Uit onderzoek van STOWA blijkt dat het mogelijk is om de kans op beregening in kaart te brengen met behulp van satellietinformatie. Dit in combinatie met kenmerken van het agrarisch areaal, zoals gewastype en bodemopbouw. Het is wel nodig om de gehanteerde methodiek door te ontwikkelen, te valideren en te kalibreren, aldus de onderzoekers.
Door de droge zomers van afgelopen jaren is het gebruik van beregeningsinstallaties gestaag is toegenomen. Daarom is er behoefte aan een actuele inschatting van beregening beregeningskans. Waardoor de belangen van waterschap, landbouw en drinkwater en de druk op het watersysteem beter ingeschat en afgewogen kunnen zijn in extreme (droge) situaties. Maar het instrument biedt ook mogelijkheden om gericht te kunnen handhaven; indien er sprake is van onttrekkingsverboden van grond- of oppervlaktewater.
Beregenen landbouwpercelen
Het beregenen van landbouwpercelen kan tijdens het groeiseizoen een substantiële onttrekking van oppervlaktewater en grondwater betekenen. De onttrokken hoeveelheden en de locaties van de beregening zijn in Nederland echter niet structureel geregistreerd. Om toch kwantitatieve analyses te kunnen doen, is in het waterbeheer op dit ogenblik nog gewerkt met een potentiële beregeningskaart van Alterra (nu: WUR) uit 2012 (Massop, Schuiling, & Veldhuizen, 2012).
Beregeningskaart
In opdracht van STOWA en ESA hebben eLEAF en HydroLogic nu een beregeningskaart opgesteld voor het (droge) jaar 2018. De landelijke beregeningskaart is gebaseerd op verschillende bronnen. Waaronder satellietdata, modeldata (van onder andere het Landelijk Hydrologisch Model en OWASIS) en openbare datasets. De basis van de kaart is het Basisregistratie Gewaspercelen (BRP). De geproduceerde beregeningskaart geeft op veldniveau inzicht in de waarschijnlijkheid dat beregening heeft plaatsgevonden. De methodiek en bijbehorende kaart zijn een eerste verkenning. Het is nodig om de ontwikkelde methodiek te kalibreren en te valideren.
Nieuwe kaart in ontwikkeling
Inmiddels is men aan het werk aan een vervolg waarin de kennis van het project ‘Droogte Zandgronden Nederland’ is gecombineerd met de voorliggende studie. Dit vervolg zal leiden tot een verbeterslag en een nieuwe kaart. Deze kaart zal zijn ondergebracht en beheerd via het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (NHI).
Bron: Stowa