BO Akkerbouw, Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en Wageningen University & Research (WUR) riepen dit voorjaar op om tips aan te dragen voor de Bodemscheurkalender 2023. De kalender zal eind november verschijnen en bij akkerbouwers en melkveehouders in de brievenbus vallen.
BO Akkerbouw, Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en Wageningen University & Research (WUR) riepen dit voorjaar op om tips aan te dragen voor de Bodemscheurkalender 2023. Dat leidde tot enkele tientallen reacties, die deels in de kalender komen. De tip van akkerbouwer Wout Lugtenburg staat op 3 mei: “Verwacht niet direct resultaat als je start met niet-kerende grondbewerking (NKG) of minimale grondbewerking; de bodem moet wennen aan je nieuwe manier van werken.” Volgens de jury een praktisch advies, dat van realisme getuigt. Het mooie is dat het zowel attendeert op geduld (aanpassingen hebben tijd nodig), als op urgentie (geen tijd te verliezen, want aanpassingen vergen tijd).
Bodemscheurkalender
De Bodemscheurkalender verschijnt eind november en zal dan bij 9.000 akkerbouwers en 15.500 melkveehouders in de bus vallen. Daarnaast vinden duizenden exemplaren hun weg naar studenten en docenten van het HBO en het MBO; en via het netwerk van de initiatiefnemers.
Stoppen met ploegen
Lugtenburg boert in maatschap met zijn vrouw Anneke en hun zoon Corné en dochter Rosanne op kleigrond van 30 tot 50% afslibbaar in Geervliet op Hof van Heden. Tien jaar geleden zette een lezing van bodemexpert René Jochems hem aan het denken over de gangbare bodemaanpak: ploegen in het najaar, kopeggen in het voorjaar. Drie jaar later stopte Lugtenburg met ploegen en schakelde hij over op de ecoploeg op een deel van de percelen en op niet-kerende grondbewerking op andere percelen. Hij werkt actief aan een positieve organische stofbalans met mengsels van groenbemesters, groencompost uit de regio, vaste rundveemest en vaste paardenmest.
Hoekige korrels
De prijswinnaar koos zelf een bodemexpert om de profielkuil te steken en te beoordelen. Dat werd Jochems van het bedrijf Groeibalans. Jochems steekt twee kuilen, één op een perceel bewerkt met de ecoploeg en één op een NKG-perceel. Op beide percelen is de eerste circa 30 cm mooi kruimelig en rul (“mooie ronde korrels”), gevolgd door een compactere laag (vooral op het ecoploeg-perceel) en daarna weer een lossere structuur (vooral op het NKG-perceel). Bij beide zijn wormen te vinden en zijn wortels van de tarwe goed te zien tot ruim 60 cm diep. “Hier word ik blij van”, oordeelt Jochems, die Lugtenburg adviseert het geplande woelen op het NKG-perceel achterwege te laten.
Bron: BO Akkerbouw