Melkveehouder Daan Ketelaars van Trentmilk V.O.F. uit Keldonk meldde trots Cunera 142 aan voor de rubriek ‘Onze Honderdtonner’ in vakblad Melkveebedrijf. Nadat hij en zijn compagnon Jos Rijkers de kou getrotseerd hadden en met Cunera 142 op de foto waren geweest, gaf Ketelaars ons nog even een rondleiding over het bedrijf.
Trentmilk V.O.F. is een samenvoeging van twee melkveebedrijven. Het melkveebedrijf van Jos Rijkers en het melkveebedrijf dat Daan Ketelaars van zijn vader heeft overgenomen. “Mijn vader en ik boerden verderop in het dorp. Jos runde hier op de Trentweg het melkveebedrijf samen met zijn broer”, vertelt Ketelaars. “Helaas overleed de broer van Jos in 2018. Een reumatische aandoening bemoeilijkte voor Jos het werk op zijn bedrijf. In 2020 kwam ik daarom op het bedrijf van Jos werken. We hadden meteen al een goede klik. Jos heeft geen kinderen en liet gaandeweg blijken naar een opvolger op zoek te zijn. Samen filosofeerden wij regelmatig over de toekomst van de melkveehouderij. Ook daarin hadden we een klik; eenzelfde visie. Ik besloot bij hem in het bedrijf te stappen. Onderdeel van het plan werd dat ik het bedrijf van mijn vader zou overnemen met als uiteindelijk doel beide bedrijven samen te voegen. In 2021 en 2022 werkten we de plannen verder uit waaronder die van de bouw van een nieuwe stal. Een nieuwe moderne melkveestal met daarin plek voor de melkveestapel van tachtig melkkoeien van Jos en de honderd melkkoeien van het bedrijf dat ik inmiddels van mijn vader heb overgenomen.”

Nieuwe stal wordt werkelijkheid, maar…
In juli 2022 kregen Rijkers en Ketelaars vergunning voor de bouw van een nieuwe stal voor 196 melkkoeien en twee sleufsilo’s. Echter, in oktober van dat jaar werd Rijkers getroffen door een hersenbloeding, waardoor hij zijn spraak verloor en in een rolstoel belandde. “Onze plannen waren op dat moment al wel zover uitgewerkt dat alleen de uitrol daarvan nog restte. Al snel werd duidelijk dat Jos toch graag ons plan gerealiseerd zou zien worden. ‘Koeien op de Trentweg’ was en bleef zijn drijfveer. De vele gesprekken die wij in de tijd voorafgaand aan zijn ziekte hadden bleken gelukkig een goede en waardevolle leidraad voor wat mij te doen stond. De bouw van de nieuwe stal moest gewoon doorgaan. Jos zou graag samen met zijn partner op het bedrijf blijven wonen. Ik zette het werk op het bedrijf voort en in 2023 zijn we begonnen met de nieuwe 0+6+0-stal. Precies zoals we het bedacht hadden. Natuurlijk zijn er bij zo’n omvangrijk plan altijd nog wat open eindjes. Door de tijd heen hebben we gelukkig samen toch een manier gevonden om met elkaar te communiceren. Zo blijft Jos bij het bedrijf betrokken en sta ik er niet helemaal alleen voor. Uiteraard kan ik voor advies ook altijd terecht bij mijn vader die nog bijna dagelijks op het bedrijf te vinden is.”
Twee koppels samenvoegen
Op 18 december 2023 kwamen de koeien in de nieuwe stal. Tachtig roodbonte van Rijkers en honderd roodbonte van Ketelaars. “De koeien van Jos hoefden maar over te steken naar de nieuwe stal. Daarna was het de beurt aan de koeien die een paar kilometer verderop in de stal stonden op het voormalige bedrijf van pa. Het vervoer vond plaats met een comfortabele ruime veewagen. Dit om onnodige stress te vermijden. Intussen stonden de koeien van Jos al rustig aan de overzijde van de stal aan het voerhek te eten. In alle rust betraden ook de nieuwkomers de stal aan de Trentweg. Toen ze allemaal in de stal waren gearriveerd hebben we ze geleidelijk losgelaten. Rangordegevechten bleven uit. Dat komt denk ik doordat er twee grote groepen zijn samengevoegd. Als we nu eens een enkele koe aankopen, zie je wel onrust ontstaan.” Hoewel de beide veestapels goed geïntegreerd zijn, ziet Ketelaars nog steeds dat de roodbonte en de zwartbonte koeien elk veelal bij elkaar staan aan de kant van de stal waar zij hun eerste voer in hun nieuwe onderkomen hebben gekregen.”

Rood moet rood blijven
Zowel de roodbonte als de zwartbonte koeien bij Trentmilk zijn zuivere Holsteins. Inkruisen met andere genetica ziet Ketelaars niet zitten. Hij wil er volgens eigen zeggen geen bonte verzameling van maken. Wel kiest hij voor stieren die robuuste, maar niet te grote nakomelingen voortbrengen. Kleur speelt ook een rol. “We hebben afgesproken dat alles wat rood is, rood moet blijven. Zwart mag rood worden.” Een gezonde koe met een goede levensproductie vindt hij belangrijk. Cunera 142 is de vijfde honderdtonner op het bedrijf. Op dit moment zitten er vijf koeien rond de tachtigduizend kilogram geleverde melk. De melkveehouder verwacht met de nieuwe stal de gemiddelde leeftijd van het koppel melkkoeien een extra positieve impuls te kunnen geven zodat Trentmilk VOF binnen nu en een jaar of drie nog wel enkele honderdtonners extra mag noteren. De koeien lagen voorheen op matten, maar liggen nu in diepstrooiselboxen met een mix van paardenmest en paardenstrooisel. Ketelaars is verrast over hoe weinig werk hij heeft met het schoonmaken van de boxen. Hij schrijft dit toe aan de combinatie van het juiste strooisel met een goede afstelling van de schoftboom.
Extra comfort in de droogstand
De boxen voor de melkkoeien zijn elk 115 centimeter breed. De droogstaande koeien hebben beschikking over boxen van 120 centimeter breed. “Dat is iets dat nog besloten is toen de bouw al was gestart. Ik ben wel blij met deze keuze. Hoogdrachtige koeien hebben ruimte nodig en dan is die vijf centimeter extra mooi meegenomen. Ze liggen comfortabel zo en staan gemakkelijk op als het moet.” Koeien kalven af in het strohok naast de melkstal. Na afkalven blijven ze nog twee dagen in het strohok. “Na het melken worden ze daar door de selectiepoort automatisch naartoe geleid. Minpuntje is wel dat de verse koe in het strohok nog geen melkveerantsoen krijgt, terwijl dit wel beter zou zijn. Hier moet ik nog een oplossing voor verzinnen”, aldus Ketelaars.
Productie laten stijgen
De melkveehouder voert de melkkoeien met de voermengwagen een rantsoen met zestig procent snijmais en dertig procent kuilgras. De overige tien procent wordt ingevuld met bijproducten, op dit moment is dat bietenpulp. Aanvankelijk wilde Ketelaars TMR gaan voeren. Maar omdat bij de tweedehands GEA-melkstal ook krachtvoerboxen zaten, veranderde hij van gedachte. Het ruwvoer wordt voor een gedeelte gewonnen vanaf de circa vijfenvijftig hectare eigen grond. De snijmais wordt voor een deel aangekocht. Tot vorig jaar nam het bedrijf deel aan de derogatie. Ketelaars en Rijkers vinden dat beweiden erbij hoort bij Trentmilk. Afgelopen jaar ging dit echter niet door. Het was te nat, waardoor de koeien op stal bleven. De productie op het Brabantse bedrijf stijgt gestaag. “Het afgelopen jaar hebben we wat problemen gehad door blauwtong maar we zijn niet ontevreden. Het streven was gemiddeld minimaal dertig liter per koe per dag. We zitten nu dagelijks rond de 32 kilogram met 4,97 procent vet en 3,88 procent eiwit.”
Geluk met tweedehands melkstal
De koeien worden bij Trentmilk tweemaal daags gemolken in een 2 x 16 zij-aan-zij-melkstal met rapid exit van GEA. De melkstal heeft een beweegbare vloer en is voorzien van standherkenning van Nedap. “We hadden echt geluk dat we deze melkstal konden overnemen”, vertelt Ketelaars. “Voor minder dan de helft van de nieuwprijs hebben we een hele goede melkstal. Bovendien hadden we ook het geluk dat Nedap hier graag hun systeem met standherkenning wilde testen.” Doorgaans is er genoeg aan één persoon in de melkput. Dankzij het opdrijfhek in de zeventien meter brede wachtruimte is er geen extra mannetje nodig om de koeien de melkput in te krijgen. “Dat opdrijfhek was overigens nog wel een dingetje. Op deze breedte was geen constructie berekend. Dit is opgelost met een wielstel in het midden”, wijst Ketelaars. Hij vertelt dat bij het installeren van de melkstal bij toeval nog een handigheidje werd bedacht. “Het stopcontact voor de radio werd door de installateur aangesloten op het licht. Dus als je het licht uitdoet, gaat ook de radio uit. Toen dacht ik: waarom zetten we niet alles achter één schakelaar? Dus ook de waterdruk op de kraan voor het schoonspuiten van de melkstal. Dan stroomt de melkput ook niet vol water mocht het ooit eens misgaan met een slang. Dat is nu geregeld. Met één druk op de knop schakel je alles in de melkput uit. Ook gemakkelijk voor als je een keer een vreemde melker hebt.”

In de melkput kunnen we nog een verdieping naar beneden, naar de subway. Hier, onder (of eigenlijk naast en rondom) de melkput vinden we onder anderen de laagliggende vacuumleiding en de melkleiding. “Dit scheelt ruimte in de melkput. Als de monsternemer langskomt, kan hij/zij heel gemakkelijk de melk aftappen”, wijst Ketelaars.
In de subway zijn onder anderen ook de waterbuffer voor de voorkoeling te zien. Hiervoor werd een ingenieus ondergronds zwembad aangelegd. Ook is er een regenwateropslag. Dit water wordt gebruikt om de vloer van de melkput schoon te spuiten.

Nieuwe bestemming voor oude gebouwen
In de voormalige ligboxenstal van Jos Rijkers zitten in plaats van de melkkoeien nu de jongste kalveren. Ligboxen hebben plaatsgemaakt voor eenlingboxen en strohokken. Veel van dergelijke verbouwingswerkzaamheden worden in eigen beheer gedaan. Doel van Ketelaars is het aantal eenlingboxen verder uit te breiden. “Niet om ze allemaal tegelijk vol te leggen, maar om ze lang genoeg leeg te kunnen laten staan. Dat is de beste manier om van ziektekiemen de kop in te drukken.”

Ook de stal op het ouderlijk bedrijf van Ketelaars krijgt een nieuwe bestemming. “Mijn broer wil daar graag een zorgboerderij beginnen. Hij gebruikt dan de stal en een klein stukje grond. De rest van de grond hebben we met Trentmilk in gebruik.”
Al met al is Ketelaars heel blij met de overgang naar het nieuwe bedrijf. “Achteraf gezien was het drie jaar lang zwoegen op twee bedrijven. Dat dit nu niet meer hoeft, voelt als een verademing. Het werkt plezierig en het is fijn dat Jos zich ook nog met zijn rolstoel over het bedrijf kan bewegen en elke dag mag genieten van de koeien op de boerderij.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman