In 2021 koerst de agrarische sector af op een productiegroei van 1,5 procent. In 2022 remmen de stikstofmaatregelen echter de groei en wordt een krimp van -0,5 procent verwacht. De productie en omzet in de glastuinbouw en akkerbouw kunnen verder doorgroeien, maar voor de veehouderij ligt een daling in het verschiet. De prijsontwikkelingen zijn in de zuivel en de sierteelt in 2021 zeer gunstig geweest en ook voor 2022 lijkt het perspectief goed. In de varkens- en pluimveehouderij was de prijsontwikkeling slecht respectievelijk matig. De vaak erg hoge energie- en grondstoffenkosten beperken de verbetering van het rendement in alle segmenten flink. Dat schrijft Henk van den Brink, sectoreconoom bij ING, in een vooruitzicht voor 2022.
Stikstofbeleid drukt productievolume
Mede door de productiedip tijdens de eerste lockdown in maart/april 2020 kon er een jaar later fors productieherstel worden genoteerd. De volumegroei in het tweede en derde kwartaal bedroeg 2,5%. Gemiddeld zal de groei in 2021 naar verwachting op ongeveer 1,5% uitkomen. In 2022 zal de volumegroei voor agrarische sector als geheel waarschijnlijk licht krimpen (-0,5%). Het nieuwe Coalitieakkoord zet fors in op aanscherping van het stikstofbeleid. Dit betekent dat de veestapel geleidelijk verder in omvang zal afnemen, waardoor de productie in de veehouderij met enkele procenten zal dalen. Vooral de glastuinbouw en in mindere mate ook de akkerbouw zullen echter groeisectoren blijven. Per saldo komt de totale productiekrimp daarmee uit op circa 0,5%.
Strijd om de (stikstof)ruimte ook centraal in Coalitieakkoord
De Nederlandse agrariërs opereren momenteel in een snelkookpan van beleids- en andere externe ontwikkelingen, zowel nationaal, Europees als mondiaal. Nationaal overheerst de stikstofcrisis, veel meer dan de corona-, energie- of grondstoffencrisis. Dat het stikstofbeleid voor de agrarische sector de komende jaren het belangrijkste onderwerp blijft; blijkt uit de mogelijke aanstelling van een extra minister of staatssecretaris voor het stikstofdossier op het Ministerie van LNV in het nieuwe kabinet. Voor onder meer de benodigde investeringen in woningbouw, infrastructuur en de energietransitie is stikstofruimte nodig. Alle ogen zijn hierbij gericht op landbouwgrond. Ook uit het Coalitieakkoord blijkt dat de druk op grond de komende jaren zeer hoog zal blijven.
Voor de aanpak van het stikstofprobleem en de daaraan gekoppelde landbouwtransitie komt er een Stikstoffonds van 25 miljard euro dat tot en met 2035 beschikbaar is. De eerste uitgaven (700 miljoen) staan begroot voor 2023 en deze lopen elk jaar verder op. Bijna 60% van het begrotingsfonds is bestemd voor opkoop van veehouderijen en financiële afwaardering van grond in de melkveehouderij. Provincies voeren de regie en de aanpak zal per gebied verschillen. Andere elementen in het akkoord zijn de intentie om een suikerbelasting in te voeren en de BTW-heffing op groenten en fruit naar 0% te verlagen.
Europees beleid gericht op verduurzaming landbouw
Het nieuwe GLB en de Nederlandse invulling daarvan in het Nationaal Strategisch Plan leiden tot stapsgewijze overheveling van geld van rechtstreekse inkomenssteun naar eco-regelingen. Dit is op het gebied van natuur, landschap en verduurzaming. Ook de Europese Green Deal, de Boer-tot-Bordstrategie en de ideeën op het gebied van ‘carbon farming’ hebben allemaal één doel; verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw.
Hoge voedselprijzen, mondiaal en nationaal
De nationale en Europese (beleids)ontwikkelingen richting verduurzaming vinden plaats tegen de achtergrond van de mondiaal dit jaar hoog opgelopen grondstoffen- en voedselprijzen. De FAO-index noteert de laatste maanden de hoogste waardes in ruim tien jaar tijd. Hoewel recent de vleesprijzen wat dalen, kennen zuivel- en graanprijzen nog altijd een stijgende lijn en blijven de prijzen van oliën en suiker zeer hoog. De gestegen voedselprijzen dragen naar verwachting in de eerste helft van 2022 in toenemende mate toe aan de hoge inflatiepercentages. De prijsstijging van voedsel nam in november sterk toe van 0,2% naar 1,1% jaar-op-jaar. Vooral aardappelen, groenten en melk, kaas en eieren kennen een oplopende tendens.
Hoge prijzen, maar ook hoge kosten voor melkveehouders: slecht voor rendement
In de loop van 2021 herstelden de melkprijzen van de lage niveaus in 2020; om in de laatste maanden zelfs uit te komen op niveaus van ruim boven de 40 euro per 100 kilogram. Voor alle ‘groene’ uitdagingen waar de sector voor staat is dit een gezond prijsniveau. De verwachting is dat door een gematigd aanbod en een hoge vraag ook de komende maanden dit hoge prijsniveau kan worden gehandhaafd. Mede door de recordhoge kosten van krachtvoer was het verstrekken van uitgebalanceerd voer aan de koeien lastig en werd de productie per koe minder. Ook de totale melkproductie nam hierdoor in 2021 af, met ruim 2%.
Meer stoppers in melkveehouderij, maar goed perspectief voor blijvers
Doorgaans is de productie van stoppende melkveehouders opgepakt door de blijvers; maar de opgelegde 20% afroming van fosfaatruimte bij verkoop van het melkveebedrijf heeft ook aan de productiekrimp bijgedragen. In de komende jaren zullen extra veel melkveehouders stoppen; omdat ze boeren nabij natuurgebieden en vanwege de stikstofdoelen zullen worden uitgekocht. De binnen- en buitenlandse vraag naar zuivelproducten blijft in 2022 echter op peil, ook al zal de vraag door aangescherpte coronamaatregelen mogelijk tijdelijk iets inzakken. De komende jaren wachten melkveehouders nog talrijke andere uitdagingen: kringlooplandbouw, toenemende variatie in melkstromen en veranderend Europees (subsidie)beleid zullen de bedrijfsvoering beïnvloeden. Echter, zolang de focus op ontwikkeling van de kasstroom in plaats van enkel op groei van de eigen melkveestapel wordt gelegd; is het toekomstperspectief voor de blijvers positief.
Bron: ING