Melkveeproefbedrijf De Marke in Hengelo (Gld.) stuurt al jaren scherp op een efficiënte mineralenbenutting en streeft daarin naar een duurzame koe met een hoge levensproductie. In 2011 stond de vraag centraal welke type koe past bij deze bedrijfsvoering. Robuustheid, koeien die lang mee gaan en de capaciteit hebben om veel ruwvoer om te zetten in melk. Nu 10 jaar later, blijkt dat het inkruisen zorgt voor meer stierkeuze, en dat beide fokdoelen passen in deze bedrijfssituatie. De belangrijkste conclusie is om te kijken naar je eigen bedrijfsvoering; wat daarbij past en vast te houden aan het fokdoel en alleen die stieren te selecteren die daaraan voldoen.
Het toepassen van een meer circulaire bedrijfsvoering heeft gevolgen voor het rantsoen van de melkkoeien en ook voor het type koe. Bij De Marke worden mineralen zo efficiënt mogelijk gebruikt om de ecologische voetafdruk van de boerderij zo klein mogelijk te krijgen. De gemiddelde melkproductie ligt jaarlijks op 8500 kg melk per koe en 13000 kg melk per ha geproduceerd.
Veestapel op De Marke
De 85 melkkoeien bestaan op De Marke voor de helft uit Holstein koeien en voor de helft uit driewegkruisingen. Dit is een rotatiekruising van drie rassen: Holstein, Montbéliarde en Zweeds Roodbont. De vrouwelijke dieren worden steeds gekruist met mannelijke dieren van deze drie rassen, om en om per generatie. De nakomelingen worden gebruikt als de volgende generatie melkvee. Met het kruisen is in 2011 begonnen vanuit de wens naar een robuustere koe; die om kan gaan met een steeds veranderende omgeving, duurzaam is en een hogere levensproductie heeft. In dat kader geeft de analyse van de prestaties van de koeien op De Marke een indruk welke eigenschappen van de dieren (fokdoel) maken dat ze zo optimaal mogelijk passen in dit duurzame bedrijfssysteem. De onderzoeksvragen betreffen de prestaties op de kenmerken: productie, reproductie, gezondheid en levensproductie en dan wordt gekeken naar:
- Bedrijfsvergelijking met het Nederlandse gemiddelde
- Vergelijking van de selectielijnen op De Marke (Holstein (HF) met driewegkruising (X)
Analyse benadrukt belang van genetische variatie
Voor de berekeningen zijn uit de periode 2014 tot 2019 446 lactaties van 187 koeien tot en met lactatie 5 geanalyseerd om een goede vergelijking te kunnen maken in prestaties van dieren. Dit zijn zuivere lijnsdieren, tweewegkruisingen en de jongere dieren zijn uit driewegkruisingen. De vraag of de dieren nu ook ouder worden dan 10 jaar geleden kan op dit moment nog niet beantwoord worden. De analyses laten zien dat in het bedrijfssysteem van De Marke; dat gericht is op efficiënt mineralengebruik, een melkproductie kan worden behaald die vergelijkbaar is met de landelijke zwartbont melkvee trend. Waarbij de gehaltes boven gemiddeld zijn.
De gemiddelden voor reproductiekenmerken steken gunstig af tegen de landelijke gemiddelden. Bij vergelijking van de prestaties van de lijnen blijkt dat ze de fokwaarden voor de verschillende kenmerken volgen en dat op gehaltes en gezondheidskenmerken is geselecteerd. Met name de selectie op kg melk is lager dan landelijk geweest. Na 2015 is meer op productie geselecteerd en bij Holstein is selectie op productie wat makkelijker dan bij de andere rassen. Het advies is om hier ook voor de andere rassen goed aandacht op te houden. De analyse benadrukt het belang van genetische variatie binnen en tussen rassen om gericht te kunnen selecteren voor fokprogramma’s waarbij dieren in een andere productieomgeving moeten presteren, zoals het geval is bij de overgang naar een meer circulaire melkveehouderij.
Selectie bepalend voor resultaat fokdoelen
De conclusie is dat je krijgt waar je op selecteert. Fokwaarden kunnen hier heel goed bij helpen. Kruisen met andere rassen geeft meer variatie en keuze voor je fokdoel, maar ook binnen het Holstein ras is de variatie groot. Het advies is om vast te houden aan het vastgestelde fokdoel. Alleen als een stier goed genoeg is voor al je fokdoelkenmerken, dan zet je deze stier in. Kruisen is niet altijd de oplossing, maar één van de manieren om gezonde koeien te fokken. Uiteindelijk leiden er meerdere wegen naar Rome.
Bron: Verantwoorde Veehouderij