijn de Koeien & Kansen deelnemers in samenwerking met BoerenNatuur bezocht door medewerkers van de agrarische collectieven. In overleg met deelnemers zijn (BBM) – pakketten ingetekend. De oppervlaktes van de BBM- en Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheerpakketten zijn ingevoerd in een rekentool. Op basis van wegingen en bedrijfsoppervlakte zijn de KPI’s Natuur & landschap en Kruidenrijk grasland vastgesteld.
In 2023 is van een aantal BBM-pakketten de bijdrage aan het geheel (weging) veranderd. Om een eerlijke vergelijking over de jaren heen te kunnen maken, zijn de ingetekende pakketten uit 2021 en 2022 ingevoerd in de rekentool van 2023.
Figuur 1 laat de scores zien voor de KPI Natuur & Landschap. Voor de meeste bedrijven is er een t.o.v. 2021 een ontwikkeling naar een hogere score te zien. Slechts 2 bedrijven ( 5 en 10) laten een daling zien. Figuur 2 laat de meest voorkomende pakketten zien waar de Koeien & Kansen deelnemers in de rekentool van BBM op scoren. Veel bedrijven doen aan Ecologisch slootschonen, nemen maatregelen op het erf om de biodiversiteit te vergroten en hebben productief kruidenhoudend grasland.
KPI Kruidenrijk grasland
Figuur 3 laat de score van de KPI % Kruidenrijk grasland zien. Hierbij gaat het om de pakketten voor extensief kruidenrijk grasland uit het ANLb, en niet om het areaal aan productief kruidenhoudend grasland, dat is meegenomen in de KPI Natuur & Landschap. Slechts een beperkt aantal deelnemers scoort op deze KPI. Dat zijn vooral bedrijven die gelegen zijn in gebieden waar de mogelijkheid bestaat om deel te nemen aan botanische pakketten uit het ANLb. Dit zijn vaak kleinschalige zandlandschappen of het veenweidegebied.
Zo heeft bijvoorbeeld bedrijf 5 in 2024 de pacht over een aantal extensieve percelen verloren, wat leidt toe een sterke daling van de score naar nul. Bedrijf 10 heeft alleen toegang tot akkerbouwpakketten bin het ANLB en niet tot botanische graslandpakketten. In sommige gevallen is het bedrijfsareaal toegenomen en leidt dat tot een daling van de score (als percentage van de totale bedrijfsoppervlakte). De mogelijkheden voor extensief kruidenrijk grasland op vruchtbare kleigronden zijn beperkt, waardoor bedrijven in die gebieden vaak laag scoren op deze KPI of helemaal geen score behalen.
Wat bepaalt of stimuleert om meer biodiversiteit op je bedrijf te realiseren?
Allereerst moet je als veehouder enige affiniteit en motivatie hebben om met biodiversiteit op het bedrijf aan de slag te gaan. Hoe intensief is je bedrijfsvoering, heb je ruimte om een deel van je areaal te extensiveren, en kun je biodiversiteit functioneel inpassen in je bedrijfsvoering? Daarnaast speelt de ligging van je bedrijf een belangrijke rol. Het gebied waarin je bedrijf gelegen is bepaalt in sterke mate of welke natuurlijke elementen al aanwezig zijn en welke mogelijkheden voor natuur- en landschapsbeheer er zijn. De biodiversiteit in kleinschalige zandlandschappen en veenweide is meestal van nature groter dan op rijke klei.
Verder zijn toegang tot het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), duurzaamheidsprogramma’s van de zuivelsector en provinciale subsidieregelingen belangrijke factoren. Ook pachtmogelijkheden van extensieve graslanden van terreinbeherende organisaties als Staatsbosbeheer (TBO’s) of overheden vergroten de mogelijkheid om hoog te scoren op biodiversiteit.
Bron: WUR