Het saldo van het gestandaardiseerde melkveebedrijf kwam in augustus 2023 uit op 19.000 euro. Het saldo melkveehouderij kwam hiermee 43 procent lager uit dan in januari van dit jaar en 42 procent lager dan dezelfde maand van het voorgaande jaar. Ondanks deze forse daling lag het saldo slechts een paar procent onder het langjarig gemiddelde van deze maand. De Nederlandse zuivelnoteringen zijn in 2023 10 tot 22 procent gedaald. Het gestandaardiseerde bedrijf is een bedrijf van 110 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 8.850 liter per koe.
Saldo melkveehouderij laag door dalende melkprijs
In 2022 steeg de melkprijs van 44,50 euro per 100 kg naar 63 euro, wat 54 procent boven het tienjarig gemiddelde was. In 2023 nam deze af van bijna 60 euro naar 42 euro in augustus. Hiermee is de prijs onder het laagste niveau van 2022 beland. Over 2022 stegen de toegerekende kosten ook tot een nog niet eerder bereikte hoogte, gemiddeld in 2022 40 procent boven het tienjarig gemiddelde. Echter, vanaf maart 2023 lagen de toegerekende kosten weer onder het niveau van een jaar eerder. Dit resulteerde in een saldo dat in augustus 2023 net onder het niveau van het tienjarig gemiddelde van deze maand lag, en 42 procent onder het niveau van augustus 2022.
De prijzen van kalveren lagen in augustus van dit jaar 74 procent hoger dan het langjarig gemiddelde, voor slachtkoeien lagen de prijzen 41 procent lager. In vergelijking met dezelfde maand van het vorig jaar lagen de kalverprijzen in augustus 17 procent hoger en die van de slachtkoeien 15 procent lager.
Kosten van krachtvoer ook van invloed op saldo melkveehouderij
De prijs van krachtvoer steeg fors in 2022, maar in de loop van de zomer begon deze licht te dalen. In augustus 2023 lag de prijs van krachtvoer 14 procent onder het niveau van dezelfde maand in 2022. De prijs van mais lag 35 procent hoger dan een jaar geleden en die van hooi was 14 procent hoger.
Voortschrijdend jaarsaldo melkveehouderij
Het voortschrijdend jaarsaldo nam vanaf april 2021 tot en met maart 2023 toe doordat de stijging van de melkprijs de hogere kosten van vooral voer en meststoffen ruimschoots compenseerde. Ook hogere veeprijzen droegen hieraan bij.
Ondanks de lagere melkprijs over de eerste vier maanden van 2023 neemt het voortschrijdend saldo in die periode nog wel toe. Vanaf april is de melkprijs onder het niveau gekomen van dezelfde maand in 2022 en met name hierdoor daalt het voortschrijdend saldo. Dit saldo is gedaald van ruim 50 procent boven het langjarig gemiddelde aan het begin van het jaar tot 35 procent in augustus. Het saldo ligt dus nog wel ruimschoots boven het voortschrijdend gemiddelde.
Zuivelnoteringen en melkaanvoer
De Nederlandse zuivelnoteringen stegen tot half september 2022 en begonnen daarna te dalen. De noteringen lagen in september 2023 onder het niveau van begin dit jaar, variërend van rond de 10 procent voor boter tot 22 procent voor magere melkpoeder. Omdat meer dan de helft van de Nederlandse melk tot kaas wordt verwerkt, is de prijsontwikkeling hiervan belangrijk. De EU-kaasprijs steeg in 2022 tot en met begin november met ongeveer 45 procent. Daarna trad er een daling op. De totale daling na deze piek in november bedroeg ruim 20 procent. De daling vond vooral plaats in 2023.
In 2022 was de melkaanvoer in Nederland 1 procent hoger dan het jaar ervoor. De verwachting is dat deze in 2023 voor Europa met 0,6 procent zal toenemen. Voor de Nederlandse productie is nog geen raming voor het jaar 2023. De uitstoot van de stikstof moet worden aangepakt en de snelheid waarmee dit gebeurt bepaalt mede de ontwikkeling van de melkaanvoer de komende maanden. Ook de afbouw van de derogatie en de noodzaak van bufferstroken zijn hierop van invloed. Over de eerste acht maanden van 2023 nam de melkaanvoer nog gemiddeld met ruim 2,5 procent toe in vergelijking met dezelfde periode van het voorgaande jaar. De toename vlakt wel af van bijna 5 procent in januari naar 0,3 procent in augustus.
De Europese melkproductie nam in 2023 over de eerste 6 maanden met 0,8 procent toe. In een aantal landen nam de melkproductie echter af: Frankrijk (-2 procent), Italië (-1 procent) en Ierland (-1 procent). Van de belangrijkste zuivelproducerende landen buiten Europa varieert de melkproductie over het eerste halfjaar van 2023 eveneens: in Australië (-2 procent), Argentinië (-0,4 procent) en neemt in Amerika, Canada, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk toe met 1 à 2 procent.
Global Dairy Trade
De Global Dairy Trade index daalt vanaf maart 2022 met af en toe een kleine opleving. Gemiddeld is de index vanaf begin 2022 met 35 procent gedaald en vanaf begin 2023 met 15 procent.
Lees ook – Forse schommelingen in saldo veehouderij
Bron: Agrimatie