Er worden steeds meer speciale tepelvoeringen gebruikt die ook steeds vaker niet het originele merk van de melkinstallatie zijn. En soms plaatst de veehouder de nieuwe tepelvoeringen zelf. Dit alles hoeft geen probleem te zijn. Wel zijn er een aantal aandachtspunten.
Vervanging van de tepelvoeringen kan de reservecapaciteit, de melkmeting, het vacuümniveau en de pulsaties van de melkinstallatie beïnvloeden. Daarom moet worden aangetoond dat de installatie nog voldoet aan de vooropgestelde normen.
Aandachtspunten bij het vervangen van tepelvoeringen
Een aantal parameters van de melkinstallatie kan mogelijks worden beïnvloed door het plaatsen van een ander type tepelvoering.
1. Melkinstallatie moet over voldoende reservecapaciteit beschikken
Een melkinstallatie dient steeds over voldoende reservecapaciteit te beschikken. Extra luchtinlaat (bv. bij kopbeluchting) kan leiden tot onvoldoende reservecapaciteit van de vacuümpomp. Deze reservecapaciteit is nodig om calamiteiten tijdens het melken op te vangen (bv. voorkomen dat alle melkstellen afvallen wanneer één stel wordt afgetrapt) maar ook voor een goede reiniging van de installatie.
2. Let op melkmeters
Een versnelde afvoer van de melk kan de werking van bepaalde types melkmeters beïnvloeden waardoor geen correcte melkmeting ontstaat zodat verkeerde cijfers gebruikt worden voor o.a. de MPR-registratie, krachtvoedergift, enz.
3. Daling van het bedrijfsvacuüm
Wanneer te veel lucht in de installatie wordt gelaten, bestaat het risico dat er een te grote daling van het bedrijfsvacuüm optreedt. Dit kan bijvoorbeeld aanleiding geven tot minder goed uitmelken van de koeien.
4. Materiaal van tepelvoering of tepelbeker
Bij de pulsatie is het niet de extra luchtinlaat die een goede werking zou kunnen beïnvloeden. In dit geval zal het eerder de vorm of het materiaal van de niet-merk-gebonden tepelvoering of tepelbeker zijn die effect kan hebben op de verschillende fases van de pulsatie en bijgevolg ook op het verloop van het melkproces.
5. Rubberen tepelvoeringen na 2.500 melkbeurten vervangen
In principe dienen rubberen tepelvoeringen na 2.500 melkbeurten (per melkstel!) vervangen te worden. Wel hebben bepaalde firma’s specifieke voorschriften. De keuze van merk en/of type tepelvoering moet doordacht en op maat gebeuren. Wat vooral niet uit het oog mag worden verloren, is het mogelijk effect van bepaalde tepelvoeringen op de goede werking van de installatie in het algemeen. In het bijzonder zijn het vooral reservecapaciteit, melkmeting, vacuümniveau en pulsaties die kunnen worden beïnvloed. Na het vervangen van de tepelvoeringen kan enkel aan de hand van een volledige doormeting, uitgevoerd door een erkend technicus, worden aangetoond dat de installatie nog voldoet aan de normen.
Dit artikel is afkomstig uit het vakblad Melkveebedrijf. Meer van zulke artikelen lezen? Klik hier!