Het panel ‘Langetermijnprognoses melkveehouderij’ schat de gemiddelde melkprijs tot en met 2032 in op 38,50 euro per 100 kg melk. Dit is een inschatting van de melkprijs voor de komende 8 tot 10 jaar op basis van de voorspelde ontwikkelingen van de zuivelmarkt door de EU Agricultural Outlook en de invloed van deze ontwikkelingen op de melkprijs in Nederland. Dat stelt het panel van financieel deskundigen uit de zuivelsector.
Norm voor melkprijs met 1,50 euro verhoogt
Het deskundigenpanel ‘Langetermijnprognoses melkveehouderij’ heeft nieuwe uitgangspunten en normen vastgesteld voor de langetermijnbegrotingen. De gemiddelde melkprijs tot en met 2032 wordt door het panel ingeschat op € 38,50 per 100 kg melk, inclusief alle contante nabetalingen en toeslagen die tot uiting komen in de kasstroom (exclusief bijschrijvingen, ledenrekening en exclusief 9% btw). Dit is € 1,50 stijging ten opzichte van de verwachte melkprijs die vorig jaar tot stand kwam. Hierbij is rekening gehouden met een productiedaling (extensivering), een onrustige markt en toenemende kosten.
Het panel verwacht dat de kosten zullen stijgen door de inpassing van de klimaat-, biodiversiteits- en grondgebondenheidsdoelen en toenemende bewerkingskosten op de melkveebedrijven. In de begrotingen is het raadzaam om met deze stijgende kosten rekening mee te houden.
Op de korte termijn liggen prijsniveaus van zowel melk als voer op een veel hoger niveau. Een lijn die in 2021 was ingezet en versterkt is door de oorlog in de Oekraïne.
Basis voor prognose melkprijs
De prognose voor de melkprijs is gebaseerd op de EU Agricultural Outlook van de EU-commissie met daarbij een inschatting van het deskundigenpanel over de invloed van deze ontwikkelingen op de melkprijs in Nederland. Naast de ontwikkeling van de melkprijs spelen de voerprijzen een rol. De voerprijzen die vorig jaar zijn ingeschat, worden verhoogd met 10 procent, wat neerkomt op € 2,50 per 100 kg en € 3,50 voor zeer eiwitrijke voeders.
Deze normen worden gebruikt bij bedrijfsbegrotingen door en/of voor veehouders en bij de beoordeling van diverse bedrijfseconomische- en financieringsvraagstukken binnen de overheid. Het deskundigenpanel bestaat uit vertegenwoordigers van banken, Land- en Tuinbouw Organisatie, accountantsbureaus, ZuivelNL, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), DLV Advies en Wageningen University & Research.
Bedrijfsspecifieke prognose
De wijze waarop sinds enkele jaren de bedrijfsspecifieke melkprijs wordt bepaald, blijkt goed te werken. Deze prijs is gebaseerd op de contante melkprijs die het bedrijf de afgelopen (minimaal) drie jaar ontving. Dit is exclusief bijschrijvingen op naam. Vervolgens wordt het verschil met de landelijk gemiddelde melkprijs van Wageningen Economic Research (WEcR, zie tabel 1) bepaald. Dit verschil is bepalend voor de afwijking ten opzichte van de norm van € 38,50. Dus een bedrijf dat gemiddeld 0,5 cent per kilo melk minder ontving wordt “doorgerekend” op € 38,00 per 100 kg.
Bijschrijving ledenrekening 3) | |||
Jaar | WEcR referentie 1) (excl. btw) | FrieslandCampina | DOC |
2013 | 42,00 | 1,23 | 0,68 |
2014 | 41,46 | 1,07 | 0,68 |
2015 | 33,20 | 1,28 | 0,68 |
2016 | 31,09 | 1,25 | 0,63 |
2017 | 39,75 | 0,30 | 0,63 |
2018 | 37,45 | 0,13 | 0,58 |
2019 | 37,91 | 0,31 | 0,58 |
2020 | 35,93 | 0,00 | 0,58 |
2021 | 39,45 2) | 0,00 | 0,58 |
1) Wageningen Economic Research fabrieksprijs, inclusief toeslagen/kortingen & nabetalingen, exclusief toevoegingen ledenrekening
2) Betreft de raming
3) Van andere afnemers kan bijschrijving ledenrekening uit de boekhouding afgeleid worden
Mestafzet
De kosten voor mestafzet zijn sterk regionaal gebonden. Daarbij speelt het onderscheid in reguliere afzet en verwerking, omdat verwerking op basis van een mestverwerkingsovereenkomst (MVO) of vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) extra kosten met zich meebrengt. Voor reguliere afzet van mest kan worden gerekend met 5 tot 14 Euro/kuub afhankelijk van de regionale verschillen. Extra kosten voor bemonstering en analyse zijn 1,50 tot 3 Euro per kuub. Hierbij is uitgegaan van behoud van derogatie voor de lange termijn.
De normen en de uitwerking van de normen worden gepubliceerd in ‘Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2022-2023’, een uitgave van Wageningen Livestock Research die verschijnt in september.
Bron: WUR