De melkveesector doet het goed. De prijzen van zuivelproducten stijgen, mede dankzij een toenemende vraag. De sector kan deze stijging, van vermoedelijk 8,5 procent, maar nauwelijks bijhouden. Maar ook de kosten op het melkveebedrijf stijgen mee met gemiddeld 14.000 euro. Dat is ruim zesduizend euro hoger dan vorig jaar. Denk hierbij aan toenemende kosten voor rente, machines, mestafzet en diergezondheidskosten, zoals inentingen tegen blauwtong. Desalniettemin zijn de opbrengsten ruim voldoende om de toenemende kosten te compenseren.
Inkomen op melkveebedrijven gestegen
Het gemiddelde inkomen van melkveehouders wordt in 2024 geraamd op 74.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Dit is negenduizend euro meer dan in 2023 en elfduizend euro hoger dan het gemiddelde voor 2019-2023. Het lagere aanbod van melk bij een toegenomen vraag naar zuivelproducten zorgt voor een stijging van de zuivelprijzen. Daarnaast zijn de prijzen van verkochte kalveren en slachtkoeien in 2024 ook verder gestegen.
Het gemiddelde inkomen van het biologische melkveebedrijf wordt voor 2024 geraamd op 33.000 euro per onbetaalde aje. Dit is een afname van 16.000 euro ten opzichte van 2023 en 14.000 euro lager dan het gemiddelde voor 2019-2023. De gemiddelde biologische melkprijs stijgt naar verwachting met één procent. De licht gestegen melkopbrengsten zijn niet toereikend om de gestegen kosten van rente, gebouwen, machines en werktuigen te compenseren. Maar Alfons Beldman, onderzoeker melkveehouderij, duurzaamheid en ondernemerschap, merkt toch een toenemende interesse op voor de biologische melkveehouderij. “We zien dat het volume van de biologische sector met twintig procent is toegenomen. Dat lijkt veel, maar binnen de gehele sector zijn biologische melkveehouders toch nog steeds beperkt vertegenwoordigt met een volume van slechts 2,5 procent.”
Algemene inkomensraming Wageningen Economic Research
In 2024 raamt Wageningen Economic Research het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje voor land- en tuinbouwbedrijven op 109.000 euro. Deze berekening is gebaseerd op informatie afkomstig van alle deelnemers binnen het bedrijveninformatienet (BIN). Dat is tienduizend euro lager dan het gemiddelde inkomen van 2023. Desalniettemin is het geraamde inkomen in 2024 toch twintigduizend euro hoger dan het gemiddelde voor 2019-2023.
Grote inkomensverschillen
Gemiddelde aje berekeningen zeggen niet alles. De verschillen in bedrijfsinkomens zijn namelijk groot. Twintig procent van de bedrijven heeft een negatief inkomen, terwijl ook twintig procent meer dan 131.000 euro per onbetaalde aje verdient. “Deze trend is sector breed. We kunnen dus niet stellen dat een specifieke sector verantwoordelijk is voor deze spreiding”, aldus Roel Jongeneel, onderzoeker bij Wageningen Research.
Onbetaalde arbeidsjaareenheid
Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde aje. Agrarische ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren vaak het merendeel van de arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar tweeduizend uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken. Het gemiddeld aantal onbetaalde aje per bedrijfstype verschilt namelijk sterk.
Tekst: Annabel Klein Woolthuis