Terug van weggeweest. Dat kun je zeggen van de voederbiet als krachtvoerbron voor koeien. Het zorgt voor hogere eiwit- en vetgehaltes in de melk en past binnen een circulaire bedrijfsvoering.
Met de opkomst van snijmais is de voederbiet halverwege de vorige eeuw van het standaard koeienmenu verdwenen. In 1948 werd in Nederland zo’n 66.000 hectare van de energierijke biet geteeld. In 2015 was dat zo’n 420 hectare.
Maar in de vijf jaren die volgde, is het areaal verzesvoudigd. Kortom: melkveehouders zien de voederbiet als een waardevolle aanvulling in het rantsoen. Een belangrijke ontwikkeling is dat nieuwe rassen tolerant zijn voor schimmels als rhizoctonia en de virusziekte rhizomanie.
Positieve effecten
Het Nutriënten Management Instituut (NMI) heeft samen met Agruniek-Rijnvallei, adviesbureaus M-Arc en New Businesses, Loonbedrijf van der Woerd en de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging de afgelopen jaren de voederbieten onder de aandacht gebracht van melkveehouders. ‘Als je kijkt naar de positieve effecten van voederbieten op het milieu, zou er best meer bouwland vrijgemaakt mogen worden voor voederbieten’, vindt Wim Bussink van het NMI.
‘De nitraatuitspoeling ligt bij voederbieten ver beneden de norm, de droogtegevoeligheid is dankzij de diepe penwortel veel lager dan van mais en ook zien we een stuk meer biodiversiteit op een perceel voederbieten dan bij mais. En als de teelt goed lukt, betaalt het zich als voeder zeker terug. De voederbiet in het rantsoen kan jaarlijks 50 tot 70 euro per koe opleveren.’
Vers voer
Naast melkkoeien vinden ook geiten de voederbieten smakelijk. De oogst kan vers gevoederd worden of versnipperd ingekuild worden met mais en gras of bijproducten. De melkveehouder kan de mais door het toevoegen van de vochtrijke biet wat droger hakselen.
Het gewas levert het risico van pensverzuring op, vooral als koeien te veel voederbieten eten die ze uit een gemengd rantsoen halen. Voederbieten hebben veel onbestendige energie die gecompenseerd moet worden met onbestendig eiwit. Deze eiwitten kunnen onder andere komen uit een goede gras/klaver kuil of uit luzerne.
Akkerbouw
Veel melkveehouders laten de productie over aan een loonwerker of een akkerbouwer. De teelt heeft veel weg van die van suikerbieten. Het is volgens specialisten belangrijk om het gewas te roteren en percelen te gebruiken die minder gevoelig zijn voor onkruid of ziektedruk en een pH-waarde hebben boven de zes.
Uit het voederbietenrassenonderzoek van Wageningen University & Research Open Teelten blijkt dat de voederbiet op kleigrond duidelijk meer opbrengt aan droge stof dan op zandgrond. Door de late oogst in oktober of november moet de bodem voldoende draagkracht hebben.
Mechanische onkruidbestrijding
Ook de gewasbescherming verdient aandacht. Zeker met de aandacht voor een duurzame bedrijfsvoering is het advies om maximaal gebruik te maken van mechanische onkruidbestrijding. Controleer het gewas regelmatig en spuit pas wanneer de schadedrempel overschreden wordt, zeggen teeltdeskundigen.
Veehouders die voederbieten voeren, blijken enthousiast over het stijgende vetgehalte (0,1 tot 0,30 procent hoger), het hogere eiwitgehalte (0,05 tot 0,25 procent hoger) en de vaak hogere melkgift. Bij een succesvolle teelt levert het een besparing op van de kosten voor krachtvoer.
Bron: Groen Kennisnet