“Een investering in extra wielen terugverdienen is eigenlijk helemaal niet moeilijk”, vertelt Douwe van der Molen van de firma Evenboer. “Zolang je de kop maar niet in het zand steekt. Schade door sporen en een kapot gereden zode is vaak niet direct zichtbaar. We wachten even en zie daar, alles is weer net zo groen als vorig jaar. Maar dan houdt de natuur je voor de gek.”
Van der Molen is door gesprekken met boeren en loonwerkers en door eigen ervaringen in de loop der jaren heel wat wijzer als het gaat om goed bodembeheer. Met de firma Evenboer uit Broek in Waterland is hij sinds 2022 fabrikant van DWM-tandemonderstellen. Daarvoor werden de tandemonderstellen bij DWM in het Friese Nieuweschoot gefabriceerd.
In 1986 bedacht DWM voor een grote melkveehouder het eerste achtwielige tandemstel. Deze melkveehouder zag dat door het stalvoeren zijn land aftakelde en er steeds meer onkruid verscheen in de sporen en op de kopakkers. De kwaliteit van het voer liep achteruit en op delen van het land hoefde je volgens Van der Molen zelfs met een klein buitje niet meer te komen, omdat de bovenlaag het water niet meer doorliet. “Toen de investering in een nieuwe wagen in gedachten kwam, hebben we daar als ‘de smid’ en veehouder het idee voor acht wielen bedacht. We hebben toen het eerste meelopend gestuurde tandemaggregaat ontwikkeld en gebouwd. Dit eerste tandem is nog steeds in gebruik”, vertelt Van der Molen trots.
Spoorvorming en zodebeschadiging
Spoorvorming en zodebeschadiging zijn zichtbare uitingen van bodembederf. “Spoorvorming zorgt voor een oneffen dwarsdoorsnede. Helaas is het een feit dat je vaak steeds weer door hetzelfde spoor rijdt. Met name bij natte omstandigheden masseer je de grond zodanig, dat de toplaag verdicht, er plassen blijven staan en het onkruid het gras verdringt. Dit wordt ook nog eens versterkt door het maaien, omdat je in de sporen alleen topt en de randen te kort maait. Met name die randen in combinatie met maaien, schudden en harken zorgen voor een hoog ruw as-gehalte in de kuil”, zo legt Van der Molen het eerste deel van het probleem bloot.
Zodebeschadigingontstaat met name door de spoorvorming in combinatie met het sturen. “De meeste tandems met vier wielen hebben de breedst mogelijk banden en daarvoor wordt stuurhoek opgeofferd. Van achttien naar tien graden is geen unicum. Ga je dan op de kopakker scherp door de bocht, dan wringen de achterwielen van de tandem de zode los. Met name bij een vol beladen wagen geeft dit veel schade. Zelf zie je dat niet gebeuren op je trekker. Hooguit de volgende dag en met een beetje mazzel is het groeizaam weer. Gras er over.”
De tweede vorm van zodebeschadiging treedt volgens Van der Molen op wanneer het gras twee keer met een te hoge oppervlaktedruk wordt overreden. “De knik in de grasstengel zorgt voor een slechte hergroei. Dit kun je zien door de andere kleur van het gras in de rijsporen. De streepjespyjama. Dat wil je als boer niet zien.”

Structuurbederf: de onzichtbare vijand
Structuurbederf ontstaat zowel in de toplaag als in de onderlagen van de bodem. Het gebeurt met name op de klei- en op de zandbodem. Veenbodem is eigenlijk een buitenbeentje. Deze wordt als minder draagkrachtig beschouwd, maar zolang je er geen breuk in aanbrengt, dus de zode heel houdt, blijf je boven de grond. Gaat dit mis, dan stop je en ga je om hulp. “Hier helpt een vier sporen – achtwiel-tandem enorm om je land heel te houden en tegelijkertijd behoorlijke lasten te kunnen dragen. Bij veengrond gaat het met name om de postzegel. Die bestaat uit de acht footprints van de wielen met de ruimtes er tussen. Deze aaneengesloten rechthoek geeft de draagkracht, omdat het verband in bodem en zode hem heel houdt. Hierdoor ontstaat er geen scheurvorming en geen insporing. Je ziet de volle wagen op zo’n drijvende zode soms wel vijftien centimeter dieper rijden dan het omliggende land en dat zonder een litteken achter te laten.” Volgens Van der Molen heeft alles een grens en moet je bij de aanschaf serieus nadenken welke grootte wagen met welk tandemaggregaat bij je bodem past. “Op deze slappe bodem heb je weinig last van structuurbederf. Zit je echter in een overgangsgebied van twee bodemsoorten, dan ligt dit weer moeilijker. Over het algemeen is de doorlaatbaarheid, zowel voor water als zuurstof van de veenbodem goed te noemen. Veenbodem herstelt zich over het algemeen goed, maar zware inrijschade moet je vermijden.”
Structuurbederf op kleibodem
Zo gauw je een natte periode in gaat, kun je als veehouder op klei de dieren beter binnenhouden. Stalvoeren blijkt dan de beste optie te zijn. “Alle facetten van bodembederf kunnen je hierbij behoorlijk tegenwerken. Voor het berijden van kleigrond moet gewoon alles kloppen. Klei is glad en glijden is toplaagverdichting. Je trekker moet dus geen slip vertonen en hetzelfde geldt voor de banden onder je wagen. Dit vraagt om een open, super lossend profiel, het Trac profiel. Structuurbederf bij kleigrond zorgt voor een hoge vermindering van de opbrengst. Een kleibodem vergeeft niet en heeft een lange periode van rust nodig om zich te herstellen.”
Met name bij stalvoeren krijgt een bodem geen rust, al lijken de tussenperiodes vrij lang. Van der Molen: “stalvoeren moet eigenlijk altijd met een vier-sporen – acht-wielen oplossing. Hiermee zorg je ervoor dat er rust in die bodem blijft, mits wagen en tandem goed gekozen zijn. Oppervlaktedruk moet, bij natte omstandigheden, ruim onder de 100 kPa zijn zodat de bodem blijft dragen en niet gaat bewegen onder de last.”
Heb je te maken met een klei op veen-bodem, dan ligt bovenstaande nog gevoeliger. Volgens Van der Molen moet je dan vooral de totaalgewichten bij het stalvoeren tegen het licht houden. Een gebruiker van een DWM achtwielig tandemonderstel op klei op veen maakte hiervoor een berekening (zie kader).

Zandbodem de bodem waar alles op kan?
Volgens Van der Molen kan op een zandbodem zeker niet alles. “Ook zandbodem heeft haar beperkingen. Met name structuurbederf en uitspoeling zijn risico’s. Structuurbederf zorgt voor een verdichte diepere bodemlaag, waar zuurstof en water niet meer doorheen komen. Het overvloedige water komt niet meer in de ondergrond, maar verdwijnt over de verdichte tussenlaag naar de sloten. Hierbij worden met name bij de zandbodem de nutriënten veelal meegevoerd en daalt de vruchtbaarheid. Ook de capillaire werking gaat verloren en de toplaag kan geen vocht uit de ondergrond ontvangen om het gewas in leven te houden. Na een droge periode zie je dan het gras zeer slecht opkomen en het onkruid welig tieren. Bovendien vraagt het GLB om blijvend grasland, waardoor kans op herstel nog kleiner wordt.”
Ook voor loonwerkers interessant
Van der Molen stelt dat een achtwielig onderstel ook bij loonwerk meerwaarde heeft. “Een loonwerker moet capaciteit hebben, maar ook mooi werk maken. Dat betekent voldoende bandoppervlak om bodembederf te voorkomen.” Hij vertelt dat DWM viersporenoplossingen in alle soorten en maten aanbiedt. Van een vier op één rij-pendelonderstel voor een kleine wagen tot twaalfwielig double tridem geveerd onderstel. Het nieuwste concept, het hydraulisch geveerde, gedwongen gestuurde acht- of twaalfwielige onderstel kan als optie geleverd worden met een weeginrichting.
Daarnaast is bij alle onderstellen een snel luchtdrukwisselsysteem met hydraulisch aangedreven compressor leverbaar. Hiermee kan de bandenspanning worden geregeld op 0.8 bar op het land en 2.0 bar op de weg.
Zo verdient melkveebedrijf Jansma een achtwielig tandemstel terug
Melkveebedrijf Jansma boert op zware knipklei op veen. Dikte kleilaag varieert van 70 – 120 centimeter. De opraapwagen wordt 365 dagen per jaar gebruikt voor zomerstalvoeren (1 april tot 1 december) en voor winterstalvoeren van kuil en bijproducten.
Gemiddelde drogestofopbrengst per hectare grasland per jaar: | 10.000 kilogram |
Prijs aankoopwaarde per kilogram droge stof: | 0,25 euro |
Geconstateerd opbrengstverlies door bodembederf: | 5-7 procent over vijf sneden = 500 -700 kilogram per hectare = 125 – 175 euro per hectare |
Besparing bij 120 hectare grasland: | 15.000 – 21.000 euro per jaar |
Meerprijs achtwielig gedwongen gestuurd tandemstel: | 35.000 á 45.000 euro |
Terugverdientijd: | circa drie jaar |
Bijkomend voordeel volgens de melkveehouder is dat het achtwielig onderstel ook gunstig werkt voor het heel blijven van de erfverharding en kavelpaden.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: firma Evenboer en Gerben Hofman
Het hele artikel, thuis op de mat?
Nog geen abonnement op vakblad Melkveebedrijf maar wil je deze wel thuis op de mat ontvangen?
Met een abonnement op vakblad Melkveebedrijf ontvangt je elf keer per jaar het laatste nieuws. Elke editie heeft een nieuw, toepasselijk thema. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. Daarmee maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-melkveehouders.
Shop hiernaast direct een jaarabonnement of ga naar melkveebedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.