Analyses van de eerste grassnede van klanten van ABZ Diervoeding laten suikerrijke kuilen zien met een hoog VEM. Het RE-gehalte varieert meer dan andere jaren. “Goed voor de opname, maar het is belangrijk om naast deze hoge-energiekuilen een kuil te voeren met meer structuur”, vertelde specialist rundveehouderij Teus Bleijenberg van de voerleverancier tijdens een ruwvoerdemo in Nijkerk.
Met een VEM van gemiddeld 942 is de voederwaarde van de eerste snede prima te noemen. Diverse klanten hadden pittige kuilen, met meer dan duizend VEM. Het RE is met gemiddeld 146 echter aan de lage kant. Het suikergehalte is met 127 gemiddeld hoog. Een graskuil die op 1 mei was gemaakt, had zelfs een suikergehalte van 231. “Percelen werden dit jaar tijdig bemest. Daarna kregen we een droge maand maart. Het gras kreeg veel zonlicht, waardoor er veel suiker werd aangemaakt. Hierdoor wordt het eiwitaandeel in gras relatief lager” verklaart Bleijenberg.
De specialist vertelt dat hij kan merken dat de grond in de loop van de jaren schraler wordt. “Het effect van minder bemesten, waarbij de mest ook nog eens schraler wordt, zie je terug. In het land, waar het gras snel in de stress schiet door bijvoorbeeld droogte of structuurproblemen. Maar ook in de uitslagen van de kuilonderzoeken.” Bij dat laatste adviseert Bleijenberg goed te kijken naar het gehalte magnesium in het rantsoen. Door het koude voorjaar was het magnesiumgehalte dit jaar vaak flink onder het langjarig gemiddelde. Een te laag magnesiumgehalte kan bij hoogproductieve koeien kopziekte-achtige verschijnselen geven. Ook het fosforgehalte daalt, doordat er met bemesting weinig fosfaat wordt aangevoerd. In de toekomst kunnen volgens ABZ Diervoeding wellicht met inzet van kunstmestvervangers uit drijfmest beter de essentiële mineralen zoals kali, fosfor en magnesium op het bedrijf gehouden worden.
Tekst: Gerben Hofman