In 2022 haalden de Koeien en Kansen-bedrijven gemiddeld 2000 kg droge stof minder gras per hectare van hun land dan in 2021. De lagere grasopbrengst kwam vooral door de droge zomer en het neerslagtekort in grote delen van het land. Gemiddeld bleef de maïsopbrengst ongeveer gelijk aan de opbrengst van 2021, al zagen we tussen de bedrijven wel grote verschillen.
Droge zomer beïnvloedt grasopbrengst
De gemiddelde grasopbrengst op de Koeien en Kansen-bedrijven was in 2022 bijna 10.400 kg droge stof per hectare. In 2021 was dit nog bijna 2000 kg ds/ha hoger en kwam de gemiddelde opbrengst uit op bijna 12.400 kg ds per ha. Figuur 1 laat zien dat op alle Koeien en Kansen-bedrijven de grasopbrengst van 2022 lager was dan het jaar ervoor. Op de bedrijven 12, 13 en 14 daalde de grasopbrengst in 2022 het meest met meer dan 30% ten opzichte van 2021. Ook op de bedrijven 4, 15 en De Marke was de daling van de grasopbrengst 20% of meer.
Figuur 2 laat zien dat de bedrijven 12, 13, 14 en De Marke half juli al te maken met een groot cumulatief neerslagtekort. Dit liep verder in de zomer nog meer op, zoals je kunt zien op het tweede plaatje op figuur 2.
Veel bedrijven last van droge zomer, maar verschillen per regio
Ook de andere bedrijven kregen in de loop van de zomer meer last van de droogte, al waren er landelijk gezien wel verschillen. De droogte in het midden en noorden van het land was minder groot dan in het zuiden, oosten en westen (zie Figuur 2). De noordelijke bedrijven 10 en 11 hielden de schade beperkt en haalden respectievelijk 8% en 4% minder gras van het land dan in 2021.
De bedrijven 1 en 2 beperkten de derving van de grasopbrengst tot minder dan 5%. Deze bedrijven kregen in de loop van de zomer ook te maken met een fors neerslagtekort, maar konden daarvoor nog voldoende gras oogsten. Bedrijf 1, dat geen beweiding toepast, haalde bij de eerste sneden veel gras van het land zodat de negatieve gevolgen van de droogte in de zomerperiode beperkt bleven. Op bedrijf 2, dat een lagere grasopbrengst realiseerde dan het gemiddelde van Koeien en Kansen, werd ook veel voorjaarsgras geoogst.
Opvallend in Figuur 1 is de lage grasopbrengst van bedrijf 10. Dit biologische bedrijf gebruikt geen kunstmest en past veel beweiding toe. Ook heeft dit bedrijf een groot aandeel beheerland dat gemiddeld een lagere opbrengst heeft dan productiegrasland. Exclusief beheerland is de grasopbrengst op dit bedrijf trouwens 8500 kg ds/ha. Best behoorlijk, zonder kunstmest.
Minder stikstof van grasland
Uit Figuur 1 komt naar voren dat de gemiddelde grasopbrengst op de Koeien en Kansen-bedrijven in 2022 met 16% is afgenomen ten opzichte van 2021. Ook de gewonnen hoeveelheid stikstof van het grasland daalde ten opzichte van 2021. Figuur 3 laat zien dat de gemiddelde hoeveelheid gewonnen stikstof van grasland in 2022 met 26 kg N/ha is gedaald naar 270 kg N/ha. Deze daling is met 9% ten opzichte van 2021 wel lager dan de daling van de droge-stofopbrengst. Dit komt omdat het geteelde gras in 2022 een hoger RE-gehalte had dan in 2021 (gemiddeld 164 gram RE/kg ds graskuil in 2022 ten opzichte van 151 gram RE/kg ds in 2021). Veel van het in 2022 geteelde gras wordt pas in 2023 gevoerd omdat in 2022 de bedrijven nog een grote voorraad graskuil van 2021 konden voeren.
Grote verschillen maïsopbrengst in droge zomer
Figuur 4 laat zien dat de gemiddelde maïsopbrengst met 16.500 kg droge stof per hectare op de Koeien en Kansen-bedrijven ongeveer net zo hoog is als de gemiddelde opbrengst in 2021. Toch treden er tussen de bedrijven grote verschillen op. Opvallend is dat er ook bedrijven zijn die ondanks het neerslagtekort toch een hogere maïsopbrengst weten te realiseren. De bedrijven 7, 11, 13 en 15 halen zelfs fors hogere maïsopbrengsten dan in 2021.
Op de bedrijven 7, 11 en 15 was het neerslagtekort op 15 juli nog niet zo groot. Deze bedrijven konden profiteren van het feit dat de maïs een warmteminnend gewas is. Bedrijf 13 heeft beregening toegepast zodat het forse neerslagtekort vroeg in het seizoen werd gecompenseerd. De combinatie van warmte en beregenen leidde op dit bedrijf tot een opbrengst die de hoogste op dit bedrijf was in de afgelopen 5 jaar. Bedrijf 3 die in het vochtige veenweidegebied ligt, realiseerde de hoogste maïsopbrengst van de Koeien en Kansen-bedrijven: meer dan 20.000 kg ds/ha.
De bedrijven 14 en De Marke die allebei in een gebied zitten met een hoog neerslagtekort (zuidelijk en oostelijke helft van het land) realiseerden in 2022 een respectievelijk 45% en 23% lagere maïsopbrengst dan in 2021. De Marke kon door beregening de schade nog wat beperken maar de droge zandgrond had op dit bedrijf erg te lijden van het grote neerslagtekort van meer dan 300 mm. De uiteindelijke opbrengst op De Marke en bedrijf 14 kwam rond de 10.000 kg ds/ha uit en was daarmee ook fors lager dan in 2020. De bedrijven 6 en 12 hebben ook beregening op maïs toegepast en realiseerden op die manier toch nog een maïsopbrengst die rond de 18.000 kg ds/ha lag.
Bron: Verantwoorde Veehouderij