Een gezond rantsoen is de sleutel tot een productieve en goed presterende melkkoe. Voor biologische melkveehouders kan samenstellen van een goed rantsoen extra uitdagend zijn. Daarom organiseerde ABZ Diervoeding op 30 januari het Bio Event. De boodschap: een juiste balans tussen ruwvoer, mineralen en krachtvoer maakt het verschil. Factoren zoals graskwaliteit, bemesting en verteringsprocessen in de pens spelen hierin een cruciale rol. Met inzichten uit praktijkproeven en de 3VA-score wordt duidelijk hoe melkveehouders hun rantsoen kunnen verfijnen voor optimale resultaten.

Een gezonde basis
Een gezond en optimaal rantsoen samenstellen kan op biologische melkveebedrijven erg uitdagend zijn. Arjan Mulder en Berend Logtenberg, specialisten Rundveehouderij bij ABZ Diervoeding, deelden de basisprincipes van de voedingspiramide van koeien. Gras en snijmaïs vormen volgens dit model de fundering, gevolgd door bijproducten, mineralen en krachtvoer. “Het geheim: Hoe beter de basis, hoe minder dure toevoegingen nodig zijn”, stelt Mulder.
Streven naar topkwaliteit
Gras blijft het belangrijkste ruwvoer op melkveebedrijven. Maar hoe zorgen we voor een kuil van topkwaliteit? Een juiste graskeuze, bemesting en maaimoment spelen hierin een belangrijke rol. Te diep maaien verhoogt de totale opbrengst, maar zorgt ook voor meer stengel in de kuil. Dit beïnvloedt de voederwaarde en daarmee ook de verteerbaarheid. Ook het weer bepaalt voor een belangrijk deel de samenstelling van het gras. In het voorjaar, bij zonnige dagen en koude nachten, stapelt gras suikers op, terwijl in warme zomernachten deze suikers sneller worden omgezet in eiwit. Door te maaien op het juiste moment en het gras voldoende te laten indrogen, blijft de voederwaarde behouden.
Rassenkeuze speelt een rol bij het vinden van de juiste balans in het rantsoen. Engels raaigrasrassen, bijvoorbeeld, hebben specifieke doorschietdata, variërend van zestien mei voor vroege rassen tot negen juni voor late rassen. Het kiezen van de juiste verhouding tussen structuur en energie is hierbij een kwestie van balans.
Een goed grasbestand legt de basis, maar om de groei en voederwaarde te optimaliseren heeft ABZ Diervoeding geëxperimenteerd met polysulfaat-bemesting. Polysulfaat is een product bestaande uit kalium, magnesium, calcium en zwavel. Uit praktijkproeven bleek dat het strooien van 250 kilogram polysulfaat per hectare een verhoogde droge stof-opbrengst en meer eiwit in de graskuil oplevert. Melkveehouders, zowel op zand- als kleigrond, waren dan ook erg tevreden over de resultaten van de praktijkproeven.
Motor van de koe
Een goed functionerende pens zorgt voor een optimale benutting van energie en eiwitten. ABZ Diervoeding hanteert hiervoor de 3VA-score, een Vertering Analyse die inzicht geeft in de balans tussen eiwit, energie en vezels in het rantsoen. De score wordt bepaald op basis van koesignalen, mestzeven en de verdeling van de fracties in de mest. Hiervoor wordt met de hand ongeveer één liter mest van vijf koeien verzameld en uitgespoeld. Na het zeven blijft de mest verdeeld in drie fracties: grof, midden en fijn. Deze worden geanalyseerd en vergeleken om te bepalen of het rantsoen optimaal wordt benut. Ook het ureumgehalte in de melk kan een belangrijke indicator zijn.
De kracht van de 3VA-score is dat het niet alleen inzicht geeft in de vertering, maar ook direct toepasbare handvatten biedt voor rantsoenoptimalisatie. Elk voedermiddel, zoals brok, meelmengsels en bijproducten, heeft een eigen 3VA-score. De volgorde van de 3VA-score van de mest geeft aan welke componenten in het rantsoen als eerste moeten worden aangepast. Door de juiste aanpassingen te maken, functioneert de koe beter en produceert ze efficiënter melk. Daarnaast geeft de analyse inzicht in de verteerbaarheid van ruwvoer. Veehouders kunnen hierdoor maatregelen nemen die niet alleen op korte, maar ook op lange termijn bijdragen aan een goede penswerking.
Kansen voor agrariërs
Michaël Wilde, eigenaar van advies- en projectbureau “The Organic Embassy”, benadrukt dat fundamentele veranderingen zoals de omslag naar biologische landbouw tijd kost. “Biologische boeren wordt soms nog met veel voorzichtigheid benaderd, terwijl natuurinclusieve landbouw een warm welkom krijgt in de maatschappij. Dit komt deels door de perceptie dat biologische boeren inflexibel zouden zijn. In werkelijkheid ligt hier juist een kans om het gesprek aan te gaan en te laten zien hoe biologisch bijdraagt aan biodiversiteit, dierenwelzijn en klimaatoplossingen.” Het uiteindelijke doel? “Een voedselsysteem waarin agrariërs blijven produceren op een manier die zowel ecologisch als economisch houdbaar is.”
De biologische tak van ABZ
De biologische veevoersector blijft in ontwikkeling. En met groei komen ook uitdagingen. Biologische veehouders worden geconfronteerd met schommelende markten en beschikbaarheid van grondstoffen. Om hierop in te spelen, zoekt de ABZ Diervoeding-fabriek in Meppel naar nieuwe mogelijkheden. Deze locatie, strategisch gelegen aan de A28/A32, produceert naast regulier pluimveevoer ook gespecialiseerd biologisch voer voor herkauwers, varkens en pluimvee. Innovatieve oplossingen, zoals de vervanging van soja door dierlijke eiwitten en het gebruik van vismeel, worden hier onderzocht en toegepast.
Tekst: Annabel Klein Woolthuis
Beeld: ABZ Diervoeding