Om het eiwit in het rantsoen optimaal te kunnen benutten moet het aanbod van eiwit en energie goed op elkaar aansluiten. Bepaal hierbij welk type, bestendig of onbestendig, je als ondernemer voert en welke energie hierbij nodig is.
Energieaandeel in ruwvoerrantsoen
Het energieaandeel in het ruwvoerrantsoen bepaalt hoeveel ruw eiwit er in het basisrantsoen, bestaande uit vers gras, kuilgras en snijmais aanwezig kan zijn. Om op het niveau van 150-155 ruw eiwit in het totale rantsoen uit te komen is het logisch dat in een maisrijk rantsoen de graskuil meer eiwit bevat dan een grasrijk rantsoen. Het sturen met de aanvoerposten krachtvoeders en bijproducten is hierbij een correctiemiddel naar het gewenste niveau van energie en eiwitten.
Bemesting en maaimoment afstemmen op energieaanbod
Bepaal het gewenste energieaanbod uit ruwvoer en stem hier de bemesting en het maaimoment op af. Kijk naar voorgaande jaren hoeveel er bemest is en wanneer het gewas geoogst is. En bepaal voor het komende jaar of dit bijgestuurd moet worden. Later maaien betekent een afname van 3,5-4 gram ruw eiwitten per dag. Maar de energiewaarde daalt hierbij ook. Probeer dus met de hoeveelheid bemesting te sturen op de eiwitten en vergeet hierbij de mineralisatie vanuit de bodem niet.
Bron: Agrifirm