Het weer van voorjaar 2021 kenmerkt zich als zeer wisselvallig. Het ging koud van start, met een warmterecord in maart. April was een extreem koude maand, de koudste april sinds 1986. Ondertussen laat het lenteweer op zich wachten en kijken we aan tegen een koude eerste week van mei. De grasgroei ligt achter op trend. De meest gestelde vraag is dan ook: ‘Wanneer moet ik maaien?’. In veel gevallen is er bemest voor een snede variërend van 3000 tot 4000 kg droge stof. Om de nutriënten uit de aangewende (kunst)mest maximaal te benutten is het verstandig te wachten tot de snedezwaarte is bereikt. Als gevolg van het koude weer en bodemtemperatuur zal dit moment later zijn dan de trend.
Wat doet het weer?
De temperatuur blijft tot en met zaterdag relatief laag, met veel kans op regen. Vanaf het weekend stijgt de temperatuur, na dinsdag wordt een droge periode voorspeld. Tweede helft volgende week lijkt een goed maaimoment aan te breken, waarbij het aantal zonuren toeneemt. Echter, niets is zo veranderlijk dan het weer. Blijf daarom de actuele temperatuur, neerslag en zonuren volgen om het juiste maaimoment te bepalen.
Suikergehalte neemt weer wat af
Onder invloed van de zon in combinatie met koude nachten is in korte tijd het suikergehalte flink gestegen tot boven de 200 gram rond 20 april. Door de bewolking van afgelopen dagen is dit suikergehalte ondertussen wat gedaald. Naar verwachting blijft de kuil ‘snel’. Let hier op! Indien mogelijk kan de vervolg snede bewust structuurrijker (trager) worden geoogst.
Nitraat
De neerslag van 4 mei is gewenst. Met de wat hogere temperaturen die vanaf zaterdag 8 mei worden voorspeld zal het gras in een versneld tempo stikstof opnemen, veelal in nitraatvorm. Nitraat wordt opgeslagen in het blad. Dit nitraat kan als opgelost zout in het celvocht aanwezig blijven, waarbij cel strekking, dus lengtegroei ontstaat. Het resultaat is tijdelijk een wat slappe maar wel groene bovengrondse groei. Geef het gras in dit geval de tijd om dit nitraat om te zetten in eiwit. Hiervoor is zonlicht en tijd nodig.
Maailengte
Doordat de eerste snede relatief laat wordt gemaaid, staan we dichter op de doorschietdatum van het gras. Het is daarom verstandig om de eerste snede te maaien op zo’n 7 cm. Door het gras wat langer te maaien zal de hergroei sneller plaatsvinden. Een korte grasplant heeft een klein bladoppervlak en haalt de energie nog deels uit de wortel. Het groeit traag. Als het bladoppervlak groter wordt, neemt de groeisnelheid toe. Op deze manier is er toch een goede tweede snede te oogsten, voordat deze in de aar schiet. Bijkomend voordeel is dat langer gras zich ‘schoner’ laat inkuilen, hetgeen gunstig is voor de conservering van de kuil.
Stuur op een hoger drogestof-gehalte
Het advies voor jonge bladrijke grassnedes is droog inkuilen (ca 45%). Het is bekend dat bij deze droge stof de laagste verliezen ontstaan. Vocht in een kuil werkt als een buffer voor het gevormde melkzuur. Er is dan meer melkzuur nodig om de gewenste lage pH te bereiken. Bij een natte kuil moet de pH ver dalen tot een niveau van circa 4,2. Een koe heeft darm verteerbaar eiwit nodig om melk en melkeiwit te maken. Bij een toename van 10% droge stof, neemt de DVE met 5 gram per kg.ds toe. Met het oog op de eerste snede, jong vers gras, mag deze dus best wat droger worden om het aanwezig eiwit wat bestendiger te maken.
Aandacht voor kuilconservering
Op alle gewassen komen van nature een groot aantal bacteriën voor. Het aantal melkzuurbacteriën op gras kan sterk verschillen. Het is bekend dat bij een lage temperatuur het aantal melkzuurbacteriën in gras lager is. Deze bacterie zet suikers om in melkzuur, waardoor de pH daalt. Doordat er bij dit koude weer minder bacteriën aanwezig zijn, zal de pH langzamer dalen. Wanneer de pH uiteindelijk laag genoeg is ontstaat een evenwichtssituatie, de bacteriegroei stopt. Niet alleen de melkzuurbacterie, maar ook boterzuurbacterie en ontwikkeling van gisten en schimmels. Doordat dit conserveringsproces langzamer verloopt, krijgen ongewenste gisten en schimmels de kans om zich te vermeerderen en neemt de broeigevoeligheid van de kuil toe.
Toch vroeg gemaaid?
Als er toch eerder is gemaaid dan de planning was, dan is er wellicht minder droge stof (en dus stikstof) geoogst. Dan is het advies om de bemesting voor de tweede snede hierop aan te passen. Stel de bemesting naar beneden bij.
Bron: ForFarmers